zaaknummer / rolnummer: C/08/179859 / KG ZA 15-393
Vonnis in kort geding van 14 december 2015
in de zaak van
[eiser]
,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. C.G. Mensink te Borne,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
RECREATIEPARK DE TOLPLAS B.V.,
statutair gevestigd te Hoge Hexel en kantoorhoudende te Doetinchem,
gedaagde,
verschenen in de persoon van de heer H.M.M. Molenaar, statutair directeur,
Partijen zullen hierna [eiser] en De Tolplas genoemd worden.
1 De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
de dagvaarding
-
de akte wijziging van eis
-
de mondelinge behandeling.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2 De feiten
2.1.
[eiser] is eigenaar van een recreatiewoning op het recreatiepark De Tolplas.
2.2.
Tussen [eiser] en De Tolplas bestaat een geschil met betrekking tot door
De Tolplas in rekening gebrachte en door [eiser] betwiste kosten. [eiser] heeft de door hem betwiste vorderingen van de Tolplas niet betaald.
2.3.
Omdat [eiser] weigert om de vorderingen te betalen, heeft De Tolplas de woning van [eiser] op 7 december 2015 afgesloten van het elektriciteitsnetwerk.
3. Het geschil
3.1.
[eiser] vordert na vermeerdering van eis samengevat - dat De Tolplas wordt veroordeeld om de woning van [eiser] weer aan te sluiten en aangesloten te houden op het gas- en elektriciteitsnetwerk, op straffe van verbeurte van een dwangsom, alsmede De Tolplas te veroordelen in de kosten van deze procedure, de nakosten daaronder begrepen.
3.2.
De Tolplas voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4 De beoordeling
4.1.
De rechtbank stelt vast dat [eiser] twee partijen heeft gedagvaard, te weten
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Recreatiepark De Tolplas B.V. en 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Recreatiepark De Tolplas Beheer B.V. (verder: de Beheer B.V.) Ter zitting is door de heer Molenaar (verder: Molenaar) te kennen gegeven dat hij statutair directeur is van de eerstgenoemde gedaagde partij en dat hij enkel namens deze partij is verschenen. Molenaar heeft te kennen gegeven dat de Beheer B.V. die tevens door [eiser] is gedagvaard, geen partij is in dit geschil. Nu dat door [eiser] niet is betwist, zal de Beheer B.V. niet als gedaagde partij in dit geschil worden vermeld.
4.2.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft [eiser] spoedeisend belang bij zijn vorderingen, mede omdat hij voor het verwarmen van zijn woning afhankelijk is van aansluiting op het elektriciteitsnetwerk.
4.3.
Ter zitting is gebleken dat partijen een slepend conflict hebben over vorderingen die De Tolplas op [eiser] over een weer op elkaar stellen te hebben. Het geschil heeft inmiddels zelfs zover gevoerd dat het Hof op 13 mei 2014 een arrest heeft gewezen. Dit heeft het geschil tussen partijen kennelijk niet definitief kunnen beslechten, aangezien partijen elkaar in de haren blijven vliegen. Uit de stellingen van [eiser] leidt de voorzieningenrechter af dat hij vorderingen die hij op De Tolplas stelt te hebben wil verrekenen met hetgeen De Tolplas nog van hem te goed heeft. Omdat [eiser] naar zijn zeggen niet voldoende inzicht heeft op de verschillende openstaande posten is een dergelijke verrekening op dit moment niet haalbaar. Daarin heeft [eiser] aanleiding gezien om de betalingen aan De Tolplas te schorten. Nadat er volgens Molenaar uitgebreid met [eiser] is gecorrespondeerd zonder dat dit tot een oplossing heeft geleid, heeft De Tolplas geen andere uitweg gezien dan de woning van [eiser] niet langer van elektriciteit te voorzien. De gasvoorziening is in stand gelaten.
4.4.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter handelen beide partijen hiermee onrechtmatig jegens elkaar en is sprake van (ontoelaatbare) eigenrichting. In deze procedure is echter enkel de afsluiting van het elektriciteitsnetwerk door De Tolplas aan de orde. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is dit in de onderhavige situatie niet het middel om betaling van achterstallige bedragen af te dwingen. Niet alleen is de afsluiting een zwaar middel, omdat [eiser] - die permanent in de woning op het recreatiepark woont - door de afsluiting geen elektriciteit en daardoor in de winterperiode ook geen verwarming meer heeft, waardoor hij wordt geraakt in zijn primaire levensbehoeften. Ook staan De Tolplas nog andere middelen ter beschikking ter inning van de vorderingen op [eiser] . Ter zitting is immers gebleken dat De Tolplas het op 13 mei 2014 in hoger beroep gewezen arrest opnieuw aan [eiser] heeft laten betekenen. Naar het voorshandse oordeel van de voorzieningenrechter is executie van dit vonnis de aangewezen weg. In dit licht bezien moet het belang van [eiser] zwaarder wegen dan dat van De Tolplas. De Tolplas dient de woning van [eiser] dan ook zo snel mogelijk weer te voorzien van elektriciteit.
4.5.
Nu de heer Molenaar ter zitting heeft toegezegd dat De Tolplas de elektriciteitsvoorziening naar de woning nog diezelfde dag, derhalve nog op
10 december 2015, zal herstellen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de gevorderde heraansluiting op het netwerk toe te wijzen op na te melden wijze, maar niet op straffe van verbeurte van een dwangsom, zoals door [eiser] is gevorderd. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat partijen na het verhandelde ter zitting inzien, dat zijn gezamenlijk tot een oplossing van hun geschil dienen te komen en gaat ervan uit dat zij daarin voor 1 april 2016 zullen slagen.
4.6.
In de gang van zaken ziet de voorzieningenrechter eveneens aanleiding om de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5 De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt De Tolplas om de aan [eiser] in eigendom toebehorende woning op 10 december 2015 weer aan te sluiten en in ieder geval tot 1 april 2016 aangesloten te houden op het elektriciteitsnetwerk,
5.2.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
compenseert de kosten van deze procedure, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. van der Veer en in het openbaar uitgesproken op