2.1.
De besloten vennootschap MartiniZorg B.V. (hierna: Martinizorg) is een organisatie die onder andere begeleiding, behandeling, verpleging en verzorging biedt aan mensen die hulp nodig hebben om zelfstandig of begeleid te kunnen (blijven) wonen. Martinizorg heeft verschillende locaties, waaronder de ‘[woonlocatie] (hierna: OPH).
OPH betreft een beschermd wonen locatie in de Groningse wijk [wijk].
Martinizorg biedt hier 24-uurs zorg en begeleiding aan 55-plussers met een verstandelijke,
lichamelijke en/of psychische beperking.
2.2.
[gedaagde sub 1] is omstreeks 18 april 2017 een huurovereenkomst aangegaan met de besloten vennootschap Martinizorg B.V. aangaande het zorgappartement, gelegen aan de [woonlocatie] (OPH). Sinds 17 mei 2017 heeft [gedaagde sub 1] zorg ontvangen van Martinizorg op basis van een Wet langdurige zorg (Wlz)-indicatie. Daartoe hebben [gedaagde sub 1] en Martinizorg een zorgovereenkomst gesloten.
[gedaagde sub 1] heeft een mentor, de heer [mentor], die bij beschikking is benoemd door de
kantonrechter. Daarnaast heeft [gedaagde sub 1] een bewindvoerder, de heer [bewindvoerder].
2.3.
Voor zover thans van belang is in de considerans van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst onder meer het volgende opgenomen:
“Door deze vorm van verhuur gecombineerd met het leveren van zorg door verhuurder in het woongebouw dat verhuurder huurt, biedt verhuurder de mogelijkheid aan huurder om met zorg zelfstandig te wonen;
(...)
- huurder is zich ervan bewust dat de huisvesting en de zorgverlening qua omvang, financiering en organisatie alleen mogelijk is indien de zorg afgenomen wordt via
verhuurder;
(..)
- huurder verplicht zich derhalve gedurende de duur van deze huurovereenkomst de zorg uitsluitend van verhuurder af te nemen, een afschrift van de zorgovereenkomst is aan deze
huurovereenkomst gehecht;
- de zorgverlening door verhuurder en het in huur geven van het zorgappartement zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden in die zin dat de huurovereenkomst door huurder zal dienen te worden opgezegd, dan wel door verhuurder zal worden beëindigd, wanneer de zorgovereenkomst wordt beëindigd;
(…)”.
Verder is in artikel 3 van de huurovereenkomst het volgende vermeld:
“De huurovereenkomst is met ingang van 18 april 2017 aangegaan voor bepaalde tijd, te weten voor de duur van de zorgovereenkomst.”
Daarnaast luidt artikel 7c sub f van de tussen partijen gesloten zorgovereenkomst als volgt:
“De zorgaanbieder kan de overeenkomst uitsluitend opzeggen:
(…)
f. om gewichtige redenen, mits is voldaan aan de volgende voorwaarden:
1e. de zorgaanbieder heeft de gronden waarop de voorgenomen opzegging berust met de cliënt besproken;
2e. de zorgaanbieder heeft de cliënt een passend alternatief geboden;
3e. de zorgaanbieder heeft de cliënt gewezen op de mogelijkheid een klacht in te dienen;
4e. de zorgaanbieder neemt een redelijke opzegtermijn in acht.”
2.5.
De curator heeft op 31 januari 2022 tijdens een informatiebijeenkomst aan alle bewoners kenbaar gemaakt dat Martinizorg uiterlijk tot en met 28 februari 2022 zorg zou kunnen leveren. De curator heeft sinds de datum van het faillissement getracht om voor de cliënten, onder wie [gedaagde sub 1], een passende vervangende zorglocatie te vinden.
Aangezien [gedaagde sub 1] kenbaar heeft gemaakt dat zij het liefst in Groningen wil blijven wonen, hebben de medewerkers van Martinizorg [gedaagde sub 1] aangemeld bij De Zijlen en Cosis in de regio Groningen. Die instellingen hadden geen plaats voor haar. Daarnaast is haar de optie
geboden om naar De Bruggen te Zuidlaren te verhuizen. [gedaagde sub 1] heeft dit afgewezen in verband met de locatie van de instelling.
2.6.
Medio februari 2022 was nog geen alternatief voor [gedaagde sub 1] gevonden. Nadat was gebleken dat voor een aantal cliënten geen alternatief - althans geen door hen
geaccepteerd alternatief - voorhanden was voor 28 februari 2022, heeft de curator bij brief van 24 februari 2022 nogmaals de mededeling gedaan dat de zorg per 28 februari 2022 eindigt.
Daarbij heeft de curator de termijn van 28 februari 2022 verschoven naar 11 maart 2022. Aangezien de curator per 28 februari 2022 geen personeel meer tot zijn beschikking had, zijn diverse ZZP’ers ingeschakeld om de zorg daarna te continueren.