Het is, uit het oogpunt van (brand)veiligheid, sinds 1 juli 2022 wettelijk verplicht om op elke verdieping van een woning een rookmelder te plaatsen. Sint Joseph wil daarom rookmelders in de door gedaagde gehuurde woning plaatsen. Sint Joseph krijgt geen contact met gedaagde . In deze zaak vordert Sint Joseph, bij wijze van voorlopige voorziening, dat gedaagde wordt veroordeeld om Sint Joseph in de gelegenheid te stellen om rookmelders in de huurwoning op te hangen. gedaagde is niet ter zitting verschenen. De vorderingen komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en worden daarom toegewezen.
de stichting Woningstichting Sint Joseph, gevestigd te Almelo,
eisende partij, hierna te noemen Sint Joseph,
gemachtigde: mr. Th. Van Wijngaarden,
tegen
[gedaagde]
, wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij, hierna te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen.
1 De zaak in het kort
1.1.
Het is, uit het oogpunt van (brand)veiligheid, sinds 1 juli 2022 wettelijk verplicht om op elke verdieping van een woning een rookmelder te plaatsen. Sint Joseph wil daarom rookmelders in de door [gedaagde] gehuurde woning plaatsen. Sint Joseph krijgt geen contact met [gedaagde] . In deze zaak vordert Sint Joseph, bij wijze van voorlopige voorziening, dat [gedaagde] wordt veroordeeld om Sint Joseph in de gelegenheid te stellen om rookmelders in de huurwoning op te hangen. [gedaagde] is niet ter zitting verschenen. De vorderingen komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en worden daarom toegewezen.
2 De procedure
2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
de dagvaarding met producties van 27 oktober 2022;
-
de mondelinge behandeling, gehouden op 16 november 2022, waarbij dhr. [A] is verschenen namens Sint Joseph, bijgestaan door mr. Th. van Wijngaarden. Tegen de niet verschenen [gedaagde] is verstek verleend.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
3 De feiten
3.1.
[gedaagde] huurt de woning aan [het adres] in [woonplaats] van Sint Joseph. De schriftelijke huurovereenkomst is op 8 februari 2011 ondertekend en ingegaan. Op de overeenkomst is het ‘Huurreglement’ van Sint Joseph, uitgave april 2006, van toepassing.
3.2.
Sint Joseph is als eigenaar en verhuurder met ingang van 1 juli 2022 wettelijk verplicht om op iedere verdieping van haar woningen, waaronder ook de door [gedaagde] gehuurde woning, een rookmelder te plaatsen. Deze verplichting volgt uit artikel 6.21 lid 6 Bouwbesluit 2012 en luidt als volgt:
“ (…) Een bestaande woonfunctie heeft op iedere bouwlaag met een verblijfsruimte of met een besloten ruimte waardoor een vluchtroute voert tussen de uitgang van een verblijfsruimte en de uitgang van de woonfunctie een rookmelder die voldoet aan EN 14604. Deze eis is niet van toepassing tot 1 juli 2022.”
3.3.
Op 4 juli 2022 heeft Sint Joseph een brief gestuurd aan [gedaagde] met een kennisgeving van een huisbezoek door vaklieden van [B] Elektro B.V. en [C] B.V., voor de keuring van de installaties en het plaatsen van rookmelder(s). Hierbij is aan [gedaagde] de gelegenheid geboden om zelf een afspraak te maken.
3.4.
Op 24 juni 2021, 20 september 2021 en 1 juni 2022 hebben medewerkers van [B] Elektro een huisbezoek aan [gedaagde] gebracht. Bij dat bezoek is een zogenaamd ‘niet thuis briefje’ in de brievenbus gedaan met het verzoek om contact op te nemen met [B] Elektro voor het maken van een afspraak waarop de rookmelders konden worden geplaatst. [gedaagde] heeft hier niet op gereageerd.
3.5.
Op 25 juli 2022 heeft Sint Joseph per brief aan [gedaagde] medegedeeld dat [B] Elektro meerdere malen heeft geprobeerd een afspraak met [gedaagde] te maken en is [gedaagde] nogmaals verzocht om binnen vijf werkdagen zelf een afspraak te maken met [B] Elektro. [gedaagde] heeft hier niet op gereageerd.
3.6.
Per brief van 9 september 2022 heeft Sint Joseph [gedaagde] verzocht om medewerking te verlenen aan de plaatsing van de rookmelders. In deze brief is aangekondigd dat bij blijvende weigering medewerking in rechte zal worden gevorderd.
4 Het geschil
4.1.
Sint Joseph vordert - samengevat - dat de kantonrechter, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. [gedaagde] veroordeelt om Sint Joseph dan wel door haar ingeschakelde derde(n) met ingang van de datum van het vonnis in de gelegenheid te stellen rookmelders in het gehuurde aan [het adres] te [woonplaats] te plaatsen;
II. [gedaagde] veroordeelt om, wanneer hij niet vrijwillig aan de onder I. opgenomen veroordeling voldoet, het gehuurde aan [het adres] te [woonplaats] met al het zijne, tijdelijk, voor de duur van het plaatsen van de rookmelders, te verlaten en ter beschikking van Sint Joseph te stellen, welk verlaten zo nodig door de gerechtsdeurwaarder bewerkstelligd kan worden;
III. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van dit geding, waaronder de nakosten.
4.2.
Sint Joseph stelt ter onderbouwing van haar vorderingen het volgende. De plaatsing van rookmelders is een dringende werkzaamheid in de zin van artikel 7:220 lid 1 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en artikel 5.1 van het Huurreglement. Het plaatsen van rookmelders is bovendien per 1 juli 2022 wettelijk verplicht. [gedaagde] heeft, ondanks meerdere verzoeken van Sint Joseph om mee te werken aan de plaatsing van de rookmelders, niets van zich laten horen. Sint Joseph stelt dat deze werkzaamheden niet zonder nadeel kunnen worden uitgesteld omdat zij gehouden is te voldoen aan de wettelijke plicht van artikel 6.21 lid 6 Bouwbesluit 2012. Verder stelt Sint Joseph dat de werkzaamheden niet kunnen worden uitgesteld omdat er een risico bestaat dat zij bij brand een uitkering door de verzekeraar misloopt. Ook voert Sint Joseph aan dat zij de werkzaamheden niet kan uitstellen omdat zij het voordeel dat ontstaat door de werkzaamheden projectmatig uit te voeren misloopt. Ten slotte stelt Sint Joseph dat zij het risico loopt op een boete van de gemeente [woonplaats] bij handhaving van de wettelijke plicht.
5 De beoordeling
Spoedeisend belang
5.1.
De kantonrechter oordeelt dat het spoedeisend belang van Sint Joseph reeds in voldoende mate voortvloeit uit haar stellingen en de aard van het gevorderde. De wettelijke verplichting waarop Sint Joseph zich beroept is al op 1 juli 2022 ingetreden en het gaat om een belangrijke maatregel in het kader van veiligheid. Dit betekent dat de vorderingen van Sint Joseph inhoudelijk beoordeeld kunnen worden.
Toetsingskader in kort geding
5.2.
Voor toewijzing van een voorlopige voorziening zoals die door Sint Joseph wordt gevorderd, moet het in hoge mate waarschijnlijk zijn dat een gelijkluidende vordering in een te voeren bodemprocedure zal worden toegewezen.
Inhoudelijke beoordeling
5.3.
Op grond van artikel 139 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) dient de voorzieningenrechter in geval van verstek de vorderingen van Sint Joseph toe te wijzen, tenzij deze onrechtmatig of ongegrond voorkomen. Naar het oordeel van de kantonrechter komen de vorderingen niet onrechtmatig of ongegrond over. Dit zal hierna worden uitgelegd.
5.4.
De huurder moet de verhuurder de gelegenheid geven voor het uitvoeren van dringende werkzaamheden. Dit volgt uit artikel 7:220 lid 1 BW. Dringende werkzaamheden zijn niet alleen reparaties, maar alle werkzaamheden die niet zonder nadeel kunnen worden uitgesteld.
5.5.
Vanaf 1 juli 2022 is het verplicht om een rookmelder te hebben op elke woonverdieping in het huis. Dit staat in het Bouwbesluit. Deze verplichting geldt ook voor huurwoningen. In dat geval moet de verhuurder zorgen dat er rookmelders zijn. Naast de wettelijke verplichting, is het plaatsen van rookmelders van groot belang voor de veiligheid van [gedaagde] en omwonenden. Bij brand waarschuwen de rookmelders immers voor gevaar. De kantonrechter is van oordeel dat Sint Joseph hiermee voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van dringende werkzaamheden in de zin van artikel 7:220 lid 1 BW. Sint Joseph stelt verder dat zij tijdig en herhaaldelijk contact heeft gezocht met [gedaagde] om voor de plaatsing van rookmelders een afspraak te maken. [gedaagde] heeft hier niet op gereageerd en was bovendien op aangekondigde huisbezoeken van medewerkers van [B] Elektro niet thuis. [gedaagde] is niet op de zitting verschenen en heeft dit alles niet weersproken. Het komt de kantonrechter voldoende aannemelijk voor dat in een eventuele bodemprocedure zal worden beslist dat [gedaagde] Sint Joseph of door haar ingeschakelde derde(n) in de gelegenheid moet stellen om rookmelders in de huurwoning te plaatsen. Als [gedaagde] hier niet vrijwillig aan voldoet, dan dient hij het gehuurde tijdelijk, voor de duur van het plaatsen van de rookmelders, te verlaten en ter beschikking van Sint Joseph te stellen. Sint Joseph heeft daarover gesteld dat het plaatsen van een rookmelder ongeveer 15 minuten duurt. Het gevorderde van Sint Joseph wordt toegewezen.
5.6.
De kantonrechter gaat er van uit dat Sint Joseph aan [gedaagde] tijdig een bericht stuurt wanneer de rookmelders zullen worden geplaatst.
Proceskosten
5.7.
[gedaagde] wordt in deze procedure in het ongelijk gesteld en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten van Sint Joseph worden begroot op:
-
dagvaarding € 127,06
-
griffierecht € 128,00
-
salaris gemachtigde € 498,00
Totaal € 753,06
5.8.
[gedaagde] zal tevens worden veroordeeld tot betaling van de nakosten. Deze worden begroot op € 124,00 (een half punt van het salaris gemachtigde, met een maximum van € 124,00).
6 De beslissing
De kantonrechter
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om Sint Joseph of door haar ingeschakelde derde(n) met ingang van vandaag in de gelegenheid te stellen rookmelders te plaatsen in het gehuurde, staande en gelegen aan [het adres] te [woonplaats] ,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om, wanneer hij niet vrijwillig aan de onder 6.1. opgenomen veroordeling voldoet, het gehuurde aan [het adres] te [woonplaats] , tijdelijk, voor de duur van het plaatsen van de rookmelders, te verlaten en ter beschikking van Sint Joseph te stellen op een door Sint Joseph te bepalen dag en tijd die minimaal drie werkdagen daarvoor aan [gedaagde] bekend is gemaakt, welk verlaten zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv,
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van dit geding, aan de zijde van Sint Joseph begroot op € 753,06,
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, begroot op € 124,00,
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.F. van Aalst, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 30 november 2022. (ms)
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: