Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBNNE:2025:2160

Rechtbank Noord-Nederland
26-05-2025
03-06-2025
197526
Personen- en familierecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Wvggz. Verzoek zorgmachtiging afgewezen. Medische verklaring opgesteld door de zorgverantwoordelijke. Medische verklaring voldoet niet aan de wettelijke vereisten.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling Privaatrecht

Locatie: Leeuwarden

Zaak-/rekestnr.: C/17/197526 / FA RK 24-2442

Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg

Eindbeschikking van 26 mei 2025 naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[naam],

geboren op [geboortedatum], [geboorteplaats]

wonende [adres],

hierna te noemen: betrokkene,

advocaat: mr. A.A. Scholtmeijer, kantoorhoudende te Heerenveen, waargenomen

door mr. M.J. Buitenhuis.

1 Het procesverloop

1.1.

Het verzoekschrift van de officier, ingekomen bij de rechtbank op 18 november 2024, is mondeling behandeld op 28 november 2024. Bij (tussen)beschikking van 28 november 2024 is de zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden tot en met 28 mei 2025 en een beslissing op de resterende duur is aangehouden.

1.2.

De rechtbank heeft vervolgens opnieuw kennisgenomen van het verzoekschrift met bijlagen en de (tussen)beschikking gegeven op 28 november 2024, waarvan de inhoud hier als herhaald en ingelast moet worden beschouwd. Op 17 april 2025 heeft de rechtbank een nieuwe medische verklaring ontvangen.

1.3.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 26 mei 2025, in het gebouw van GGZ Friesland, locatie Jelgerhuis te Leeuwarden. Daarbij zijn de volgende personen gehoord:

  • -

    mr. M.J. Buitenhuis, advocaat van betrokkene;

  • -

    [naam], verpleegkundig specialist;

  • -

    [naam], sociaal psychiatrisch verpleegkundige;

  • -

    [naam], vader en curator van betrokkene (telefonisch).

1.4.

Betrokkene is opgeroepen, maar niet verschenen.

1.5.

De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

1.6.

De wet schrijft voor dat de rechter op het verzoek om een zorgmachtiging niet

beslist dan nadat betrokkene ten aanzien waarvan de machtiging wordt verzocht, is gehoord,

tenzij de rechter vaststelt dat betrokkene niet bereid is zich te doen horen.

1.7.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. Bij de aanvang van de mondelinge behandeling van het verzoek heeft de advocaat verklaard dat betrokkene heeft medegedeeld dat hij niet bij de hoorzitting aanwezig wilde zijn en ook niet gehoord wilde worden. Daarnaast heeft betrokkene ook bij zijn vader en de sociaal psychiatrisch verpleegkundige aangegeven dat hij niet aanwezig wilde zijn. De sociaal psychiatrisch verpleegkundige heeft op verzoek van betrokkene ter zitting een video getoond waarin betrokkene heeft aangegeven dat hij niet akkoord gaat met een zorgmachtiging omdat hij op vrijwillige basis wil worden opgenomen en dat hij niet ter zitting zal verschijnen. De rechtbank heeft daarop besloten om de mondelinge behandeling zonder de aanwezigheid van betrokkene voort te zetten, maar in het bijzijn van de overige genoemden.

2 De beoordeling

2.1.

De rechtbank zal naar aanleiding van de overgelegde stukken en wat tijdens deze mondelinge behandeling op 26 mei 2025 is besproken, overgaan tot verdere beoordeling van het aangehouden deel van het verzoek en overweegt hierover het volgende.

2.2.

Artikel 5:7 Wvggz bepaalt dat voor de psychiater die de medische verklaring opstelt, de daarin genoemde voorwaarden gelden. Die voorwaarden dienen (conform artikel 5 EVRM) als waarborg voor een onafhankelijke, onpartijdige en behoorlijke besluitvorming over verplichte zorg. Artikel 5:7, aanhef en onder d, Wvggz stelt in dat verband als voorwaarde dat de psychiater minimaal één jaar geen zorg heeft verleend aan betrokkene. De wetgever heeft met dit voorschrift willen voorkomen dat de psychiater een dusdanige band met betrokkene heeft opgebouwd dat deze band een obstakel zou kunnen zijn voor het vormen van een onafhankelijk oordeel.

2.3.

In de tussenbeschikking is onder rechtsoverweging 2.10 overwogen dat de rechtbank uiterlijk één week voor de zitting een aanvullende medische verklaring met de actuele stand van zaken van de zorgverantwoordelijke over het beloop van de toegewezen zes maanden dient te ontvangen. Hieruit leidt de rechtbank af dat er twee documenten opgesteld moesten worden: een medische verklaring in de zin van artikel 5:7 Wvggz én een verklaring van de zorgverantwoordelijke over de stand van zaken (een soort van zorgplan). In het dictum van de beschikking is echter ongelukkigerwijs opgenomen dat er een aanvullende medische verklaring opgesteld door de zorgverantwoordelijke ingediend moest worden.

2.4.

Gebleken is dat de psychiater op 17 april 2025 zelf een aanvullende medische verklaring heeft opgesteld. Naar strikte interpretatie van het dictum van de tussenbeschikking is voldaan aan de opdracht. Toch zal de rechtbank het verzoek afwijzen. De rechtbank begrijpt dat dit tot vraagtekens kan leiden, en daarom legt de rechtbank haar beslissing op dit punt uit.

2.5.

De rechtbank moet ambtshalve controleren of de aanvullende medische verklaring voldoet aan de eisen zoals neergelegd in artikel 5:7 Wvggz. De eisen zoals neergelegd in artikel 5:7 Wvggz moeten strikt worden toegepast, zo leert de lijn van de Hoge Raad ten aanzien van dit onderwerp. De aanvullende medische verklaring is opgesteld door de behandelend psychiater van betrokkene. De psychiater is aldus betrokken bij de zorgverlening aan betrokkene en kan daarmee naar het oordeel van de rechtbank niet beschouwd worden als een onafhankelijk psychiater zoals bedoeld in art. 5:7 Wvggz. De medische verklaring voldoet daarmee niet aan de wettelijke voorschriften. Voorafgaand aan de zitting, na 17 april 2025, heeft de rechtbank de GGZ nog verzocht om een aanvullende medische verklaring opgesteld door de onafhankelijk psychiater, maar deze verklaring is niet opgesteld.

2.6.

Gelet op het voorgaande komt de rechtbank tot de conclusie dat de medische verklaring niet voldoet aan de eisen van artikel 5:7 Wvggz en daarom zal de rechtbank het verzoek tot verlening van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel afwijzen.

3 De beslissing

De rechtbank:

3.1.

wijst het verzoek af.

Deze beschikking is mondeling gegeven op 26 mei 2025 door mr. G.J. Baken, rechter, bijgestaan door de griffier en schriftelijk uitgewerkt en ondertekend op 2 juni 2025.

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING SECRETARIS!

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR HANDTEKENING RECHTER!

..

!NIET VERWIJDEREN, PLAATS VOOR STEMPELS!

fn. 998

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.