Belastingplichtige verzamelt alle bescheiden welke door hem worden opgemaakt of zijn ontvangen. Deze worden periodiek naar de adviseur gezonden. Er worden geen boekingen gemaakt in een daarvoor bestemd programma of in een andere vorm van boekhouding. Belastingplichtige geeft aan dat hij, mede door zijn analfabetisme, geen kennis van zaken heeft met betrekking tot het voeren van een administratie en dat hij dit daarom heeft uitbesteed aan zijn adviseur. De adviseur maakt geen boekingen in een boekhoudprogramma of op soortgelijke manier. Volgens de adviseur schrijft hij per kwartaal, de bedragen van de voorbelasting op papier en schrijft hij het bedrag aan verschuldigde omzetbelasting op de achterzijde van dit papier. Aan de hand van deze bedragen worden de aangiften omzetbelasting door de adviseur verzorgd.
De adviseur verklaarde dat hij niet met een computer kan omgaan. Dit komt volgens de adviseur door zijn leeftijd en de problemen met zijn ogen. Tevens is de adviseur van mening dat belastingplichtige een zéér kleine ondernemer is die graag aan het werk is en blijft. Omdat de onderneming volgens de adviseur gering is, vind de adviseur het niet wenselijk voor belastingplichtige om een administratie op te zetten en boekingen te maken in een daarvoor bestemd programma of op andere wijze gegevens vast te leggen. Tevens verklaarde de adviseur dat hij het niet nodig vindt om belastingplichtige meer geld te laten betalen door het, in zijn ogen, onnodig opzetten van een administratie. Belastingplichtige verklaarde dat hij, onder andere door zijn analfabetisme, er vanuit is gegaan dat zijn adviseur alles voor hem zou regelen. De adviseur bewaart de door hem geschreven A4 papieren met daarop de bedragen die belastingplichtige volgens de adviseur verschuldigd zou zijn of als voorbelasting zou mogen claimen en de bescheiden in daarvoor bestemde ordners.
Details met betrekking tot de inkoop- en verkoopfacturen worden niet vastgelegd en zijn niet terug te vinden in een administratie. Derhalve kan er geen aansluiting worden gemaakt tussen de opbrengsten volgens de boekingen, de bescheiden en de gedane aangiften omzetbelasting. Op de vraag waarom er geen administratie is bijgehouden wenste de adviseur verder geen antwoord te geven.
4.1.
Formele vereisten omzetbelasting
Belastingplichtige voldoet niet aan diverse vereisten met betrekking tot de omzetbelasting in het algemeen en de margeregeling in het bijzonder.
De inkoopverklaringen van belastingplichtige voldoen niet aan het gestelde van artikel 4a
Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting. Volgens artikel 4a lid 1 Uitvoeringbeschikking is een wederverkoper verplicht aan zijn leverancier een inkoopverklaring uit te reiken en te laten ondertekenen waarin op duidelijke en overzichtelijke wijze zijn vermeld:
a. de dag waarop de levering wordt verricht;
b. naam en adres van de wederverkoper;
c. naam en adres van de leverancier;
d. een duidelijke omschrijving van het geleverde goed en, voor zover het een motor rijtuig betreft, tevens het kenteken;
e. de hoeveelheid van de geleverde goederen;
f, het bedrag dat aan de leverancier ter zake van de levering is of moet worden voldaan;
g. een verklaring van de leverancier dat hij ter zake van de levering aan hem van het goed in het geheel geen belasting in aftrek heeft gebracht.
Op de, door belastingplichtige met de hand geschreven, inkoopverklaringen ontbreken diverse gegevens. Veelal staat er een naam van zijn leverancier vermeld maar ontbreken de adres en woonplaats gegevens. Ook een juiste omschrijving met betrekking tot de verkochte personenauto zoals kenteken, chassisnummer en dergelijke ontbreekt of is onvolledig. De inkoopverklaringen worden daarnaast niet allemaal ondertekend door de leverancier. Op de (standaard) inkoopverklaring van belastingplichtige staan voorgedrukte velden voor het bedrag, het tarief omzetbelasting en het totaal bedrag. Handmatig wordt het veld met het tarief omzetbelasting doorgehaald en wordt er een veelal met de hand ‘Marge’ bijgeschreven.
De verkoopfacturen van belastingplichtige voldoen niet aan het gestelde van artikel 35a van de wet op de omzetbelasting. Zo ontbreken er bij de door belastingplichtige opgemaakte verkoopfacturen diverse gegevens zoals een doorlopende nummering, datum van levering, adres gegevens van de afnemer en een juiste omschrijving van de geleverde gebruikte personenauto. Bij de verkoopfacturen, welke met de hand worden geschreven, wordt het percentage omzetbelasting doorgehaald (tenzij het een levering betreft van een personenauto welke belast is met omzetbelasting) en wordt de vermelding ‘Marge’ vermeld.
Er worden geen boekingen gemaakt met betrekking tot de inkoop en verkoop van de gebruikte personenauto’s waarbij de margeregeling of waarbij de algemene regels van heffing worden toegepast. Hierdoor is de winstmarge bij toepassing van de margeregeling niet op eenvoudig inzichtelijk te maken vanuit een administratie. Hierdoor wordt niet voldaan aan de vereisten van artikel 31 lid 1 letter a en lid 2 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting. Artikel 31 lid 1 letter a en lid 2 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting schrijft voor dat:
1. De ondernemer is gehouden regelmatig aantekening te houden van:
a. de aan hem en door hem uitgereikte factoren alsmede, indien het een wederverkoper
betreft, de door hem uitgereikte inkoop verklaringen;
2. De in het eerste lid bedoelde aantekeningen van factoren - welke doorlopend
dienen te worden genummerd - omvatten:
a. dagtekening en nummer;
b. naam, adres en, in voorkomend geval, btw-identificatienummer van de ondernemer door wie of aan wie de levering of de dienst wordt verricht, alsmede van degene aan wie wordt geleverd met toepassing van de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6;
c. een duidelijke omschrijving van de geleverde goederen of van de dienst;
d. de vergoeding;
e. het bedrag van de belasting.
Op onze opmerking dat er ingevolge artikel 31 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting een
administratie gevoerd dient te worden voor toepassing van de margeregeling waaruit de
winstmarge eenvoudig inzichtelijk moet zijn af te lezen, gaf de adviseur aan dat hij een adviseur is van belastingplichtige en niet zijn boekhouder. Hierbij gaf de adviseur wederom aan dat, indien belastingplichtige het wenst, de adviseur een kennis kan inhuren voor het verzorgen van de administratie. Echter vind adviseur het onnodig omdat dit alleen maar geld kost voor belastingplichtige en belastingplichtige een kleine ondernemer is.
Op onze vraag of de adviseur door het niet voeren van een administratie of op andere wijze maken van vastleggingen, kon aangeven hoeveel omzetbelasting belastingplichtige aan heeft gegeven in het controletijdvak, verklaarde de adviseur dat hij dat op het moment van ons onderzoek dit niet kan maar indien wij hem schriftelijk deze vraag alsnog willen stellen hij binnen enkele weken een antwoord kan geven. Hierdoor is controle binnen redelijke termijn zoals gesteld in artikel 52 lid 6 Algemene wet inzake rijksbelastingen niet mogelijk.(…)