4.7.
[partij A] stelt over de feitelijke gang van zaken het volgende:
“Februari 1998.
[partij A] is voor het eerst in contact gekomen met VSN omdat zij bij Aegon heeft geïn-formeerd naar spaarmogelijkheden. [partij A] werd vervolgens doorverwezen naar een adviesbureau bij haar in de buurt te weten VSN. Vervolgens is [partij A] telefonisch
door VSN benaderd. De medewerker van VSN stelde voor om een afspraak te maken voor een huisbezoek om de financiële situatie van [partij A] door te nemen met een financieel adviseur van VSN. [partij A] heeft hiermee ingestemd. Tijdens het eerste gesprek heeft de adviseur van VSN, de heer [naam 1] (hierna te noemen: adviseur [naam 1]),
geïnformeerd naar de wensen en de financiële situatie van [partij A]. Adviseur [naam 1] heeft geïnformeerd naar het inkomen, de vaste lasten en het spaargeld van [partij A]. [partij A] werkte parttime waardoor zij niet veel pensioen opbouwde. Hierbij is ook be-sproken dat [partij A] twee keer per jaar een extra bedrag van haar werkgever ontving in de vorm van vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. Met adviseur [naam 1] is ook ge-sproken over de wens van [partij A] om vermogen op te bouwen om haar geringe pensioen aan te vullen. Adviseur [naam 1] gaf aan dat dit mogelijk was en adviseerde [partij A] om twee Capital Effect producten van Bank Labouchere af te sluiten. [partij A] kon verspreid over twee contracten maandelijks een bedrag van ƒ 250,00 inleggen. Volgens adviseur [naam 1] zou [partij A] op deze manier aanzienlijk vermogen opbouwen, waarmee [partij A] haar pensioen zou kunnen aanvullen. VSN zou [partij A] als een service ook helpen bij haar belastingaangifte waardoor [partij A] een last minder zou hebben. [partij A] had geen ervaring met beleggen of kennis van complexe financiële producten en heeft het advies van adviseur [naam 1] opgevolgd. Adviseur [naam 1] heeft twee overeen-komsten ter ondertekening aan [partij A] voorgelegd, een overeenkomst met een maande-lijkse inleg van ƒ 152,03 en de ander met een maandelijkse inleg van ƒ 98,68. Deze overeen-komsten heeft [partij A] niet in het geding gebracht aangezien zij ten aanzien van deze twee overeenkomsten geen schade heeft geleden.
Juni 1998.
Nadat VSN de belastingaangifte voor [partij A] had verzorgd en [partij A] haar vakan-tiegeld had ontvangen heeft VSN opnieuw contact met [partij A] opgenomen. Wederom is adviseur [naam 1] naar het Huis van [partij A] gekomen. Ditmaal hield adviseur [naam 1] [partij A] voor dat zij haar spaargeld het best in nog twee Capital Effect overeenkomsten kon inbrengen. Wanneer [partij A] de inleg voor deze twee Capital Effect overeenkom-sten vooruit zou betalen zou zij niet alleen een korting krijgen op het te betalen bedrag maar ook kon zij een fiscaal voordeel genieten. Op deze wijze zou [partij A] haar doelstelling kunnen behalen. Adviseur [naam 1] adviseerde [partij A] om een bedrag van ƒ 21.000,00 van haar spaargeld in de twee Capital Effect overeenkomsten in te leggen. [partij A] vertrouwde op de deskundigheid van de adviseur en heeft het advies opgevolgd en met haar spaargeld de vooruitbetaling van twee Capital Effect overeenkomsten voldaan.
Juni 1999.
Ongeveer een jaar later nam VSN opnieuw contact op met [partij A]. De adviseur in-formeerde [partij A] dat de twee Capital Effect overeenkomsten die zij in februari 1998 had afgesloten via VSN fors in waarde waren gestegen. De adviseur adviseerde [partij A] om beide overeenkomsten te beëindigen en de opbrengst van beide overeenkomsten, en een deel van haar vermogen dat zij na de belastingaangifte had overgehouden, in twee nieuwe Capital Effect overeenkomsten in te brengen. Hoewel [partij A] een boete moest betalen voor het vroegtijdig beëindigen van de twee Capital Effect overeenkomsten die zij in februari 1998 had afgesloten via VSN, zou ze er verstandig aan doen als ze de termijnen à
ƒ 24.000,00 voor de twee nieuwe Capital Effect overeenkomsten weer voor vijf jaar vooruit zou betalen. Ter ondersteuning maakte de adviseur ook een berekening van zijn voorstel waarmee hij zijn stelling ondersteunde dat [partij A] meer dividend per jaar zou ont-vangen waardoor haar netto maandlasten omlaag zouden gaan. [partij A] vertrouwde
volledig op de adviezen van VSN. [partij A] heeft de twee Capital Effect overeenkomsten uit februari 1998 beëindigd en met de opbrengst en haar spaargeld heeft ze een vooruit-betaling van ƒ 24.000,00 voor de twee nieuwe Capital Effect overeenkomsten voldaan.
Februari 2001.
In februari 2001 is [partij A] benaderd door een andere adviseur van VSN, te weten mevrouw [naam 2] (hierna te noemen: adviseur [naam 2]). Adviseur [naam 2] is ook bij [partij A] op huisbezoek gekomen en heeft voor haar uitgeschreven welk bedrag [partij A] nog zou moeten sparen om een goede aanvulling op haar pensioen te verkrijgen. [partij A] diende hiervoor nog twee Capital Effect overeenkomsten af te sluiten en één Profit Effect overeenkomst. Adviseur [naam 2] adviseerde [partij A] om de drie producten vooruit te betalen vanuit een krediet en liet [partij A] via een prognose zien welke be-dragen zij kon ontvangen als zij deze producten zou afsluiten. Adviseur [naam 2] verwerkte dit in een financiële planning. Uit deze planning blijkt dat adviseur [naam 2] door verschillende uitbetalingen van lopende en door haar geadviseerde overeenkomsten voorzag dat [partij A] haar doelstelling zou bereiken. Door middel van een constructie die adviseur [naam 2] voorstelde zou [partij A] tegen lage maandlasten kunnen sparen om haar pensioen aan te vullen. Adviseur [naam 2] zou dit allemaal voor [partij A] in orde maken. [partij A] wist niet dat adviseur [naam 2] een lening voor haar zou aanvragen. Adviseur [naam 2] nam contact op met Nationale Nederlanden een vroeg voor [partij A] een rekening-courant op voor een maximaal bedrag van ƒ 50.100,00. Toen [partij A] vroeg waarom zij een lening moest afsluiten gaf adviseur [naam 2] aan dat dit gunstiger voor haar was, dat de lening zich snel zou terugbetalen en dat het niets was waar [partij A] zich zorgen om diende te maken. [partij A] heeft de stukken in goed vertrouwen ondertekend. Met de lening van Nationale Nederlanden kon vervolgens een bedrag van ruim ƒ 31.000,00 worden aangewend om de vooruitbetalingen van de twee nieuwe Capital Effect overeenkomsten en de vooruitbetaling van de Profit Effect overeenkomst te voldoen. [partij A] heeft het advies van adviseur [naam 2] opgevolgd. De lening bij Nationale Nederlanden is tot stand gekomen en er is voor ƒ 31.000,00 aan inleg betaald voor de twee Capital Effect overeenkomsten en de Profit Effect overeenkomst van Bank Labouchere.
De betrokken adviseurs hebben voor alle contracten telkens het aanvraagformulier voor [partij A] ingevuld en vervolgens ervoor gezorgd dat het aanvraagformulier naar Bank Labouchere werd opgestuurd. [partij A] is telkens naar het kantoor van VSN in Enschede gekomen om de voor haar opgevraagde overeenkomsten te ondertekenen. Vervolgens heeft de adviseur de overeenkomst weer teruggezonden naar Bank Labouchere. De adviseurs hebben [partij A] tijdens de gesprekken niet geïnformeerd over de specifieke risico’s. Zo hebben zij er niet op gewezen dat bij tegenvallende koersontwikkelingen de inleg geheel verloren kon gaan en er bovendien een schuld kon ontstaan uit hoofde van de effectenlease-contracten. Toen [naam 2] er in 2001 een kredietconstructie opzette om de vooruitbetalingen mee te financieren heeft [naam 2] [partij A] er ook niet op gewezen dat met deze lening de rentelasten voor de andere lening (de effectenleasecontracten) werden betaald.”
4.8.
[partij A] heeft, ter onderbouwing van haar stellingen, gewezen op de volgende stukken die in het geding zijn gebracht:
- een kopie van het aanvraagformulier Labouchere Effectenlease op naam van [partij A] van 2 juni 1998, voorzien van het (gestempelde) nummer [nummer 1], het adviseursnummer: [nummer 10], de naam van de adviseur [naam 1] en de naam van de tussenpersoon VSN;
- een kopie van de overeenkomst Capital Effect op naam van [partij A] van 8 juni 1998 met contractnummer [nummer 1], voorzien van het adviseursnummer: [nummer 10] Verzekerd Spaarplan Nederland;
- een kopie van de overeenkomst Capital Effect op naam van [partij A] van 8 juni 1998 met contractnummer [nummer 2], voorzien van het adviseursnummer: [nummer 10] Verzekerd Spaarplan Nederland;
- een kopie van het aanvraagformulier Labouchere Effectenlease op naam van [partij A] van 10 juni 1999, voorzien van het (gestempelde) nummer [nummer 3], het adviseursnummer: [nummer 10], de naam van de adviseur [naam 3] en de naam van de tussenpersoon VSN;
- een kopie van de overeenkomst Capital Effect op naam van [partij A] van 17 juni 1999 met contractnummer [nummer 3], voorzien van het adviseursnummer: [nummer 10]-V.S.N.;
- een kopie van het aanvraagformulier Labouchere Effectenlease op naam van [partij A] van 10 juni 1999, voorzien van het (gestempelde) nummer [nummer 4], het adviseursnummer: [nummer 10], de naam van de adviseur [naam 3] en de naam van de tussenpersoon VSN;
- een kopie van de overeenkomst Capital Effect op naam van [partij A] van 17 juni 1999 met contractnummer [nummer 4], voorzien van het adviseursnummer: [nummer 10]-V.S.N.;
- een kopie van het aanvraagformulier Effectenlease op naam van [partij A] van 23 februari 2001, voorzien van het (handgeschreven) nummer [nummer 5], het adviseursnummer: [nummer 10] en de naam van de adviseur [naam 2];
- een kopie van de overeenkomst Capital Effect Vooruitbetaling 15 jaar op naam van [partij A] van 2 maart 2001 met contractnummer [nummer 5], voorzien van het adviseursnummer: [nummer 10]-Verzekerd Spaarplan Nederland;
- een kopie van het aanvraagformulier Effectenlease op naam van [partij A] van 23
februari 2001, voorzien van het (handgeschreven) nummer [nummer 6], het adviseursnummer: [nummer 10] en de naam van de adviseur [naam 2];
- een kopie van de overeenkomst Capital Effect Vooruitbetaling 15 jaar op naam van [partij A] van 2 maart 2001 met contractnummer [nummer 6], voorzien van het adviseursnummer: [nummer 10]-Verzekerd Spaarplan Nederland;
- een kopie van het aanvraagformulier Profit Effect op naam van [partij A] van 20 december 2000, voorzien van het (handgeschreven) nummer [nummer 7], het adviseursnummer: [nummer 10], de namen van de adviseurs [naam 3]/[naam 2] en het loge van de tussenpersoon VSN;
- een kopie van de overeenkomst Profit Effect Vooruitbetaling op naam van [partij A] van 16 februari 2001 met contractnummer [nummer 7], voorzien van het adviseursnummer: [nummer 10]-Verzekerd Spaarplan Nederland;
- een Prognose Profit Effect, met rekenvoorbeelden, opgesteld door V.S.N.;
- een kopie van een stuk zonder opschrift met berekeningen;
- een kopie van een stuk met opschrift ‘Financiële Planning ‘ ten behoeve van [partij A], opgesteld door Verzekerd Spaarplan Nederland;
- een kopie van het contract met betrekking tot een rekening-courant krediet van Nationale Nederlanden ten behoeve van [partij A], tot stand gekomen door bemiddeling van VSN Verzekerd Spaarplan Nederland;
- een uittreksel van de Kamer van Koophandel van VSN waaruit de navolgende bedrijfsomschrijving blijkt:
“Verlenen van financiële diensten, alsmede het verlenen van diensten op het gebied van assurantie, hypotheken, pensioen, onroerende zaken, reizen, sparen en leasing.”
- een screenshot van de website van VSN, zoals deze luidde op 5 april 2001, waar te lezen is:
“Als VSN zijn wij jaren actief als adviseur en bemiddelaar ten behoeve van particulieren voor tal van diensten op fiscaal gebied (…)”
“Onze specialisten van de afdeling fiscale diensten zorgen ervoor dat ook uw maandelijkse inleg onbelast blijft. Bovendien kan het leasen van aandelen veel meer opbrengen dan rechtstreeks beleggen in aandelen en dat geldt zeker voor de opbrengsten van een gewone spaarrekening en spaarpolis.”
“Voorwaarde is wel dat u belegt in eersteklas fondsen die al sinds jaren een uitstekend rendement realiseren. Vandaar dat Verzekerd Spaarplan Nederland voor u een aantal fondsen heeft geselecteerd die zichzelf steeds ruimschoots bewezen hebben. Deze fondsen bestaan uit aandelen van ABN AMRO, ING, Dordtse Petroleum (houdstermaatschappij van Koninklijke Olie), [bedrijf], Ahold, Fortis Amev.”
“Verzekerd Spaarplan Nederland Heeft daarnaast verschillende pakketten voor u samengesteld die onderling verschillen in looptijd, inleg en maandlasten. Zo kunt u zelf het pakket kiezen dat op uw persoonlijke situatie is toegesneden. De pakketten staan uitgebreid beschreven onder de gelijknamige knop.”
en onder het kopje Persoonlijk advies:
“Direct Rendement Effect is slechts een van de effecten lease mogelijkheden van Bank Labouchere. Uw adviseur legt u de diverse mogelijkheden graag uit zodat u een weloverwogen keuze kunt maken.”
4.10.
[partij A] stelt dat Dexia wist, althans behoorde te weten, dat de tussenpersoon een op de persoon van [partij A] toegesneden beleggingsadvies heeft gegeven. Dexia betwist dit. Uit diverse uitspraken volgt dat Dexia ermee bekend moet zijn geweest dat tussenpersonen op grote schaal individueel persoonlijk financieel advies gaven.5 Hoewel in dit geval niet is gebleken dat Dexia concrete wetenschap heeft gehad van de advisering van de tussenpersoon aan [partij A], had het op de weg van Dexia gelegen om bij de totstand-koming van de overeenkomsten met [partij A], actief navraag te doen bij de tussenpersoon of de desbetreffende klant de overeenkomsten is aangegaan op advies van de tussenpersoon, om te kunnen beoordelen of zij de overeenkomsten met [partij A] kon en mocht aangaan. Dat Dexia in deze zaak enig concreet hierop gericht onderzoek heeft verricht is gesteld noch gebleken. Zij had derhalve behoren te weten dat [partij A] door de tussenpersoon is geadviseerd.
aansprakelijkheid Dexia
4.11. Nu Dexia ondanks het voorgaande toch met [partij A] de overeenkomsten is aangegaan, heeft zij jegens [partij A] onrechtmatig gehandeld. Dit moet Dexia zwaar worden aangerekend. Weliswaar zijn aan [partij A] omstandigheden toerekenbaar die tot de schade hebben bijgedragen, maar vanwege de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten, eist de billijkheid in beginsel dat de vergoedingsplicht van Dexia geheel in stand
blijft.6 Weliswaar kunnen er situaties zijn waarin voldoende reden is om een deel van de
schade op grond van artikel 6:101 BW voor rekening van de afnemer te doen komen, maar in dit geval zijn dergelijke feiten en omstandigheden niet aanwezig. De schade komt dan ook geheel voor rekening van Dexia.
vorderingen van [partij A]
4.12. De door [partij A] gevorderde verklaringen voor recht zullen daarom worden toegewezen, in die zin dat voor recht wordt verklaard dat Dexia onrechtmatig jegens [partij A] heeft gehandeld door [partij A] als cliënt te accepteren terwijl zij behoorde te weten dat de tussenpersoon [partij A] niet alleen als klant aanbracht maar [partij A] tevens persoonlijk had geadviseerd en de tussenpersoon geen vergunning daarvoor bezat en dat Dexia gehouden is de daaruit voortvloeiende schade aan [partij A] te vergoeden.