Van de zijde van [eiser] is ter comparitie verklaard dat hij in dienst is van [naam werkgever 1] en daar € 50.000,- bruto exclusief vakantietoeslag per jaar verdient. Hij is medio 2016 ziek geworden, zit in het tweede spoor en is op zoek naar een andere werkgever. Het verlies aan verdienvermogen valt uiteen in twee onderdelen: een terugval in inkomen als hij uitvalt en minder inkomen per maand vanwege de latere toetreding tot de arbeidsmarkt. Ter zitting is besproken dat [eiser] de jaaropgaven vanaf 2011 dient te overleggen, alsmede een onder-bouwing van het inkomen dat iemand met een vergelijkbare opleiding als [eiser] zou hebben genoten.
2.5.1.
De rechtbank overweegt als volgt. Nu de jaaropgaven van [eiser] vanaf 2011 zijn overgelegd acht de rechtbank zich thans, gezien ook het standpunt van [eiser] omtrent zijn inkomen indien het misbruik hem niet overkomen zou zijn, in staat de schade te begroten, en wel als volgt.
[eiser] is in 2011 aan het werk gegaan en in 2012 afgestudeerd. Bij de begroting van de schade gaat de rechtbank er van uit dat, het misbruik weggedacht, [eiser] redelijkerwijs medio 2010 zou zijn afgestudeerd en de arbeidsmarkt zou hebben betreden. Bij de berekening van de schade van [eiser] neemt de rechtbank in aanmerking dat [eiser] , zoals hij in de dagvaarding heeft gesteld en [gedaagde] onvoldoende gemotiveerd heeft betwist, het misbruik weggedacht na 2,5 jaar na aanvang van zijn werkzame leven, dat wil zeggen op
1 januari 2013 circa € 3.400,- bruto per maand zou hebben moeten verdienen.
De schade bestaat dan uit gemist inkomen over 2010 en (eventueel) een lager inkomen in de jaren daarna.
2.5.2.
[eiser] heeft de jaaropgaven vanaf 2011 in het geding gebracht. Daaruit blijkt van de volgende bruto jaarinkomsten uit arbeid:
- 2011 € 35.763,- [naam werkgever 2]
- 2012 € 43.269,- [naam werkgever 2]
- 2013 € 45.516,- [naam werkgever 2] en [naam werkgever 3]
- 2014 € 53.298,- [naam werkgever 3]
- 2015 € 27.761,- [naam werkgever 1] (plus circa € 27.000,- [naam werkgever 3] )
- 2016 € 65.285,- [naam werkgever 1]
- 2017 € 66.929,- [naam werkgever 1]
Het gemiste inkomen over 2010 kan, nu het gaat om schadevergoeding, gesteld worden op het netto-equivalent van de helft van het bedrag van het inkomen bij [naam werkgever 2] over 2011, dat is blijkens de jaaropgave 2011 € 11.356,-. In 2011 heeft [eiser] in totaal € 35.763,- bruto verdiend, dat is circa € 2.750,- bruto per maand. Ervan uitgaand dat hij in gelijkmatige stappen van € 2.750,- bruto per maand medio 2010 (het moment waarop hij de arbeidsmarkt op had kunnen komen) naar € 3.400,- bruto per maand per 1 januari 2013 zou zijn gegaan, had hij in 2011 ongeveer € 2.950,- bruto per maand moeten verdienen. Hij verdiende toen
€ 2.750,- bruto per maand, zodat de schade kan worden gesteld op een bedrag van € 200,- bruto per maand, dat is € 2.400,- op jaarbasis. Bij een belastingtarief van 42% is de netto schade € 1.392,-. In 2012 had [eiser] circa € 3.175,- bruto per maand moeten verdienen. Hij verdiende in dat jaar circa € 3.300,- bruto per jaar. In 2012 is dus geen sprake van verlies aan verdienvermogen. In 2013 verdiende [eiser] plusminus € 3.500,- bruto per maand, aldus meer dan € 3.400,- bruto per maand. In 2013 doet zich derhalve evenmin een verlies aan arbeidsvermogen voor. Ten aanzien van de jaren na 2013 geldt dat [eiser] niet, althans onvoldoende heeft onderbouwd dat hij als gevolg van het misbruik in die jaren minder heeft verdiend dan hij, het misbruik weggedacht, zou hebben verdiend. Mogelijke terugval in inkomen als hij uitvalt heeft [eiser] pas bij akte na comparitie als zodanig als schadepost naar voren gebracht. Bovendien is deze schadepost niet nader onderbouwd. De rechtbank zal hier dan ook verder aan voorbijgaan.
2.5.3.
De schade van [eiser] ter zake van verlies aan arbeidsvermogen kan gelet op het vorenstaande worden begroot op (€ 11.356,- + € 1.392,- =) € 12.748,- x 80% is € 10.198,40. Het ter zake van studievertraging en verlies aan arbeidsvermogen meer gevorderde zal worden afgewezen.