4.4
Het oordeel van de rechtbank
Voor het winnen van schelpen op de Waddenzee, de Noordzeekustzone en de Noordzee zijn schelpenwingebieden samengesteld door de afdeling vergunningverlening van Rijkswaterstaat. RWS-NN is voor de Ontgrondingenwet op de Waddenzee en de Noordzeekustzone het bevoegd gezag, Rijkswaterstaat Zee en Delta (RWS-Z&D) voor de Noordzee.
RWS-NN heeft op 16 januari 2014 voor het winnen van schelpen op de Waddenzee en de Noordzeekustzone in de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 aan medeverdachte [verdacht bedrijf 1] Holding B.V. ( [verdacht bedrijf 1] ) een vergunning verleend met kenmerk RWS-2014/949.12 Voorschrift 1 van de vergunning betreft het ‘Wingebied’. In dat voorschrift is bepaald dat de winning van schelpen uitsluitend mag plaatsvinden binnen de schelpenwingebieden die zijn opgenomen op de kaarten welke als bijlage 2 zijn toegevoegd aan de vergunning.3
RWS-Z&D heeft op 7 november 2013 voor het winnen van schelpen op de Noordzee in de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2016 aan [verdacht bedrijf 1] een vergunning verleend met kenmerk RWS-2013/55927.45 Voorschrift 1.1 van de vergunning vermeldt dat de winning alleen mag worden uitgevoerd binnen het gebied zoals aangegeven op de bij de vergunning behorende indicatieve tekening NZWS 2013-361.6
Het winnen van de schelpen heeft feitelijk plaatsgevonden met het schelpenwinvaartuig “ [naam schip] ”. Dit schip is eigendom van medeverdachte [verdacht bedrijf 2] B.V. ( [verdacht bedrijf 2] ). De gewonnen schelpen worden aangeleverd bij verdachte. Verdachte betaalt voor de gewonnen schelpen een vergoeding aan [verdacht bedrijf 2] . Van de gewonnen hoeveelheden schelpen doet [verdacht bedrijf 1] maandelijks aangifte bij het RVB en bij het desbetreffende gezag. Op basis van deze maandelijkse aangifte is [verdacht bedrijf 1] een bedrag verschuldigd aan het RVB. De maandelijks door het RVB aan [verdacht bedrijf 1] in rekening gebrachte kosten ter zake de gewonnen schelpen (op basis van de maandelijkse aangifte) worden als domeinkosten doorberekend. Maandelijks worden deze domeinkosten door [verdacht bedrijf 1] doorberekend / gefactureerd aan verdachte. De gewonnen schelpen worden uiteindelijk door verdachte verkocht en/of verwerkt tot een ander product.7
Medeverdachte [kapitein] is werkzaam voor [verdacht bedrijf 2] en gezagvoerder / kapitein op “ [naam schip] ”. Hij is verantwoordelijk voor de winning van de schelpen. [kapitein] wordt aangestuurd door medeverdachte [administrateur] .8
Medeverdachte [administrateur] is in loondienst bij verdachte, treedt op als procuratiehouder en is gevolmachtigde voor verdachte. Hij draagt zorg voor de administratie van [verdacht bedrijf 1] , [verdacht bedrijf 2] en verdachte. [administrateur] heeft ook het beheer van “ [naam schip] ” in portefeuille. Hij stuurt [kapitein] aan, bepaalt welke schelpen nodig zijn en waar deze schelpen gewonnen moeten worden. De maandelijks gewonnen schelpen worden door [administrateur] gemeld bij het bevoegde gezag en hij dient de maandelijkse aangifte in bij het RVB.910
De directeur van [verdacht bedrijf 1] , [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] , heeft verklaard dat hij, volgens de structuur van de vennootschappen, ook de directie over verdachte voert met alle verantwoordelijkheden die dat met zich meebrengt. [administrateur] regelt volgens [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] alles wat met het schip te maken heeft. [administrateur] is als procuratiehouder bevoegd betalingen namens verdachte te doen. [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] heeft geen contact met [kapitein] , [administrateur] stuurt hem aan. [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] weet dat door Rijkswaterstaat is aangegeven dat er buiten het gebied werd gewonnen. Hij heeft naar zijn zeggen aan [administrateur] de duidelijke instructie gegeven dat daarop goed gelet moest worden. De administratie en opgave met betrekking tot de schelpenwinning wordt overgelaten aan [administrateur] , evenals de facturatie. [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] heeft verklaard op basis van vertrouwen te handelen. De opbrengst van de schelpen komt bij verdachte terecht. Verdachte is volgens [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] het eigenlijke bedrijf.11
[administrateur] heeft verklaard dat [verdacht bedrijf 1] de vergunningen heeft voor het zuigen van de schelpen die bij verdachte nodig zijn. Verdachte huurt in feite daarvoor het schip van [verdacht bedrijf 2] . [administrateur] plant het schip in en geeft opdracht waar de schelpen moeten worden gewonnen en welke hoeveelheid. Hij geeft de planning door aan [kapitein] . De vergunningen met bijbehorende kaarten zijn aan boord van “ [naam schip] ”. [administrateur] geeft door of op de Waddenzee en of er binnen of buiten de eilanden, gezogen moet worden.12
Het Stortemelk is volgens [administrateur] een belangrijk gebied, omdat daar grotere schelpen zitten. [administrateur] is ermee bekend dat ze per e-mail door de heer [toezichthouder] zijn aangesproken op het zuigen buiten de vergunde gebieden. [administrateur] heeft [kapitein] daarover aangesproken, omdat hij weet dat ze binnen het vergunde vak moeten blijven. [administrateur] weet niet meer hoe hij het verder binnen het bedrijf heeft besproken.1314
[kapitein] heeft bevestigd dat de vergunningen aan boord zijn van “ [naam schip] ”. Hij heeft dagelijks contact met [administrateur] over de winning. [kapitein] heeft bericht ontvangen van [administrateur] dat ze in het Zuider Stortemelk buiten het vergunde gebied lagen. De schelpen die ze het beste kunnen gebruiken liggen volgens [kapitein] in het Zuider Stortemelk, doordat de schelpen de zeegaten opzoeken. [kapitein] heeft verklaard dat hij op het randje van het vergunde gebied of net daarbuiten ging winnen, zodat ze sneller klaar waren. Hij heeft dat ook meegedeeld aan [administrateur] . [administrateur] heeft dat verder niet gecorrigeerd.1516
Om te kunnen controleren dat de schelpen gewonnen worden in de daarvoor aangewezen schelpenwingebieden is “ [naam schip] ” uitgerust met een blackbox systeem. Dit systeem meet en registreert veelvuldig onder meer de vaarsnelheid van het vaartuig en de plaats waar het vaartuig zich bevindt. Rijkswaterstaat kan deze blackbox-gegevens uitlezen.17
Getuige [toezichthouder] heeft verklaard dat hij toezichthouder is bij Rijkswaterstaat. Hij heeft in 2013 meerdere malen contact gehad met [verdacht bedrijf 1] over diverse door hem geconstateerde overtredingen. Contactpersoon voor [toezichthouder] was [administrateur] . Omdat er geen gevolg werd gegeven aan de constateringen van [toezichthouder] heeft hij in 2014 opgeschaald naar de afdeling handhaving.18
In de ten laste gelegde periode zijn door “ [naam schip] ” verschillende reizen gemaakt waarbij opzettelijk zonder vergunning is ontgrond, oftewel waarbij schelpen zijn gewonnen buiten de vergunde gebieden. Medeverdachten [verdacht bedrijf 1] en [verdacht bedrijf 2] zijn bij vonnis van heden daarvoor veroordeeld. Daarnaast zijn ten aanzien van een aantal reizen valselijk opgemaakte ladingsbonnen gebruikt. Daarvoor is [verdacht bedrijf 1] bij vonnis van heden veroordeeld.
De gewonnen schelpen zijn tegen een vergoeding van € 11,75 per m3 overgedragen aan verdachte. Onder deze schelpen bevonden zich derhalve ook schelpen die buiten het vergunde gebied zijn gewonnen. Deze buiten het vergunde gebied gewonnen schelpen zijn direct dan wel indirect (na be- of verwerking tot een product) door verdachte verkocht aan derden (op de markt gebracht) dan wel eerst opgeslagen om vervolgens te worden verkocht aan een derde partij.19
Uit de genoemde bewijsmiddelen leidt de rechtbank af dat zowel [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] als [administrateur] wisten dat een deel van de schelpen afkomstig was uit misdrijf. [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] heeft de instructie gegeven dat “ [naam schip] ” niet meer buiten het vergunde gebied mocht winnen, maar heeft het verder volledig overgelaten aan [administrateur] . [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] heeft verklaard dat hij als (feitelijk) directeur verantwoordelijk was, maar blind heeft vertrouwd op [administrateur] . [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] heeft geen enkele nadere actie ondernomen om te controleren of de winning op de juiste wijze plaatsvond.
[administrateur] was niet enkel in loondienst van verdachte, maar ook procuratiehouder en, gelet op het uittreksel van de Kamer van Koophandel, enig gevolmachtigde voor verdachte. [administrateur] wist dat er buiten de vergunde gebieden werd gewonnen. Hij heeft [kapitein] daar een e-mail over gestuurd. Verder heeft [administrateur] ter zake eveneens niets ondernomen. Dit, terwijl hij meermalen was gewaarschuwd door Rijkswaterstaat, er middels de blackbox een controle systeem beschikbaar was en [kapitein] hem er op heeft gewezen dat hij op het randje en net buiten het vergunde gebied schelpen won.
Geconcludeerd kan worden dat, gelet op de door de Hoge Raad geformuleerde criteria, de verboden gedraging heeft plaatsgevonden binnen de sfeer van de rechtspersoon, zodat deze gedraging aan verdachte kan worden toegerekend.
Met hun kennelijke onverschilligheid hebben zowel [directeur verdacht bedrijf 1 en 3] als [administrateur] op zijn minst de aanmerkelijk kans aanvaard dat er buiten de vergunde gebieden werd gewonnen. Dit (voorwaardelijk) opzettelijk handelen van de (feitelijk) directeur en de procuratiehouder kan aan verdachte worden toegerekend.
Tijdens het proces van het winnen van de schelpen, het transport, de opslag, de be- en verwerking en de verkoop van de schelpen is er op meerdere momenten vermenging opgetreden tussen de schelpen die gewonnen zijn binnen de vergunde schelpenwingebieden en de schelpen die gewonnen zijn buiten de vergunde schelpenwingebieden. Hierdoor is niet meer concreet vast te stellen welke schelpen, en met die schelpen gefabriceerde producten, voortkomen uit misdrijf en welke niet. Dit is evenmin vast te stellen ten aanzien van de opbrengst van die schelpen / producten.
Aangezien de hoeveelheid schelpen die buiten de vergunde gebieden is gewonnen een substantieel deel betreft van de totale hoeveelheid gewonnen schelpen en de vermenging gedurende de ten laste gelegde periode continu heeft plaats gevonden, leidt dit tot de conclusie dat door deze vermenging de hele voorraad schelpen en de opbrengst daarvan als gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - van misdrijf afkomstig moet worden aangemerkt.20
Gelet op de lange periode waarin de schelpen buiten de vergunde gebieden zijn gewonnen, alsmede de frequentie waarmee dat gebeurde, kan bovendien worden geconcludeerd dat verdachte van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.