2 De tenlastelegging
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 29 juli 2019, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: feitelijk leiding heeft gegeven aan het al dan niet met een ander, namens [bedrijf] B.V. indienen van onjuiste aangiften loonheffing;
feit 2: feitelijk leiding heeft gegeven aan het al dan niet met een ander, namens [bedrijf] B.V. indienen van onjuiste aangiften omzetbelasting;
feit 3 primair: feitelijk leiding heeft gegeven geven aan het door [bedrijf] B.V, al dan niet met een ander, haar administratie opzettelijk niet overeenkomstig de eisen van de Belastingwet voeren;
feit 3 subsidiair: feitelijk leiding heeft gegeven aan het door [bedrijf] B.V, al dan niet met een ander, haar administratie opzettelijk niet bewaren;
feit 4: al dan niet met een ander, namens eenmanszaak [bedrijf] onjuiste aangiften omzetbelasting heeft gedaan;
feit 5 primair: al dan niet met een ander, zijn administratie opzettelijk niet overeenkomstig de eisen van de Belastingwet heeft gevoerd;
feit 5 subsidiair: al dan niet met een ander, zijn administratie opzettelijk niet heeft bewaard.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
de besloten vennootschap [bedrijf] BV in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 31 mei 2016, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n) als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de loonheffing ten name van de besloten vennootschap [bedrijf] BV (DOC-003, pagina 606 e.v.), te weten waaronder in ieder geval de aangiften over de tijdvakken:
-het derde tijdvak 2014 (DOC-027, p. 689), en/of
-het zesde tijdvak 2014 (DOC-030, p. 692), en/of
-het elfde tijdvak 2014 (DOC-035, p. 697), en/of
-het derde tijdvak 2015 (DOC-040, p. 702), en/of
-het zesde tijdvak 2015 (DOC-043, p. 705), en/of
-het elfde tijdvak 2015 (DOC-048, p. 710), en/of
-het derde tijdvak 2016 (DOC-053, p. 715)
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, althans heeft/hebben doen of laten doen, immers heeft/hebben genoemde besloten vennootschap en/of haar mededader(s), (telkens) opzettelijk op die bij de inspecteur der belastingen te Apeldoorn ingeleverde (voorgenoemde) aangifte(n) voor de loonheffing een onjuist althans een te laag bedrag aan belasting opgegeven en/of vermeld en/of een te hoog bedrag aan voorbelasting opgegeven, althans heeft/hebben doen of laten opgeven en/of vermelden,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting
werd geheven, zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet samen met één of meer ander(en),
tot bovenomschreven strafbare feit opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke
leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging;
2
de besloten vennootschap [bedrijf] BV in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 31 mei 2016, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of een of meer natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n) als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van de besloten vennootschap [bedrijf] BV (DOC-004, pagina 614 e.v.), te weten waaronder in ieder geval de aangiften over de tijdvakken:
-het eerste kwartaal van 2014 (DOC-017, p. 677), en/of
-het derde kwartaal van 2014 (DOC-019, p. 679), en/of
-het eerste kwartaal van 2015 (DOC-011, p. 651), en/of
-het derde kwartaal van 2015 (DOC-013, p. 657), en/of
-het eerste kwartaal van 2016 (DOC-015, p. 663)
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, althans heeft/hebben doen of laten doen, immers heeft/hebben genoemde besloten vennootschap en/of haar mededader(s), (telkens) opzettelijk op die bij de inspecteur der belastingen te Apeldoorn ingeleverde (voorgenoemde) aangifte(n) voor de omzetbelasting (telkens) een onjuist althans een te laag bedrag aan belasting opgegeven en/of vermeld en/of een te hoog bedrag aan voorbelasting opgegeven, althans heeft/hebben doen of laten opgeven en/of vermelden, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven, zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet samen met één of meer ander(en),
tot bovenomschreven strafbare feit opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke
leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging;
3
de besloten vennootschap [bedrijf] BV in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 5 april 2017, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk, als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de Belastingwet gestelde eisen, opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd, immers, heeft/hebben [bedrijf] BV, en/of haar mededader(s), (telkens) opzettelijk,
-de administratie niet zodanig ingericht en/of niet gevoerd en/of de gegevensdragers niet zodanig bewaard, dat controle daarvan door de inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk is, en/of
-gegevensdragers zoals bedoeld in artikel 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen niet gedurende zeven jaren bewaard, en/of
-niet van haar vermogenstoestand en van alles betreffende haar bedrijf,
zelfstandig beroep of werkzaamheid naar de eisen van dat bedrijf, dat zelfstandig beroep of die werkzaamheid op zodanige wijze een administratie gevoerd en/of de daartoe behorende boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers op zodanige wijze bewaard, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk bleken,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting
werd geheven, zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet samen met één of meer ander(en),
tot bovenomschreven strafbare feit opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke
leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging;
de besloten vennootschap [bedrijf] BV in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 5 april 2017, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk, als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van boeken, bescheiden of andere gegevensdragers, opzettelijk deze niet heeft bewaard, immers, heeft/hebben [bedrijf] BV, en/of haar mededader(s), (telkens) opzettelijk,
-gegevensdragers zoals bedoeld in artikel 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen niet gedurende zeven jaren bewaard, en/of
-niet van haar vermogenstoestand en van alles betreffende haar bedrijf, zelfstandig beroep of werkzaamheid naar de eisen van dat bedrijf, dat zelfstandig beroep of die werkzaamheid op zodanige wijze een administratie gevoerd en/of de daartoe behorende boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers op zodanige wijze bewaard, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk bleken,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven,
zulks, terwijl hij, verdachte, al dan niet samen met één of meer ander(en), tot bovenomschreven strafbare feit opdracht heeft gegeven, dan wel feitelijke leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging;
4
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 31 januari 2015,in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n) als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting ten name van de eenmanszaak [bedrijf]
, te weten de aangiften over de tijdvakken:
-het eerste kwartaal 2014 (DOC-027, p. 689), en/of
-het tweede kwartaal 2014 (DOC-030, p. 692), en/of
-het derde kwartaal 2014 (DOC-035, p. 697), en/of
-het vierde kwartaal 2014 (DOC-040, p. 702),
(telkens) onjuist en/of onvolledig heeft/hebben gedaan, althans heeft/hebben doen of laten doen, immers heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s), (telkens) opzettelijk op die bij de inspecteur der belastingen te Apeldoorn ingeleverde (voorgenoemde) aangifte(n) voor de loonheffing (telkens) een onjuist althans een te laag bedrag aan belasting opgegeven en/of vermeld en/of een te hoog bedrag aan voorbelasting opgegeven, althans heeft/hebben doen of laten opgeven en/of vermelden, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
5
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 5 april 2017, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer rechtsperso(o)n(en) en/of één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de Belastingwet gestelde eisen, opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd, immers, heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), (telkens) opzettelijk,
-de administratie niet zodanig ingericht en/of niet gevoerd en/of de gegevensdragers niet zodanig bewaard, dat controle daarvan door de inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk was, en/of
-gegevensdragers zoals bedoeld in artikel 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen niet gedurende zeven jaren bewaard, en/of
-niet van haar vermogenstoestand en van alles betreffende haar bedrijf, zelfstandig beroep of werkzaamheid naar de eisen van dat bedrijf, dat zelfstandig beroep of die werkzaamheid op zodanige wijze een administratie gevoerd en/of de daartoe behorende boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers op zodanige wijze bewaard, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk bleken, terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 5 april 2017, in de gemeente Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer andere rechtsperso(o)n(en) en/of één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van boeken, bescheiden of andere gegevensdragers, en deze opzettelijk niet heeft bewaard, immers, heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) opzettelijk,
-gegevensdragers zoals bedoeld in artikel 52 van de Algemene Wet inzake
Rijksbelastingen niet gedurende zeven jaren bewaard, en/of
-niet van zijn vermogenstoestand en van alles betreffende zijn bedrijf, zelfstandig beroep of werkzaamheid naar de eisen van dat bedrijf, dat zelfstandig beroep of die werkzaamheid op zodanige wijze een administratie gevoerd en/of de daartoe behorende boeken en/of bescheiden en/of andere gegevensdragers op zodanige wijze bewaard, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk bleken,
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
4 De bewijsoverwegingen
4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht alle feiten wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft geen bewijsverweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
1
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- -
een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv, te weten de loonaangiften, pagina 687 (DOC-025) tot en met pagina 716 (DOC-054);
- -
een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv, genaamd ‘Overzicht minimaal bedrag ingehouden loonheffing’ (DOC-516), pagina 1320;
- -
de nota van berekening (DOC-519), pagina 1338;
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- de ambtsedige verklaring omzetbelasting (DOC-004), pagina 622 tot en met pagina 642;
- -
een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv, genaamd ‘Omzetbelasting 1e kwartaal 2014 tot en met 1e kwartaal 2016: verkoopfacturen’ (DOC-505d), pagina 1300 tot en met pagina 1307;
- -
de nota van berekening (DOC-519), pagina 1338 tot en met 1341;
- -
het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 3
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- -
het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (G-001-001), pagina 546 tot en met pagina 551;
- -
het proces-verbaal van bevindingen ‘met betrekking tot verklaringen van getuigen en verdachten over strafbare feiten met betrekking tot de administratie van [bedrijf] B.V.’ (AMB-028), pagina 375 tot en met 384;
- -
het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 4
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- -
de ambtsedige verklaring omzetbelasting (DOC-016), pagina 671 tot en met 676;
- -
een ander geschrift als bedoeld in artikel 344 lid 1 onder 5 Sv, genaamd ‘Omzetbelasting 1e kwartaal 2014 tot en met 4e kwartaal 2014: verkoopfacturen’ (DOC-505c), pagina 1298 tot en met 1299;
- -
de nota van berekening (DOC-520), pagina 1342;
- -
het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van feit 5
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door hem geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- -
het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] (G-001-001), pagina 546 tot en met pagina 551;
- -
het proces-verbaal van bevindingen ‘verricht administratief onderzoek in beslag genomen documenten en gegevens’ (AMB-019), pagina 301 tot en met 313;
- -
het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 juli 2019, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat:
1
de besloten vennootschap [bedrijf] BV in de periode van 01 januari 2014 tot en met 31 mei 2016, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander . telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangiften als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de loonheffing ten name van de besloten vennootschap [bedrijf] BV, te weten de aangiften over :
- het derde tijdvak 201, en
- het zesde tijdvak 2014, en
- het elfde tijdvak 2014, en
- het derde tijdvak 2015, en
- het zesde tijdvak 2015, en
- het elfde tijdvak 2015, en
- het derde tijdvak 2016,
telkens onjuist heeft gedaan, immers hebben genoemde besloten vennootschap en haar mededader, telkens opzettelijk op die bij de inspecteur der belastingen te Apeldoorn ingeleverde aangiften voor de loonheffing een te laag bedrag aan belasting opgegeven,
terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting
werd geheven, zulks, terwijl hij, verdachte, feitelijke
leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging;
2
de besloten vennootschap [bedrijf] BV in de periode van 01 januari 2014 tot en met 31 mei 2016, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de omzetbelasting ten name van de besloten vennootschap [bedrijf] BV over de tijdvakken:
- het eerste kwartaal van 2014, en
- het derde kwartaal van 2014, en
- het eerste kwartaal van 2015, en
- het derde kwartaal van 2015, en
- het eerste kwartaal van 2016,
telkens onjuist heeft gedaan, immers hebben genoemde besloten vennootschap en haar mededader telkens opzettelijk op die bij de inspecteur der belastingen te Apeldoorn ingeleverde voorgenoemde aangiften voor de omzetbelasting telkens een te laag bedrag aan belasting opgegeven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven, zulks, terwijl hij, verdachte feitelijke
leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging;
3, primair:
de besloten vennootschap [bedrijf] BV in de periode van 01 januari 2014 tot en met 5 april 2017, in Nederland, telkens opzettelijk, als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de Belastingwet gestelde eisen, opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd, immers, heeft [bedrijf] BV, telkens opzettelijk,
- de administratie niet zodanig gevoerd en de gegevensdragers niet zodanig bewaard, dat controle daarvan door de inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk is, en
- gegevensdragers zoals bedoeld in artikel 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen niet gedurende zeven jaren bewaard, en
- niet van haar vermogenstoestand en van alles betreffende haar bedrijf,
op zodanige wijze een administratie gevoerd en de daartoe behorende boeken en bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze bewaard, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk bleken,
terwijl dat feit ertoe strekten dat te weinig belasting
werd geheven, zulks, terwijl hij, verdachte, feitelijke
leiding heeft gegeven aan bovenomschreven verboden gedraging;
4
hij in de periode van 01 januari 2014 tot en met 31 januari 2015, in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, telkens opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de omzetbelasting ten name van de eenmanszaak [bedrijf]
, te weten de aangiften over de tijdvakken:
- het eerste kwartaal 2014, en
- het tweede kwartaal 2014, en
- het derde kwartaal 2014, en
- het vierde kwartaal 2014,
telkens onjuist heeft gedaan, immers hebben hij, verdachte en zijn mededader, telkens opzettelijk op die bij de inspecteur der belastingen te Apeldoorn ingeleverde voorgenoemde aangiften voor de omzetbelasting telkens een te laag bedrag aan belasting opgegeven, terwijl die feiten telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven;
5
hij in de periode van 01 januari 2014 tot en met 5 april 2017, in Nederland, telkens als degene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot het voeren van een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de Belastingwet gestelde eisen, opzettelijk een zodanige administratie niet heeft gevoerd, immers, heeft hij, verdachte, telkens opzettelijk,
- de administratie niet zodanig gevoerd en de gegevensdragers niet zodanig bewaard, dat controle daarvan door de inspecteur binnen een redelijke termijn mogelijk was, en
-gegevensdragers zoals bedoeld in artikel 52 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen niet gedurende zeven jaren bewaard, en
- niet van haar vermogenstoestand en van alles betreffende haar bedrijf, op zodanige wijze een administratie gevoerd en de daartoe behorende boeken en bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze bewaard, dat te allen tijde hun rechten en verplichtingen alsmede de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens hieruit duidelijk bleken, terwijl dat feit telkens ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven;
De rechtbank heeft in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten verbeterd in de bewezenverklaring. Verdachte wordt hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
9 De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het als feit 1, feit 2, feit 3 primair, feit 4 en feit 5 primair tenlastegelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 en feit 2, telkens:
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd;
feit 3:
het misdrijf: ingevolge de belastingwet verplicht zijnde een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen te voeren, een zodanige administratie opzettelijk niet voeren, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
feit 4:
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist of onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
feit 5:
het misdrijf: ingevolge de belastingwet verplicht zijnde een administratie overeenkomstig de daaraan bij of krachtens de belastingwet gestelde eisen te voeren, een zodanige administratie opzettelijk niet voeren, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de proeftijd van 3 (drie) jaren de navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich binnen vijf werkdagen na het onherroepelijk worden van het vonnis meldt bij Tactus Reclassering (adres: Linie 162 in Apeldoorn), en zich vervolgens blijft melden op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de forensische polikliniek JusTact of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van die instelling, ook als dat inhoudt het meewerken aan middelencontroles;
- zal meewerken aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening en/of casemanagement via de forensische polikliniek JusTact;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 150 (honderdvijftig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht;
de inbeslaggenomen voorwerpen
- gelast de teruggave van de op de beslaglijst van 24 mei 2019 vermelde voorwerpen aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.M. van Vuure, voorzitter, mr. F.H.W. Teekman en mr. M. van Berlo, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.P. Ponsteen als griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2019.