3.6.
Artikel 20 van de maatschapsovereenkomst van MSB-I luidt, voor zover van belang, als volgt:
Artikel 20. Ontbinding en vereffening
(…)
Lid 4
De Maatschap wordt alleen ontbonden ten aanzien van de Maat die uittreedt:
(…)
c. door opzegging door het Bestuur aan de betreffende Maat tegen het einde van de maand met een opzeggingstermijn van drie (3) maanden op grond van omstandigheden die meebrengen dat voortzetting van de Maatschap ten aanzien van die Maat in redelijkheid niet van de Maatschap kan worden gevergd;
(…)
k. door opzegging door het Bestuur aan de betreffende Maat tegen het einde van maand met een opzeggingstermijn van drie (3) maanden ingeval op basis van het vigerende Reglement Disfunctioneren is komen vast te staan dat er sprake is van disfunctioneren en op basis van het Reglement Disfunctioneren dat is aangehecht als Bijlage 3.6 is vastgesteld dat eventuele getroffen maatregelen niet tot structurele verbetering hebben geleid;
(…)
3.11.
Hierna is een vooronderzoek en vervolgens een onderzoek naar het functioneren van [eiser] als bedoeld in het reglement gestart. In het rapport van de commissie van onderzoek ad hoc van juli 2018 dat naar aanleiding van laatstbedoeld onderzoek is opgesteld, staat de volgende samenvatting vermeld:
Samenvattend is er een breed gedragen beeld van een communicatief vaardige chirurg die op het gebied van de vaatchirurgie – in het bijzonder medisch handelen en professionaliteit – onder de door de beroepsgroep vastgestelde norm functioneert. Als gevolg van de fusie tussen Meppel en Zwolle en de daarbij behorende nieuwe samenwerking met collegae en personeel, zijn de tekortkomingen meer voor het voetlicht gekomen. In zijn nieuwe werkomgeving is hij niet in staat geweest zijn vaatchirurgische kennis en vaardigheden (verder) te ontwikkelen en uit te breiden. De Commissie is van oordeel dat de tekortkomingen bij [eiser] van structurele aard zijn en kunnen leiden tot onverantwoorde zorg. Cruciaal in deze is dat [eiser] geen/weinig zelfreflectie vertoont, hetgeen verandering in zijn handelen in de weg staat.
Dit leidt ertoe dat de Commissie tot de volgende bevindingen/conclusies komt:
- [eiser] is niet competent om het domein van de arteriële vaatchirurgie uit te voeren.
- [eiser] is niet competent om de vaatchirurgie in ruimere zin uit te voeren.
3.27.
De commissie van onderzoek ad hoc heeft op 30 maart 2021 een rapport uitgebracht waarin onder meer het volgende vermeld staat:
72. Aan de hand van de CanMeds oordeelt de Commissie met betrekking tot het functioneren van
de Medisch Specialist:
a. a) Met betrekking tot de algemene chirurgie ontbreekt het de Medisch Specialist aan essentiële kennis en kunde. Dit blijkt onder meer uit het feit dat hij zijn indicaties niet altijd juist stelt en zijn dossiervoering onvoldoende is. Bovendien bleek uit diverse dossiers dat de Medisch Specialist geen adequaat en noodzakelijk lichamelijk onderzoek had uitgevoerd. Ook heeft de Commissie geconstateerd dat de chirurgisch-technische vaardigheden van de Medisch Specialist op het specifieke, reeds sterk beperkte palet, onvoldoende zijn. Chirurgie is een inhoudelijk, praktisch vak dat om kwalitatief goede operatieve vaardigheden vraagt. Van de Medisch Specialist die dit
vak reeds jaren beoefent mag verwacht worden dat hij beschikt over vaardigheden en een attitude die passen bij die jarenlange ervaring. De Medisch Specialist dient zich te blijven ontwikkelen en te blijven oefenen. Bovendien dient de kennis conform de “state of the art” te zijn. Het is dit aspect waar het de Medisch Specialist aan ontbreekt. Zo is het de Commissie gebleken dat de Medisch Specialist niet op de hoogte was van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de endoscopische liesbreukchirurgie, hetgeen in 2019/2020 basale kennis was voor het indiceren en behandelen van liesbreuk patiënten. Een patiënt moet er van op aan kunnen dat een chirurg aan wie hij of zij zich toevertrouwt, bekwaam is in alle facetten van het chirurgisch handelen voor de
betreffende ingreep. In het geval van de Medisch Specialist is hiervan geen sprake. De
Commissie concludeert dan ook dat de Medisch Specialist bij het beroepsmatig handelen niet is gebleven binnen de grenzen van een redelijke beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het handelen en met hetgeen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.
b) De Commissie beoordeelt het professioneel communiceren en samenwerken van de Medisch Specialist als onvoldoende. De Medisch Specialist is niet in staat adequaat leiding geven aan een operatie team. Veel Operatieassistenten voelen zich niet op hun gemak als zijn hem moeten assisteren omdat zij onzeker zijn over zijn bekwaamheden. Daar komt bij dat de Medisch Specialist niet goed in staat is gebleken hulp te vragen indien dit noodzakelijk is. De samenwerking van de Medisch Specialist met de assistenten op de POK werd in de jaren voorafgaand aan de professionalisering van de POK gewaardeerd. Na zijn re-integratie in 2019 en met deze professionalisering van de POK ontstond een minder gunstig beeld.
c) De Commissie heeft geconstateerd dat nagenoeg iedere gesprekspartner hetzij spontaan hetzij desgevraagd vermeldde dat bij herhaling was gebleken dat de Medisch Specialist geen zelfreflectie vertoont. (…)
d) Gelet op bovenstaande bevindingen, met het in gebreke blijven op verschillende onderdelen van de Canmeds competenties, acht de Commissie de kans op een onveilige situatie reëel aanwezig indien de Medisch Specialist zijn werkzaamheden weer zou gaan uitvoeren. Er bestaat in de ogen van de Commissie een risico dat patiënten worden geschaad. Het feit dat er zich volgens de Medisch Specialist tot op heden bij hem geen calamiteiten hebben voorgedaan (en naar zeggen van de Medisch Specialist bij andere chirurgen wel), maakt dit risico niet kleiner. Het feit dat de gesprekspartners hebben aangegeven dat de Medisch Specialist een aimabele arts is,
maakt dit risico evenmin kleiner. Los van deze conclusie constateert de Commissie dat er inmiddels een onwerkbare situatie is ontstaan binnen de vakgroep en op de operatiekamer.
78. De Commissie heeft op basis van de gesprekken en het Visitatierapport geconstateerd dat er
binnen de Vakgroep in het verleden de nodige onrust is geweest hetgeen naar zeggen van de
Medisch Specialist heeft geresulteerd in mediations binnen de sectie vaatchirurgie. Bovendien
heeft de fusie tussen de ziekenhuizen in Meppel en Zwolle voor onrust gezorgd binnen de
Vakgroep chirurgie. De Commissie heeft echter onvoldoende bewijzen dat het systeem en/of
de cultuur van de Vakgroep een belemmering is (geweest) voor een goede onderlinge
samenwerking op basis van collegialiteit en vertrouwen.
79. Met betrekking tot de consequenties van de bevindingen en de conclusies van de Commissie
adviseert de Commissie het MSB-l om de Medisch Specialist in elk geval resterende kern- en
specifieke privileges aangaande verrichtingen op de klinische operatiekamer te ontnemen. De
Medisch Specialist is onvoldoende in staat het hem in de tijd steeds meer ingeperkte palet van
resterende operatieve ingrepen te beheersen. Los van het uitvoeren van bijvoorbeeld
liesbreukchirurgie blijkt de theoretische kennis en indicatiestelling niet adequaat. Daarnaast is
de Medisch Specialist niet in staat tot de adequate dossiervoering die van een Medisch
Specialist verwacht mag worden. Met name de breed gedragen kritiek van het vrijwel voltallige
OK personeel te Meppel, dat niet meer wenst samen te werken met de Medisch Specialist is
een belangrijke factor bij het advies de Medisch Specialist de resterende privileges te
ontnemen. Opgemerkt wordt dat indien de Operatieassistenten niet meer met een Medisch
Specialist wensen samen te werken alleen al om die reden het functioneren in teamverband op
de OK feitelijk onmogelijk is geworden.
80. Daarnaast blijkt de Medisch Specialist onvoldoende in staat tot zelfreflectie, waardoor hij niet in staat is om te zien op welke punten hij tekortschiet. De Medisch Specialist voldoet onvoldoende aan een deel van de CanMeds criteria en heeft getoond dat hij na zijn
re-integratie geen of onvoldoende actie heeft ondernomen om dit te verbeteren. De Commissie
meent dat de Medisch Specialist niet meer bereid of in staat is om zelf de problemen op te
lossen.
Conclusie
82. Er is sprake van een structurele situatie van tekortschietende beroepscompetenties of onverantwoorde zorgverlening, waardoor in de ogen van de Commissie een risico bestaat dat patiënten worden geschaad. De Commissie concludeert op basis van alle verkregen informatie en na de Medisch Specialist uitvoerig over haar bevindingen te hebben gehoord, dat sprake is van medisch disfunctioneren van de Medisch Specialist.