3.1.
VluchtelingenWerk vordert dat de voorzieningenrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
a. de Gemeente zal gebieden om binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de beslissing tot uitsluiting van VluchtelingenWerk d.d. 17 december 2024 in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om, indien de Gemeente daartoe reeds is overgegaan, binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, alle voorlopige gunningbeslissingen in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om alle tijdig ontvangen volledige inschrijvingen opnieuw te beoordelen door een volledig nieuwe beoordelingscommissie, met inachtneming van de in de Aanbestedingsleidraad beschreven beoordelingssystematiek en met inachtneming van het in dezen te wijzen vonnis;
de Gemeente zal gebieden om de nieuwe beoordeling neer te leggen in nieuwe voorlopige gunningbeslissingen, die aan de betrokken inschrijvers te doen toekomen en waartegen opnieuw rechtsbescherming mogelijk is in de vorm van het aanhangig maken van een procedure in kort geding binnen een termijn van twintig kalenderdagen na verzending van deze voorlopige gunningbeslissingen;
a. de Gemeente zal gebieden om binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de beslissing tot uitsluiting van VluchtelingenWerk d.d. 17 december 2024 in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om, indien de Gemeente daartoe reeds is overgegaan, binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, alle voorlopige gunningbeslissingen in het kader van de onderhavige aanbestedingsprocedure in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om binnen 48 uur na het in dezen te wijzen vonnis, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie te bepalen termijn, de onderhavige aanbestedingsprocedure in te trekken en ingetrokken te houden;
de Gemeente zal gebieden om, indien en voor zover zij de onderhavige opdracht nog wenst te vergeven, over te gaan tot heraanbesteding;
a. de Gemeente zal veroordelen in de kosten van deze procedure, waaronder een vergoeding voor de nakosten, in geval van betekening van het vonnis te vermeerderen met de kosten daarvan, met bepaling dat wanneer deze kosten niet binnen zeven dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn voldaan, daarover vanaf de achtste dag na dagtekening wettelijke rente verschuldigd is.
3.2.
Ter onderbouwing heeft VluchtelingenWerk gesteld dat haar inschrijving door de Gemeente ten onrechte is uitgesloten.
VluchtelingenWerk stelt dat zij bij schrijven van Plan van Aanpak heeft gezocht naar enerzijds een zo concreet mogelijke beantwoording en bespreking van alle gevraagde onderdelen en anderzijds geprobeerd heeft te voldoen aan het vereiste van een geanonimiseerde (niet-herleidbare) inschrijving. In dit verband is erop gewezen dat, gezien de Aanbestedingsleidraad, om een hoge score op kwaliteit te behalen, een zo concreet en volledig mogelijke onderscheidende wijze van dienstverlening dient te worden beschreven en dat dit voor de zittende leverancier lastiger is om in dat geval geen informatie te verstrekken die direct herleidbaar is. VluchtelingenWerk stelt dat zij in die opdracht is geslaagd, nu zij haar organisatienaam niet heeft genoemd, geen logo’s of huisstijl heeft gebruikt en ook geen namen van betrokken medewerkers van Vluchtelingenwerk of de Gemeente heeft genoemd. Ten aanzien van de stelling dat in de casus genoemde namen: Wim en Ali naar VluchtelingenWerk te herleiden zijn, is gesteld dat dit willekeurig gekozen namen zijn en dat het gebruik van die namen niet direct te herleiden is naar Vluchtelingenwerk. Daarnaast is gesteld dat ook niet beschreven is welke werkafspraken zijn gemaakt of hoe thans wordt samengewerkt. Het enkel noemen van de ketenpartners kan, naar de mening van VluchtelingenWerk, niet tot de conclusie leiden dat het Plan van Aanpak van VluchtelingenWerk afkomstig moet zijn. Ook met betrekking tot de andere door de Gemeente genoemde voorbeelden, als de Vrienden van de Stefanuskerk en De Wegwijzer stelt VluchtelingenWerk dat het niet zo is dat door de benoeming van deze ketenpartners sprake is van het direct herleiden van de inschrijving tot VluchtelingenWerk, nu ook andere organisaties betrokken kunnen zijn of zijn bij deze organisaties.
3.3.
De Gemeente heeft verweer gevoerd. De Gemeente heeft verwezen naar de Aanbestedingsleidraad, waarin is aangegeven dat de inschrijvers een geanonimiseerde uitwerking van de casus moeten indienen en dat dit inhoudt dat deze niet herleidbaar is naar de inschrijver. Daarnaast is aangevoerd dat ook met betrekking tot het in te dienen Plan van Aanpak is aangegeven dat dit geanonimiseerd diende te zijn, hetgeen nader is geduid in de Aanbestedingsleidraad. De Gemeente heeft aangevoerd dat VluchtelingenWerk, zowel de Casus, als het Plan van Aanpak, er niet in is geslaagd om aan het vereiste van anonimiteit te voldoen. De Gemeente heeft uitgebreid nader toegelicht op grond waarvan zij van mening is dat in de door VluchtelingenWerk ingediende Casus en het Plan van Aanpak elementen aanwezig zijn die herleidbaar zijn tot VluchtelingenWerk en aanleiding zijn voor uitsluiting als genoemd in haar schrijven van 17 december 2024. De Gemeente heeft er voorts nog op gewezen dat de vraagstelling zo is ingericht dat het niet noodzakelijk is dat er namen van ketenpartners genoemd hoeven te worden en dat de andere inschrijvers bij hun ingediende inschrijvingen dat ook niet hebben gedaan.