3.3.
compenseert de proceskosten in conventie en in reconventie, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken op
29 november 2023.
Eindnoot i: Parlementaire geschiedenis Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 34 059, memorie van toelichting, nr. 3 blz. 74: Artikel 30n In de huidige wet is het proces-verbaal steeds apart geregeld bij de afzonderlijke proceshandelingen waar het op ziet: de schikkingscomparitie (artikel 87, derde lid), de inlichtingencomparitie (artikel 88, derde lid) en diverse artikelen in de afdeling over bewijs. Alleen de huidige verzoekschriftprocedure kent een algemene bepaling over het opstellen van een proces-verbaal van de zitting: artikel 279, vierde lid. Het nieuwe artikel 30n Tweede Kamer, vergaderjaar 2014–2015, 34 059, nr. 3 73 geeft een algemene regeling voor het proces-verbaal dat wordt opgemaakt tijdens de mondelinge behandeling, ongeacht de aanleiding voor het proces-verbaal. De rechter maakt ambtshalve een proces-verbaal op, of op verzoek van een partij die daarbij belang heeft (artikel 30n, eerste lid, onder a). Dit laatste kan zich voordoen als partijen bepaalde erkenningen hebben gedaan of vorderingen hebben ingetrokken. Geen proces-verbaal wordt opgemaakt van informatie die al uit de ingediende stukken blijkt. Een proces-verbaal wordt ook opgesteld als ten aanzien van een zaak hoger beroep of cassatie wordt ingesteld en het desbetreffende rechtscollege vraagt om een proces-verbaal (eerste lid, onder b). Een dergelijk beleid met betrekking tot processen-verbaal kan de rechter tijd besparen, terwijl partijen over een proces-verbaal kunnen beschikken als zij daarbij belang hebben. Dit is overigens overeenkomstig het bestuursrecht. Het proces-verbaal in de hiervoor bedoelde zin is geen woordelijk verslag van al hetgeen tijdens de zitting is gebeurd, maar geeft daarvan een zakelijke samenvatting (derde lid). Het vierde lid geeft de mogelijkheid om daar waar een volledige weergave van een onderdeel van een zitting gewenst is, deze op te stellen. Het voorgestelde vierde lid ziet specifiek op het proces-verbaal van partij-, getuigen- of deskundigenverklaringen. De formulering is in zoverre gelijk aan artikel 8:61, achtste lid, Awb en komt ook overeen met artikel 180 Rv, met uitzondering van het voorlezen van het proces-verbaal, dat is vervangen door het voorhouden ervan aan partijen. Dat geeft meer gelegenheid om het proces-verbaal op een andere wijze aan partijen voor te leggen, bijvoorbeeld door toezending van een digitaal bestand. Het vijfde lid van artikel 30n bepaalt dat het proces-verbaal door de rechter wordt ondertekend. De beschikbaarstelling van het proces-verbaal aan partijen van het zesde lid is overgenomen uit de artikelen 91 en 290, tweede lid, Rv en uit artikel 8:61, negende lid Awb. Nieuw is dat de rechter ook kan beslissen om een beeld- of geluidsopname van de mondelinge behandeling te maken die het papieren proces-verbaal kan vervangen (zevende lid). Dat kan in het bijzonder praktisch zijn bij een getuigen- of deskundigenverhoor. Of het wenselijk en zinvol is om ook van de rest van de zitting een opname te maken of een opname te maken van de verkorte weergave van de zitting, staat ter beoordeling van de rechter. Aan het zevende lid is toegevoegd dat er op verzoek van de hogerberoepsrechter of de Hoge Raad alsnog een schriftelijk proces-verbaal wordt opgemaakt in gevallen waarin de rechter in eerste aanleg heeft besloten dat een beeld- of geluidsopname in de plaats treedt van het proces-verbaal van de zitting. Tijdens de voorbereiding van het wetsvoorstel is naar voren gekomen dat het niet efficiënt zou zijn als hogere rechters hele zittingen moeten terugkijken. Ook de Afdeling advisering van de Raad van State heeft hierop gewezen. De rechter die de mondelinge behandeling voorzit, zal erop moeten letten dat in geval van digitale vastlegging de namen van de in het tweede lid van artikel 30n genoemde personen duidelijk blijken uit die opname. De fysieke ondertekening van het proces-verbaal door de rechter (vijfde lid) is niet mogelijk, maar ook niet nodig, omdat de opname een één op één weergave van (een deel van) de zitting is, waar hij zelf bij is. De rechter hoeft dus niet te tekenen om uitdrukking te geven aan hun akkoord met de wijze waarop het gebeurde ter zitting is vastgelegd. Het zesde lid is onverkort van toepassing: ook de digitale vastlegging van de opname zal ter beschikking van partijen moeten worden gesteld. Dit geschiedt door plaatsing van de opname in het digitale dossier, dat via Mijn Zaak beschikbaar is. Aan partijen die op papier procederen wordt het proces-verbaal op papier ter beschikking gesteld op grond van artikel 30c, zevende lid. De aanwezigheid van een partij die op papier procedeert is geen belemmering voor de rechtbank om tevens een beeld- of geluidsopname van de zitting te maken. Door gebruik te maken van technische hulpmiddelen kan steeds een lastenverlichting voor de griffier worden gerealiseerd; het zal eenvoudiger zijn om een proces-verbaal op te stellen in geval er reeds een opname van de zitting beschikbaar is. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden opgesteld over beeld- of geluidsopnamen. Op deze wijze kunnen de aan deze opnamen gestelde eisen eenvoudig worden aangepast aan technische ontwikkelingen.
Eindnoot ii: Parlementaire geschiedenis Tweede Kamer, vergaderjaar 2014-2015, 34059, nota van wijziging, nr. 7, blz. 9: Artikel 30n Rv Volgens artikel 30n lid 3 houdt het proces-verbaal een zakelijke samenvatting in van het verhandelde ter zitting. Nu volgens artikel 30n, zevende lid, de rechter kan bepalen dat het proces-verbaal wordt vervangen door een door of namens hem gemaakte beeld- of geluidsopname, hoeft die opname in beginsel enkel gemaakt te worden van de zakelijke samenvatting die de rechter ter zitting uitspreekt. Die opname is dus veel minder omvangrijk dan een opname van de hele zitting en de hogere rechter kan vragen die opname woordelijk op schrift te stellen. In artikel 30n, zevende lid, wordt verduidelijkt dat het schriftelijke proces-verbaal, dat op verzoek van een hogere rechter kan worden opgesteld nadat een beeld- of geluidsopname van de zakelijke samenvatting van het verhandelde ter zitting het proces-verbaal heeft vervangen, een schriftelijke weergave dient te zijn van die opname. Dat betekent dat het schriftelijke proces-verbaal woordelijk gelijk dient te zijn aan de opname. Anders zouden er twee inhoudelijk verschillende processen-verbaal ontstaan. Overigens kan er daarnaast nog steeds een beeld- of geluidsopname gemaakt worden van de hele zitting, maar die kan niet gelden als proces-verbaal. Die integrale opname biedt alle betrokkenen een weergave van de zitting waar ze altijd op kunnen terugvallen indien er verschil van mening bestaat over hetgeen daar is voorgevallen. Die opname wordt opgenomen in het digitale dossier in Mijn Zaak. Zowel voor die integrale opname als voor de opname die het proces-verbaal vervangt geldt dat, als een partij zich erop beroept, hij op grond van artikel 22, tweede lid, moet aangeven op welk onderdeel van de opname hij zich beroept. Het maken van een beeld- of geluidsopname (hetzij integraal, hetzij van de zakelijke samenvatting) is niet verplicht, het staat de rechter vrij om van deze mogelijkheid gebruik te maken. Zie ook hieronder de toelichting bij de wijziging van het overeenkomstige artikel 8:61 Awb.
Eindnoot iii: De mondelinge behandeling is de directe context van artikel 90 lid 7 Rv, waarnaar wordt verwezen in artikel 180 lid 6 Rv (nieuw) en de parlementaire geschiedenis daarvan
Eindnoot iv: Mr. T. van Malssen, Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 2022, nr. 2, Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in civiele zaken, blz. 35: 2.3Moet het proces-verbaal in aanwezigheid van partijen worden opgemaakt? Onder het regime van art. 88 lid 3 Rv (oud) was dwingend voorgeschreven dat partijen het proces-verbaal meeondertekenen, tenzij ze ermee instemden dat voorlezing en ondertekening achterwege blijven. Het proces-verbaal werd dan ook regelmatig buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt, primair om redenen van tijdsbesparing en/of omdat tijdens de zitting veelal geen griffier aanwezig was.55 De verzoekschriftprocedure kent vanouds geen uitgangsverplichting tot p-v-ondertekening door partijen, mogelijk gelet op het niet-contentieuze uitgangskarakter ervan.56 Een dergelijke verplichting geldt evenmin voor de dagvaardingsprocedure onder het regime van art. 90 Rv, dat zelfs tot uitgangspunt neemt dat het proces-verbaal buiten aanwezigheid van partijen wordt opgemaakt.57 Instemming van partijen voor het opmaken van het proces-verbaal buiten hun aanwezigheid is onder het huidige recht – dus – niet (meer) verplicht (onderstreping rechtbank)
Eindnoot v: Mr. T. van Malssen, Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 2022, nr. 2, Het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in civiele zaken, blz. 36: Uit het beginsel van hoor en wederhoor (art. 19 Rv) vloeit voort dat de hogere rechter zijn beslissing niet mag baseren op informatie uit een proces-verbaal uit de vorige instantie als dat niet tijdig voorafgaand aan de uitspraak van de hogere rechter is verschaft aan partijen die er tot dusverre nog niet over beschikten. Anders wordt partijen namelijk de kans ontnomen om naar aanleiding van de inhoud van het proces-verbaal en voorafgaand aan de uitspraak de rechter te benaderen.69 Een vergelijkbaar uitgangsrecht op (verschaffing van en) wederhoor op het proces-verbaal voorafgaand aan de uitspraak is tot op heden niet aangenomen voor de situatie waarin de rechter in een en dezelfde instantie zich in zijn uitspraak (mede) baseert op de inhoud van het proces-verbaal uit die instantie (onderstreping rechtbank)
Eindnoot vi: Wat betreft de mondelinge behandeling voor uitlating over de bewijslevering van 22 september 2023 hebben de advocaten de belangrijke opmerkingen vastgelegd in de overgelegde spreekaantekeningen
Eindnoot vii: Zie ook de schriftelijke verklaring van de heer [getuige 4] over de datum 23 april 2021 (laatste zin van de verklaring), productie A, 28 december 2022
Eindnoot viii: De getuige [getuige 5] heeft verklaard over een gereed product met certificering EU/USA. De certificering voor Amerika was niet gereed toen Vanderlande berichtte de samenwerking niet voort te zetten
proces-verbaal
RECHTBANK OOST-BRABANT
Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/376768 / HA ZA 21-808
Proces-verbaal van getuigenverhoren van 8, 14, 15 en 22 september 2023 ingevolge het vonnis van 1 november 2022 en proces-verbaal van mondelinge behandeling van
22 september 2023
de vennootschap naar Deens recht
LED AVIATION A/S (LED),
gevestigd te Roskilde, Denemarken,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. W.B.J. van Overbeek te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VANDERLANDE INDUSTRIES B.V. (Vanderlande),
gevestigd te Veghel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.W. Steenpoorte te 's-Hertogenbosch.
Op iedere voormelde zittingsdag is tegenwoordig mr. L.S. Frakes, rechter, en zijn de advocaten en de heer Bisschop (Vanderlande) in de zaal verschenen.
De advocaten hebben, conform de procesinstructies van de rechtbank, voor iedere getuige vooraf een schriftelijke verklaring ingediend. Deze verklaringen zijn opgemaakt in de Engelse taal. De schriftelijke verklaringen van [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 2] zijn onder ede opgemaakt. Mr. Steenpoorte heeft op 15 september 2023 producties overgelegd. Mr. Van Overbeek heeft bij akte van 19 september 2023 producties overgelegd.
De rechter heeft vastgesteld dat alle betrokkenen de Engelse taal beheersen. De rechter heeft bepaald dat de getuigen worden gehoord in de Engelse taal, zonder tolk. De volgende getuigen zijn gehoord via videoconferentie (Teams) (enquêtes en de contra-enquêtes voor beide bewijsopdrachten):
8 september: [getuige 4] , [getuige 5] en [getuige 7]
14 september: [getuige 3] en [getuige 1]
15 september: [getuige 8] en [getuige 9]
22 september: [getuige 2] , [getuige 10] en [getuige 4] .
Verwezen wordt naar de audio/video opname van de verhoren.
De getuigentaxe is, zonder bezwaar van partijen, vastgesteld op nihil voor alle getuigen.
De enquêtes en de contra-enquêtes voor beide bewijsopdrachten zijn in overleg met de advocaten gesloten. De rechter heeft een mondelinge behandeling gelast voor uitlating door de advocaten over de bewijslevering. De advocaten hebben zich op 22 september 2023 tijdens deze mondelinge behandeling uitgelaten over de bewijslevering en hun standpunten ook voor het overige toegelicht. Verwezen wordt naar de audio/video opname en naar de spreekaantekeningen, die de advocaten hebben overgelegd.
De opname van iedere zitting (getuigenverklaringen en uitlating door de advocaten) is aansluitend na afloop van iedere zitting op een usb-stick gezet en aan de advocaten verstrekt.
De zaak is verwezen naar de rol van 15 november 2023 voor vonnis.
schriftelijke weergave
RECHTBANK OOST-BRABANT
Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/376768 / HA ZA 21-808
Schriftelijke weergave van 29 november 2023
de vennootschap naar Deens recht
LED AVIATION A/S (LED),
gevestigd te Roskilde, Denemarken,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. W.B.J. van Overbeek te Amsterdam,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VANDERLANDE INDUSTRIES B.V. (Vanderlande),
gevestigd te Veghel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.W. Steenpoorte te 's-Hertogenbosch.
Onder verwijzing naar het proces-verbaal van getuigenverhoren van 8, 14, 15 en 22 september 2023 heeft de rechter deze schriftelijke weergave opgemaakt (art. 90 lid 7 Rv) (anticiperend op art. 180 lid 6 Rv (nog niet in werking getreden)). De schriftelijke weergave is de tweede bijlage bij het eindvonnis van 29 november 2023 en wordt tegelijk met dat vonnis verstrekt aan partijen.
De getuigen hebben kort samengevat, op de relevante punten en voor zover van belang voor de beoordeling, als volgt verklaard. Zie verder het proces-verbaal van de getuigenverhoren van 8, 14, 15 en 22 september 2023.
( a) [getuige 4]
Ik ben founder en CEO van LED. Ik heb het overleg over de afspraken gevoerd met Vanderlande (de heer [getuige 8] en later de heer [getuige 1] ).
Take or pay. LED was in het overleg bereid veel geld te steken in R&D-kosten zonder harde dekking ervoor; Vanderlande was niet bereid om de R&D-kosten te betalen (minuten 22-32 in de opname). De exclusiviteit was bedoeld om Vanderlande een “head start” te geven in de markt. Vanderlande nam in het eerste concept (een standaard contracttekst) een formulering op dat zij in geen geval gehouden was om iets te betalen (dit was volgens mij in strijd met de gevoerde gesprekken), maar deze formulering is geschrapt en de overeengekomen formulering (“take or pay”, minimum afnameverplichting 50 producten) is opgenomen omdat LED in de gesprekken heel duidelijk aandrong op een zekere mate van dekking voor haar kosten en in de concepten via track changes haar voorstellen aanwees. Het product was gereed voor productie en de certificaten waren geregeld, waardoor het een grote verrassing was dat Vanderlande de keuze maakte om niet af te nemen. Ik ben het niet eens met de verklaring van de heer [getuige 3] , dat de formulering over 50 producten ging over de situatie dat de producten al geproduceerd waren en opgeslagen waren in de loods maar dat Vanderlande de “delivery” nog niet had gevraagd (schriftelijke verklaring, blz. 3 onderaan). Dit is niet zo besproken met ons/LED (minuten 55-58 in de opname).
Timing. De timing was niet cruciaal voor Vanderlande (vanaf minuut 33 in de opname, en minuten 57-58). LED zou een harde planning niet hebben geaccepteerd, omdat Vanderlande in de loop van de tijd nieuwe ideeën/wensen/verwachtingen had en omdat partijen toch bezig waren met de ontwikkeling van een nieuw product, waarbij onverwachte gebeurtenissen zich kunnen voordoen. Vanderlande heeft geen signalen gegeven dat er iets aan de hand was wat betreft de timing en het bericht dat Vanderlande stopte met het project was een grote verrassing.
Tweede verklaring (22 september) over enkele producties (overgelegd door Vanderlande tijdens de getuigenverhoren) en over de verklaringen van de getuigen. Het eerste document: de presentatie (Barcelona, juni 2019). Wij hebben deze presentatie gegeven aan Vanderlande. De presentatie was als pitch bedoeld om het idee voor de onderneming uit te leggen met het oog op verkoop. De “production line” in de presentatie betreft het onderdeel “Tracy” (een component van het nieuwe product), dus niet het beoogde nieuwe product voor desinfectie. De slide “prototype” was een idee dat LED had, dus het was iets op de tekentafel op het tijdstip van de presentatie in juni 2019 (ter illustratie van wat men wilde bereiken). De verwijzing naar “test results” betrof het UV-C licht, dat in het product zou worden toegepast voor desinfectie. Productie 68 (30 april 2020) – dit hoorde bij de eerste contacten tussen LED en Vanderlande. “Building of the prototype” (enz.) betekent dat LED in de fase daarna een eerste eenvoudig prototype maakte (met het oog op certificering). “Move to production mode” – dit betekent dat LED in die fase het echte prototype kon gaan bouwen. Productie 67 (3 juli 2020) – de urgentie was duidelijk, maar de tijd die nodig zou zijn voor de productie was niet duidelijk. De heer [getuige 1] had een prijsindicatie nodig en dit was de context van de brief van 3 juli 2020. De minimale aankoopverplichting (koptekst “unit price”) is hier vastgelegd, met de datum 31 maart 2021, en zo afgesproken met de heer [getuige 1] . De heren [getuige 1] en [getuige 8] wisten dat LED een start-up was en dat het ging om productontwikkeling – de samenwerking is dus volgens mij niet te vergelijken met de aankoop van een televisie (zie de verklaring van de getuige [getuige 8] ). De wijzigingen vanuit generatie 3 naar generatie 4 leverden veel complexiteit op. Intertek ondervond veel vertragingen door corona (zie de mails). Ik dacht en hoopte dat het productie voor 31 maart 2021 klaar zou zijn.
( b) [getuige 5]
Ik ben vanaf 2020 investeerder in LED (aandelen en leningen) en ik heb deelgenomen aan het overleg over de afspraken met Vanderlande.
Take or pay. Vanderlande wenste exclusiviteit te hebben (geen andere marktpartijen) en LED mocht ongeacht de uitkomst 50 producten factureren, mits zij de producten kon leveren (vanaf minuut 4 in de opname). Er was een evenwicht in de afspraken omdat Vanderlande begreep dat LED een bepaald risico kon nemen maar niet meer dan dat; Vanderlande ( [getuige 1] ) was niet bereid de investering te financieren (omdat dan niet zeker was dat LED kon leveren) maar was wel bereid om bij te dragen in de fase waarin de levering mogelijk was, waardoor een minimum afname is afgesproken als vergoeding voor een deel van de investering door LED (€ 1,2-1,3 miljoen) (minuten 6-7 in de opname). In het eerste concept (opgesteld door Vanderlande) stond een tekst in de trant van “Vanderlande is niet verplicht ook maar iets te betalen”, maar dit was niet besproken met [getuige 1] en is dus doorgehaald (minuten 8-10 in de opname), waarna de minimum afnameverplichting is opgenomen zoals besproken met [getuige 1] (factureren kort nadat het product gereed was) (minuut 11 en minuten 18-19 in de opname). Anders dan een eerdere getuige heeft verklaard, was voor deze minimum afnameverplichting niet vereist dat de producten waren geproduceerd en in een magazijn opgeslagen; voldoende was dat de ontwikkeling was voltooid (“we had finished the development”) (minuten 9-11 in de opname). Een “swift return of the money we had invested” was de reden voor dit beding (minuut 11 in de opname). [getuige 1] zei: wij kennen de situatie van een start-up, daar heb ik ervaring mee, we (Vanderlande) gaan niet vooraf betalen, maar als jullie de “finish line” halen (product is gereed voor productie en verkoop met certificaten CE/ETO (EU/USA)) dan gaan wij bijdragen door het minimum aantal producten te kopen (om de ontwikkelingskosten te dekken) (minuten 20-22 in de opname), ook als het Vanderlande niet zou lukken om zoveel te verkopen.
Timing. De sfeer was ontspannen, er was veel vertrouwen vanuit Vanderlande en er was niets in de trant van “LED moet leveren vóór een bepaalde datum”, aldus de getuige (minuten 12-14 en 16 in de opname). Er waren wijzigingen in ontwerpen en er was een static issue (de trays waren anders dan Vanderlande had verteld niet anti-static).
( c) [getuige 7]
Ik was project leader en electrical engineer bij Vanderlande. Ik was niet betrokken bij overleg over de afspraken. Ik bevestig mijn schriftelijke verklaring (productie 66A) onder ede. Het project was een belangrijke kans om mensen veilig te houden in verband met het coronavirus. Ik heb nooit gehoord dat LED heeft gezegd dat Vanderlande zonder meer moest betalen, ook als er geen product werd geleverd. Er waren vertragingen, waardoor LED niet heeft gedaan wat zij heeft toegezegd. Voor zover ik mij kan herinneren, heb ik niet zelf gesproken met LED, maar als ik “wij hebben verteld” verklaar, dan gaat het om uitlatingen van anderen namens Vanderlande, waarover ik heb gehoord. Ik hoorde bij het technische team en was niet betrokken bij het overleg tussen de executives en de juristen.
( d) [getuige 3]
Ik bevestig mijn schriftelijke verklaring. Ik heb in dit dossier gewerkt als intern jurist (attorney) van Vanderlande. Ik heb de concept overeenkomst opgesteld. Ik heb geen contact gehad met LED, maar heb wel veel gesproken met de heer [getuige 1] over contacten met LED (dat is de bron van wetenschap over deze contacten).
De bedoeling van partijen staat in de bewoordingen van de overeenkomst. De claim van LED is moeilijk te begrijpen: het gaat volgens LED om een koopovereenkomst, maar wat heeft Vanderlande dan gekocht? Certificering in Europa en Amerika was voor rekening van LED en dat moest voor rekening van LED zo spoedig mogelijk gebeuren, met advies van Vanderlande (een exacte datum staat niet in de overeenkomst); tot de certificering was er geen koopverplichting voor Vanderlande. Volgens de overeenkomst mag iedere partij zonder aansprakelijkheid opzeggen als de certificering LED niet lukt. LED heeft eind april 2021 een gecertificeerde unit gemaakt maar de belangrijke integratie in de apparaten van Vanderlande was nog niet geregeld. Vanderlande heeft bij het aangaan van de overeenkomst gedacht dat LED veel dichterbij een product was dan in werkelijkheid achteraf bleek.
De datum 31 maart 2021 is relevant als LED de 50 units maakt en voor de verkoop op voorraad klaar heeft; dan mag LED factureren na 31 maart 2021 (het risico voor Vanderlande is dan dat de verkoop niet lukt). Verkoop zonder certificering is niet mogelijk; certificering was, zo dacht men bij het aangaan van de overeenkomst, niet moeilijk of tijdrovend. De markt is eind 2020 en in 2021, met veel vertragingen bij LED, verdampt. Na het aangaan van de overeenkomst begon Vanderlande te vermoeden dat het LED niet zou lukken.
Het ging hier niet om een investering of een partnership of iets dergelijks, maar uitsluitend om een koopovereenkomst. Het ging steeds om een “exchange of money for goods”. Het persbericht bevestigt de gedachte dat de producten snel (vierde kwartaal 2020/eerste kwartaal 2021) beschikbaar zouden zijn voor verkoop. Vanderlande was bereid het risico te accepteren dat klanten de geproduceerde units niet zouden kopen: die verkopen we wel, zo zei de heer [getuige 1] . De heer [getuige 1] heeft de instructies gegeven voor het opstellen van de overeenkomst.
Vanderlande heeft de overeenkomst opgezegd vóórdat de certificering is gelukt. Er is denk ik een schriftelijk document voor opzegging, maar ik heb dat niet bij de hand; ik heb in april 2021 intern gesprekken gevoerd voor de opzegging van de overeenkomst. Het klopt volgens mij niet dat de opzegging pas op 23 april 2021 mondeling plaatsvond. Certificering moest zo spoedig mogelijk en de levering moest vóór 31 maart 2021, dus de certificering moest ook vóór 31 maart 2021 plaatsvinden; ik verwijs naar de overeenkomst.
“Contemporaneously” (een purchase order) in de overeenkomst – Vanderlande dacht bij het aangaan van de overeenkomst dat LED al een product gereed had, waardoor de purchase order snel kon worden afgegeven. En volgens de overeenkomst moest LED voor eigen rekening ontwikkelen en produceren. LED heeft nooit producten gemaakt en heeft dus geen recht op betaling.
De zinsnede dat Vanderlande geen koopverplichting heeft, is geschrapt, maar ik heb in een andere passage het punt terug laten komen (minuut 55-56 van de opname), namelijk de voorwaarde dat er geproduceerde units moeten zijn die voor verkoop beschikbaar zijn. En die waren er niet op 31 maart 2021. En (in antwoord op een vraag van de rechtbank): in de overeenkomst staat dat opzegging mogelijk is zonder aansprakelijkheid als de certificering niet lukt (minuut 57-1:01 van de opname).
Vanderlande heeft geen enkele purchase order afgegeven omdat er al snel vermoedens waren dat het LED niet zou lukken.
( e) [getuige 1]
Ik bevestig mijn schriftelijke verklaring. Ik heb gesprekken gevoerd met LED vanaf ongeveer juni 2020 met het oog op voorbereidingen voor een overeenkomst. Er waren al vanaf juni 2019 contacten met LED. Het zag ernaar uit, op basis van de presentatie uit juni 2019, dat een prototype en productie bijna gereed waren om op de markt te brengen. Vanderlande heeft besloten vanaf juni 2020 met LED te spreken over een overeenkomst omdat LED ver gevorderd was, omdat het ontwerp elegant was en omdat het team bij Vanderlande zich zodoende met andere werkzaamheden bezig kon houden.
Week 38 (medio september 2020) was de eerste time frame dat LED heeft medegedeeld voor “production ready” (na CE en UL testing) voor de eerste 10 batches voor klanten om de processen bij klanten op te starten (minuut 9-11 in de opname). Minder dan 10 dagen later is dat week 48 geworden voor CE en week 51 voor UL, waarna ik liet weten dat dit onaanvaardbaar was omdat de klanten klaar stonden. Maart 2021 was dus geen issue; het moest veel eerder gebeuren en dit was haalbaar op basis van inlichtingen van LED. De claim van LED is volgens de verklaring ongegrond omdat het product nooit is gemaakt. De tijdsdruk was duidelijk en is zo medegedeeld aan LED: het product moest snel op de markt komen, anders was er geen markt, zeker niet voor 50 units. We dachten dat het niet nodig was termijnen voor productie/levering op te nemen, omdat we dachten dat het product al gereed was min of meer ten tijde van het aangaan van de overeenkomst. Dit was een overeenkomst voor een finished product (zie de overeenkomst), niet voor een product dat iemand nog hoopt te kunnen maken. Vanderlande verwachtte de eerste 10 units begin oktober 2020 voor testing, en dit heeft LED zelf bevestigd en het is haar meermalen medegedeeld. Het was ook geen korte termijn, het was de termijn die LED zelf mededeelde. LED heeft medegedeeld in staat te zijn de producten te maken die Vanderlande nodig zou hebben. De producten moesten snel naar de klanten voor hun testing-processen. Zie de brief van LED begin juli 2020.
De verwachting was dat 50 units uiterlijk eind maart 2021 gereed zouden zijn en aan Vanderlande zouden worden geleverd. Het verschil tussen generatie 3 en generatie 3.5/4 heeft te maken met de afmetingen van de units (mechanical dimensions).
Vanderlande heeft de overeenkomst opgezegd omdat LED niet in staat was de producten (op tijd) te leveren en hierover heb ik al vroeg intern een gesprek gevoerd met de heer [getuige 3] toen week 38 is gewijzigd in week 48 en week 51 (minuut 24 in de opname). In de loop van oktober 2020 is duidelijk geworden dat week 48/51 ook onzeker werd. Na beraad met de heer [getuige 3] was in oktober 2020 de conclusie dat er geen actie nodig was (to activate the non-performance clause) omdat er een purchase order en een deadline in de overeenkomst stonden.
Na 31 maart 2021 heb ik LED laten weten dat Vanderlande de samenwerking niet zou voortzetten. Vanderlande heeft nooit een unit ontvangen, ook niet na de opzegging, toen Vanderlande zich tijdens een gesprek bereid verklaarde naar een unit te kijken en voorbereidingen trof om een unit in ontvangst te nemen (om te beoordelen of de unit voldeed aan haar eisen en om zich in dat geval te beraden over commercialisatie).
LED had denk ik al met al te weinig capaciteit voor de producten en ook te weinig financiering, en ondervond daarom veel vertraging. Ik heb LED onmiddellijk laten weten dat de vertraging onaanvaardbaar was en dit was voor de heer [getuige 4] duidelijk. In de loop van enkele maanden was dit telkens weer een thema. Vanderlande zou Schiphol of andere klanten nooit hebben benaderd als zij zou hebben vermoed dat de door LED opgegeven planning niet correct was. Vanderlande heeft haar verkoopmensen op enig moment geïnstrueerd om klanten niet langer te benaderen en dit was in het licht van alle vertraging. “Completed” (persbericht) – Vanderlande verwachtte ten minste 50 units uiterlijk 31 maart 2021 te ontvangen.
Over de opzegging als certificering niet lukt en over de 50 units uiterlijk 31 maart 2021 (minuten 42-45 opname):
De bedoeling van Vanderlande was dat Vanderlande de 50 units aanvaardt (backstop) en betaalt, ook als zij deze niet kan verkopen (risico Vanderlande). De opzegging als de certificering niet lukt, was bedoeld voor het geval dat klanten zich meldden en eisen stelden die onredelijk zijn, maar dit is niet gebeurd. Het risico voor LED was dat de certificering niet zou lukken of dat LED er niet in slaagt de producten nogal snel (short time frame) te maken en te leveren aan Vanderlande (ook al staat de leveringstermijn niet uitdrukkelijk in de overeenkomst). De time frame was geen focus bij het aangaan van de overeenkomst omdat de short time frame voor certificering en levering toen duidelijk leek.
Tijdens het gesprek begin maart 2021 heb ik duidelijk gezegd tegen LED dat 50 units naar verwachting niet zouden worden gekocht, en heb ik aan LED voorlichting gegeven over het traject dat nodig zou zijn om units te verkopen in Noord-Amerika. Dit was de achtergrond van het Amendment dat LED vervolgens heeft opgemaakt en naar Vanderlande heeft gestuurd. Ik heb begin maart 2021 duidelijk uitgesproken dat een unit bij Vanderlande moest worden bezorgd zodat Vanderlande ernaar kon kijken – dit was het belangrijkste, en ik heb niet gereageerd op het concept Amendment omdat ik wachtte op de levering van een unit, en omdat de certificering nog langer op zich liet wachten. Per toeval viel het gesprek, waarin ik tegen LED heb gezegd dat de samenwerking niet werd voortgezet, samen in de tijd met het bericht van LED dat een certificering was ontvangen. Ik heb toen gezegd dat onder de omstandigheden opnieuw over de relatie moest worden onderhandeld; ik heb niet gezegd dat gezien de deadline alles direct moest worden beëindigd. Het concept Amendment was in het voordeel van LED geschreven (slechts uitstel enkele deadlines); Vanderlande had weinig vertrouwen meer, omdat zij zich over de planning misleid voelde, al vanaf september 2020, en ik heb dat toen tegenover LED uitgesproken; om het vertrouwen te herstellen, heb ik gevraagd een unit te sturen. Ik heb LED vele malen verteld dat ik het vertrouwen verloor of begon te verliezen; ik heb dit niet schriftelijk in een brief vastgelegd omdat ik vond dat dat niet nodig was.
( f) [getuige 8]
Ik bevestig mijn schriftelijke verklaring. Ik was en ben manager bij Vanderlande.
De urgentie was duidelijk van meet af aan (“time was of the essence”) en onze keuze voor de samenwerking met LED werd bepaald doordat LED een korte planning had verstrekt. In de corona-tijd was er haast om deze producten te leveren. Weken 34-36 2020 was de planning (voor prototype en daarna productie), dus het testen door Vanderlande kon al in augustus 2020 plaatsvinden en leveringen aan klanten in september 2020. Het gaat om een leveringsovereenkomst (betaling tegen ontvangst van producten). We zaten in onze perceptie dichtbij een product, maar dit bleek anders te zijn. In 2019 was er al een prototype, dachten we. Eerst moet je de technologie bewijzen en dan pas kun je het product maken; toen we spraken over testen in de zomer van 2020, dachten we dat er een product dichtbij moest zijn. De production line (presentatie juni 2019) was de plek waar de productie zou plaatsvinden.
Revenue forecast (presentatie juni 2019) – er staat een bedrag al in 2020, dus “manufactured certified working units” in dat jaar, dachten we. “Acquired” betekent leveringen net als bij een televisie (“solid finished product we can sell”) (brief 3 juli 2020). Mijn perceptie was dat batches van 10 units al in het najaar 2020 zouden worden geleverd waardoor er uiterlijk 31 maart 2021 50 geleverde units zouden zijn. Mail 26 mei 2020 – de verwachting was dat er snel producten leverbaar zouden zijn (“window of opportunity” wordt gemist als we nu niet snel handelen, dat heb ik geschreven aan LED).
Vanderlande heeft beëindigd omdat er geen product meer ging komen die binnen de market window zou kunnen worden verkocht. De test in Kopenhagen was al in november (dus toen al 3-4 maanden vertraging), dat is veel meer dan kan zijn veroorzaakt door corona. LED was overmoedig (“overconfident”) en heeft meer beloofd dan zij waar kon maken. Vanderlande heeft bij TSA (Amerikaanse overheid, belangrijke klant) een presentatie gegeven in de zomer van 2020 omdat er de verwachting was dat er snel producten zouden komen. Er was veel vertrouwen in die tijd: ik geloofde de (achteraf: wellicht misleidende) mededelingen van LED over de planning en de haalbaarheid. Het persbericht betekent dat leveringen in het vierde kwartaal 2020 plaatsvinden (“supplying”, dus installatie in de luchthavens). Alle producten moesten dus in het eerste kwartaal van 2021 worden gemaakt.
Ik had in de eerste fase (vanaf maart 2020 – eind juni 2020) zelf contacten met LED ( [getuige 4] ), maar daarna werden veel contacten met LED overgenomen door [getuige 1] , terwijl ik binnen Vanderlande op de hoogte werd gehouden. In de eerste fase was ik verantwoordelijk voor het product van Vanderlande.
Vanderlande maakte duidelijk dat zij niet bereid was te betalen voor ontwikkelkosten, maar die mochten uiteraard zoals altijd worden meegenomen in de prijsstelling van de producten. Vanderlande heeft al vóór het aangaan van de overeenkomst over het product gesproken met klanten zoals TSA en Vanderlande heeft LED hierover ingelicht. Vanderlande heeft kansen in de markt (bij aanbestedingen hier of daar) verloren doordat dit product niet beschikbaar was.
( g) [getuige 9]
Ik bevestig mijn schriftelijke verklaring. Ik was op de relevante tijdstippen en ben nog steeds werkzaam bij de marketingafdeling van Vanderlande. Ik heb contact gehad met de heer [getuige 4] over het marketingmateriaal en over het persbericht in 2020 (maar niet over de timing van leveringen). Er was toen bij luchthavens veel interesse voor dit product. Daarom was er haast bij. Ik heb dit persbericht toen zo begrepen dat LED de producten in het eerste kwartaal van 2021 zou leveren aan Vanderlande.
( h) [getuige 2]
Ik bevestig mijn schriftelijke verklaring. Ik heb geen contact gehad met Vanderlande. Ik heb in 2020 als advocaat van LED naar de concept overeenkomst gekeken. Ik heb veel contact gehad met [getuige 4] . [getuige 4] heeft tegen mij gezegd dat een specifieke minimale aankoopverplichting voor Vanderlande was afgesproken. Ik heb opmerkingen gemaakt om langs deze lijnen een take-or-pay verbintenis – al vanaf het aangaan van de overeenkomst – in de overeenkomst op te nemen. Vanderlande heeft de voorgestelde tekst geaccepteerd (dus hoe dan ook betalen, ook als de klant niet afneemt). De timing was een “open-ended obligation” (op grond van mijn contacten met [getuige 4] ), omdat, zeker in het corona-tijdperk, niet duidelijk was hoe het werk zou verlopen. Er waren dus geen deadlines, anders dan 31 maart 2021 (het was niet binnen de “parties’ control” om een datum vast te stellen voor de nakoming). LED mocht in elk geval na 31 maart 2021 de 50 exemplaren factureren; LED had het geld nodig voor kosten zoals salarissen. Ik verklaar over artikel 2.3.3 van de overeenkomst dat ik deze tekst heb opgenomen als “emergency exit” voor het geval dat het werk veel duurder zou worden (dan moeten partijen te goeder trouw overleggen, waarna “termination” mogelijk is).
( i) [getuige 10]
Ik bevestig mijn schriftelijke verklaring. Ik was erbij betrokken vanaf mei 2020. Er was duidelijk tijdsdruk (“it was urgent”) omdat het ging om het corona-tijdperk en omdat de eerste leveringen, zo begreep ik, al in september 2020 zouden plaatsvinden (zo begreep het R&D-team de situatie). Ik was niet betrokken bij het maken van de afspraken, maar het ging om een koopovereenkomst. LED heeft veel vertragingen ondervonden. Er waren geen belangrijke verschillen tussen de generaties (3 en 4); het betrof uitsluitend een andere vorm. Ik heb geen contact gehad met Intertek over certificering, maar LED heeft mij (en het team) op de hoogte gehouden van de voortgang.
Deze schriftelijke weergave is op 29 november 2023 opgemaakt door mr. L.S. Frakes, rechter.