In dit verband acht de rechtbank van belang, zoals ter zitting is gebleken, dat door [verzoeker] ten onrechte is aangenomen dat causaal verband tussen de schade en het [verzoeker] overkomen ongeval niet door TVM wordt betwist. Immers, ter zitting is namens TVM aangegeven dat met de door [verzoeker] aangehaalde tekst uit de brief van 2 mei 2023, te weten: "Zoals bij u bekend is betwist TVM de causaliteit op dit moment niet maar beschikt over onvoldoende informatie om één en ander te beoordelen." niet is bedoeld dat TVM de causaliteit niet betwist. TVM betoogt, en dat blijkt ook uit de hiervoor genoemde brief, dat er onvoldoende informatie voor handen is om de kwestie goed te kunnen beoordelen en of de door [verzoeker] gestelde klachten verband houden met het hem overkomen ongeval.
De rechtbank overweegt verder dat uit de overgelegde bescheiden blijkt, dat er herhaalde malen door, zowel de medisch adviseur van TVM, als door de medisch adviseur van [verzoeker] , op is gewezen dat er medische informatie ontbreekt, waarbij is aangegeven over welke informatie de medisch adviseur nog dient te beschikken.
[verzoeker] stelt weliswaar dat op basis van de inmiddels beschikbare medische informatie en rapporten kan worden geconcludeerd dat de klachten van [verzoeker] het gevolg zijn van het ongeval, maar de rechtbank volgt daarin [verzoeker] niet.
Op basis van hetgeen door partijen naar voren is gebracht is, overweegt de rechtbank dat er op dit moment onvoldoende (medische) informatie voor handen is en dat bij gebrek aan die informatie op dit moment niet met voldoende zekerheid kan worden aangenomen of het ongeval de (enige) oorzaak is voor de door [verzoeker] gestelde klachten, en daarmee niet kan worden aangenomen dat het door [verzoeker] voorgestelde onderzoek op dit moment kan bijdragen aan de vaststelling van de omvang van de schade.