De door werkneemster gevolgde cursussen, workshops en trainingen hebben betrekking gehad op de volgende onderwerpen: ‘kleurenanalyse’, ‘open communicatie’, ‘krachtig leiderschap’, ‘creativiteit en innovatie’, ‘inzicht en invloed’, ‘veranderprocessen’, ‘het nieuwe werkoverleg’, ‘appreciative inquiry’ en ‘Lean Six Sigma Greenbelt’.
Het betreffen - behoudens de kleurenanalyse - onderwerpen die opleiden tot kennis en/of vaardigheden die (ook) van waarde zijn voor het werk in de eigen functie bij de Stichting en derhalve niet alleen voor functies buiten de eigen functie bij de Stichting. Ze zijn immers voor de (overheids-)manager verdiepend en verbredend. Het betreffen geen cursussen, workshops of trainingen, ook de kleurenanalyse1 niet, die tot wezenlijk andere kennis en/of vaardigheden leiden en die niet passen binnen een normale ontwikkeling in de functie van een overheidsmanager.
De ontwikkeling van werkneemster middels genoemde cursussen, workshops en trainingen heeft derhalve (ook) plaatsgevonden ten behoeve van de Stichting die, blijkens haar statuten, (ook) tot doel heeft het detacheren van overheidsmanagers ten behoeve van een flexibele overheid. Werkneemster was (feitelijk), middels detachering door de Stichting, in de functie 'overheidsmanager' werkzaam. De cursussen, workshops en trainingen die werkneemster volgde, hebben derhalve niet alleen tot haar bredere inzetbaarheid na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst met de Stichting geleid, maar ook tot haar bredere inzetbaarheid tijdens haar dienstverband met de Stichting. Dat in de schriftelijke arbeidsovereenkomst is opgenomen: 'De functie van werknemer bij aanvang van de overeenkomst is nader te bepalen', en daar niet de functie 'overheidsmanager' staat vermeld, doet daaraan, anders dan door de Stichting is aangevoerd, niet af. Het is voor de Stichting en werkneemster, gelet op de doelstelling van de Stichting geformuleerd in haar statuten (o.m. het ontwikkelen en detacheren van overheidsmanagers) en de gesloten arbeidsovereenkomst, zonder meer duidelijk geweest dat werkneemster telkens als overheidsmanager zou worden gedetacheerd. Daar is ook invulling aan gegeven.
Nu de cursussen, workshops en trainingen ook hebben geleid tot een bredere inzetbaarheid van werkneemster bij de Stichting, is van inzetbaarheidskosten in enge zin (als bedoeld in de parlementair geschiedenis en het eerste deel van de Nota van Toelichting) geen sprake.