2.1
Naar aanleiding van diversen meldingen heeft een intern onderzoek plaatsgevonden naar de dossiers van de bewindvoerder. Uit dit onderzoek is gebleken dat het bewind in 48 van de 100 dossiers van rechtswege is geëindigd. De bewindvoerder heeft in geen van deze dossiers tijdig verzocht tot verlenging van het bewind, terwijl hier – naar inzicht van de kantonrechter – in veel gevallen wel aanleiding voor was. De bewindvoerder heeft desondanks zijn werkzaamheden voortgezet alsof er nog formeel sprake was van een bewind en heeft de beloning in rekening gebracht. De bewindvoerder geeft hiervoor als verklaring dat er sprake was van een fout in zijn digitale systeem, waardoor de einddata van bewinden die voor bepaalde duur zijn uitgesproken bij hem niet juist vermeld staan. Het is de kantonrechter bekend dat de bewindvoerder deze storing al meerdere keren richting de rechtbank heeft benoemd. Hierop is de bewindvoerder door de rechtbank in de gelegenheid gesteld om een lijst met dossiers ter controle in te dienen om de einddata van zijn bewinden te controleren. De bewindvoerder heeft hiervan – ondanks herhaald verzoek van de griffier –geen gebruik gemaakt. De kantonrechter is van oordeel dat van de bewindvoerder mag worden verwacht dat hij actief informatie opvraagt over de einddata van zijn dossiers, zeker op het moment dat bij hem bekend is dat er sprake is van een storing in het digitale systeem. Het feit dat de bewindvoerder dit niet heeft gedaan, is hem dan ook toe te rekenen en toont een gebrek aan professionaliteit.
2.3
Op 1 maart 2022 krijgt de griffier van de rechtbank bericht dat bij verschillende van de hierboven genoemde 48 betrokkenen, naar aanleiding van de oproepbrief van de rechtbank, contact heeft plaatsgevonden tussen de bewindvoerder en de betrokkene. De bewindvoerder heeft hen daarbij te kennen gegeven dat het zijn inziens niet noodzakelijk is om ter zitting te verschijnen omdat het bewind van rechtswege is geëindigd. Naar aanleiding van dit bericht is de kantonrechter op dezelfde dag nog in gesprek gegaan met de bewindvoerder. De kantonrechter heeft in dit gesprek haar verontwaardiging uitgesproken over het feit dat de bewindvoerder op eigen initiatief bij betrokkenen heeft geïnsinueerd dat zij niet meer ter zitting hoeven te verschijnen, zonder enig overleg met de rechtbank. In zijn reactie geeft de bewindvoerder aan dat hij de situatie met 44 van de 48 betrokkenen heeft besproken en dat hij deze betrokkenen als budgetbeheerder zal gaan begeleiden nu het bewind van rechtswege is geëindigd. Waar wordt gevraagd om concrete informatie of een concrete toelichting op welke manier hij met budgetbeheer de forse schuldenproblematiek in de desbetreffende dossiers wil aanpakken, kon de bewindvoerder geen antwoord geven.
2.5
Naar aanleiding van het gesprek met de bewindvoerder op 1 maart en de zittingen op 2 en 3 maart 2022 is het de bewindvoerder door de kantonrechter expliciet duidelijk gemaakt dat hij niet op eigen initiatief contact mocht opnemen met de betrokkenen die reeds hebben aangegeven dat zij een andere financiële hulpverlenende instantie willen benaderen. Op respectievelijk 4 maart en 7 maart 2022 is de griffier van de rechtbank telefonisch benaderd door een tweetal betrokkenen die hebben aangegeven dat zij na de zitting van 2 maart zijn gebeld door de bewindvoerder met het dringende verzoek om toch bij hem te blijven en zijn financiële ondersteuning aan betrokkenen voort te zetten in de vorm van budgetbeheer. Hierbij gaf de bewindvoerder volgens deze betrokkenen te kennen “…dat de rechtbank hier niet vanaf hoefde te weten.” De rechtbank is van oordeel dat dergelijk gedrag een bewindvoerder niet past en hem onbetrouwbaar maakt.
Gelet op al het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat er voldoende gewichtige reden aanwezig zijn om over te gaan tot ambtshalve ontslag van de bewindvoerder op grond van artikel 1:448 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter zal <<vennoot van bewindvoerder>>, vennoot van <<bewindvoerder>>als bewindvoerder ontslaan met ingang van 10 maart 2022 onder gelijktijdige benoeming van <<bewindvoerder 2>>h.o.d.n. <<handelsnaam>>, Kvkno. <KvK-nummer>>, Postbus <<postbusnummer>>, <<adres>>, tot opvolgend bewindvoerder.
Omdat de kantonrechter vanwege de ernst en de spoedeisendheid van de situatie betrokkene niet over de benoeming van de opvolgend bewindvoerder heeft gehoord, zal de kantonrechter betrokkene in de gelegenheid stellen om binnen twee weken een verzoek tot wijziging van de bewindvoerder in te dienen, voor het geval betrokkene een andere bewindvoerder dan de bij deze beschikking te benoemen opvolgend bewindvoerder wenst. Betrokkene kan hiertoe een verzoekschrift, vergezeld van een bereidverklaring van een andere bewindvoerder en een ondertekend plan van aanpak, indienen.
De kantonrechter zal geen beloning toekennen aan <<vennoot van bewindvoerder>>, vennoot van <<bewindvoerder>>voor het opmaken van de eindrekening en -verantwoording overeenkomstig artikel 3 lid 5 sub d van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren.
De kantonrechter zal de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vaststellen overeenkomstig het eerstgenoemde bedrag in artikel 3 lid 5 sub a van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerder en mentoren. Deze beloning is exclusief omzetbelasting.
Omdat er sprake is van problematische schulden zal de kantonrechter de jaarbeloning van de te benoemen bewindvoerder, inclusief onkostenvergoeding en exclusief omzetbelasting voor zover van toepassing, vaststellen overeenkomstig artikel 3 lid 2 sub b van de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren (hoge tarief).
- ontslaat met ingang van 10 maart 2022 als bewindvoerder: <<vennoot van bewindvoerder>>, vennoot van <<bewindvoerder>>, Kvkno. <<KvK-nummer>>, Postbus <<postbusnummer>>, <<adres>>;
- bepaalt dat aan <<vennoot van bewindvoerder>>, vennoot van <<bewindvoerder>>geen beloning toekomt voor het opmaken van de eindrekening en -verantwoording;
- benoemt met ingang van 10 maart 2022 tot bewindvoerder: <<bewindvoerder 2>> h.o.d.n. <<handelsnaam>>, Kvkno. <<KvK-nummer>>, Postbus <<postbusnummer>>, <<adres>>;
- stelt de beloning voor de aanvangswerkzaamheden vast zoals hiervoor is overwogen;
- stelt de jaarbeloning vast zoals hiervoor is overwogen;
- bepaalt dat de vennoten van <<bewindvoerder>>vanaf 10 maart 2022 00:00 uur in onderhavige zaken géén toegang meer mogen hebben tot hun bewindvoerderssoftwaresysteem (Onview) en dat de toegang tot het systeem door Onview moet worden geblokkeerd.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.C. van Rossum, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op
de griffier, de kantonrechter,
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te ’s-Hertogenbosch:
-
door de verzoeker en degenen aan wie de griffier een afschrift van deze beschikking heeft verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
-
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat deze beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.