Daartoe verwijst hij allereerst naar rechtsoverweging 4.12.2 van het tussenvonnis waarin is geoordeeld dat inzake de overuren er vanaf april 2018 in elk jaar steeds sprake was van 12 drukke weken en over 2022 van 3 drukke weken. Over die weken heeft [eiser] - aldus de kantonrechter - recht op betaling van de compensatie van 150%.
Oostappen gaat er in haar berekening van uit dat elke werknemer begint in periodiek 0 en dat dit het uitganspunt is bij indiensttreding; op basis van dit standpunt begint zij te tellen. Dat is volgens [eiser] een verkeerde benadering. De cao recreatie 2015 schrijft namelijk in artikel 15 ook voor: “De werkgever kan de werknemer op grond van kennis en/of ervaring een hoger salaris toekennen dan dat bij 0 functieperiodieken”. En zo dient ook volgens [eiser] naar deze zaak te worden gekeken
Het is niet vol te houden dat [eiser] , een werknemer met meer dan 20 jaar ervaring in de Horeca die in dienst komt, in een aanloopschaal met periodiek 0 komt.
Om een concreet aanknopingspunt te hebben, wijst [eiser] op het volgende:
[eiser] ontving in november 2017 conform de loonstrook een salaris van € 2.500 bruto per
maand. Dat komt volgens bijlage ID van de CAO recreatie 2017 neer op het salaris dat past
bij (destijds) schaal 6 / periodiek 7.
Daarmee staat al vast dat [eiser] in 2015 niet is binnengetreden in periodiek 0 (zoals
Oostappen stelt); dit zou overigens ook bijzonder vreemd zijn bij iemand van 49 jaar
met meer dan 20 jaar ervaring in de Horeca.
Blijkens artikel 15 van de CAO wordt de werknemer in de regel jaarlijks per 1 januari in een
hogere functie-periodiek ingedeeld, mits hij minimaal een jaar op dat functieniveau is
ingedeeld. Dat houdt in elk geval de volgende indeling per periodiek in:
-1 januari 2017 -> periodiek 7
-1 januari 2018 -> periodiek 8
-1 januari 2019 -> periodiek 9
-1 januari 2020 -> periodiek 10
-1 januari 2021 -> periodiek 11 (zijnde de maximale periodiek)
-1 januari 2022 -> periodiek 11
-1 januari 2023 -> periodiek 11
Voor de berekening van het gemiste loon (en de overuren) dienen dan ook deze periodieken
te worden aangehouden, maar dan toegepast met salarisschaal 7 in plaats van 6 (zie r.o. 2.19
en vanwege de verjaringstermijn dan vanaf 21 december 2018 voor het te laag ingeschaalde
loon en vanaf april 2018 voor wat betreft de overuren).