2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 mei 2017, al dan niet samen met een of meer anderen, een bedrag van in totaal € 593.127,-- heeft witgewassen. Primair is dat ten laste gelegd als het medeplegen van gewoontewitwassen, subsidiair als het medeplegen van opzet- dan wel schuldwitwassen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 mei 2017, te [plaats], gemeente Dinkelland en/of te Hengelo (O) en/of te Goor, gemeente Hof van Twente en/of te Deventer en/of te Delden, gemeente Hof van Twente en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte en/of verdachtes mededader(s) (telkens) (een) voorwerp(en), te weten
- een of meer contante geldbedragen tot een bedrag van (in totaal) (ongeveer)
551.427 euro op een bankrekening van [bedrijf 1] BV heeft/hebben gestort en/of
- een of meer contante geldbedragen tot een bedrag van (in totaal) (ongeveer)
34.800 euro op een bankrekening van [bedrijf 2] BV heeft/hebben
gestort en/of
- een of meer contante geldbedragen tot een bedrag van (in totaal) (ongeveer) 6.900 euro op een bankrekening van [bedrijf 3] BV heeft/hebben gestort,
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid (contant) geld (van in totaal ongeveer 593.127 euro), verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp(en) (telkens) -onmiddellijk of middellijk- afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 1 geen veroordeling mocht of zou
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 1 mei 2017, te [plaats], gemeente Dinkelland en/of te Hengelo (O) en/of te Goor, gemeente Hof van Twente en/of te Deventer en/of te Delden, gemeente Hof van Twente en/of (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een grote hoeveelheid (contant) geld, althans een of meer voorwerpen, te weten
- een of meer contante geldbedragen tot een bedrag van (in totaal) (ongeveer)
551.427 euro op een bankrekening van [bedrijf 1] BV heeft/hebben gestort en/of
- een of meer contante geldbedragen tot een bedrag van (in totaal) (ongeveer)
34.800 euro op een bankrekening van [bedrijf 2] BV heeft/hebben
gestort en/of
- een of meer contante geldbedragen tot een bedrag van (in totaal) (ongeveer)
6.900 euro op een bankrekening van [bedrijf 3] BV heeft/hebben gestort,
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid (contant) geld (van in totaal ongeveer 593.127 euro),
heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt
terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
9 De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het primair bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: medeplegen van gewoontewitwassen;
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren de navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwintig) dagen;
- beveelt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Stam, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. L.J.C. Hangx, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 december 2023.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2017118643 van 24 januari 2018 (onderzoek ON2R017029/ Bonfire) en het proces-verbaal van 7 januari 2019. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] van
2 mei 2017 (Map Bonfire, pag. 39), onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 1 mei 2017 stelden wij in perceel [adres] een onderzoek in.
Controle GBA
Op het genoemde adres [adres], binnen de gemeente Dinkelland, staat de volgende persoon ingeschreven:
[medeverdachte], geboren op [geboortedatum 2] 1967 te [geboorteplaats 2].
Het pand betreft een vrijstaande woning in het buitengebied van [plaats]. Naast de
woning liggen een aantal bijgebouwen, waaronder een paardenstal.
Centrale ruimte in kelder:
In de kelder van de paardenstal was een centrale ruimte, welke toegang gaf tot
verschillende andere ruimtes, al dan niet voorzien van een toegangsdeur. In deze centrale ruimte in de kelder hingen en stonden allerlei goederen en attributen welke gebruikt werden voor het telen van hennep. In deze ruimte hingen de diverse schakelborden, gebruikt voor de hennepkweekruimtes achter de toegangsdeuren. Er hingen trafo's, welke aangesloten waren op de assimilatielampen in een van de
kweekruimtes,. Er stonden een aantal koolstoffilters en er stonden diverse jerrycans, waarin volgens het opschrift groei- en stimuleringsmiddelen voor hennepplanten zat.
Ruimte 1
Aan de linkerzijde vanuit deze centrale hal was een toegangsdeur. Op deze toegangsdeur stond een 1 met een aantal cijfers. Deze kweekruimte was 540 centimeter bij 300 centimeter groot. Deze ruimte had een oppervlakte van 16,2 vierkante meter.
In deze ruimte waren twee kweekbakken met de afmetingen 440 centimeter bij 100
centimeter en 400 centimeter bij 100 centimeter met tussen de kweekbakken een looppad. De totale oppervlakte van de kweekbakken was 8,4 vierkante meter groot.
In deze kweekbakken stonden hennepplanten, van ongeveer 100 centimeter hoog. Deze hennepplanten waren naar schatting ongeveer vijf weken oud. In totaal stonden in deze kweekruimte 160 hennepplanten. Gezien de afmetingen van deze kweekbakken stonden in deze ruimte ongeveer 19 hennepplanten op een vierkante meter. De hennepplanten in deze kweekruimte werden gelijkelijk belicht door in totaal 12 assimilatielampen van 600 Watt. Het betreffen hier lampen met een ingebouwde trafo en lampen met een afzonderlijke trafo. De lampen waren met een tijdschakelaar verbonden met het lichtnet. Op deze wijze kon de belichtingstijd van de planten op van tevoren geprogrammeerde wijze, geheel automatisch worden geregeld. De belichtingscyclus was ingesteld op een 12-urige cyclus.
De verse lucht werd aangevoerd middels een flexibele buis vanuit de ruimte boven de kweekruimte. De lucht in de kweekruimte werd gekoeld door een opticlimate (airco) met een vermogen van maximaal 4,7 Kilowatt. De vervuilde lucht werd middels een afzuigventilator van 130 Watt, gekoppeld aan een koolstoffilter, door een flexibele buis afgevoerd naar de zolderruimte. Er stond een gaskachel in deze kweekruimte. Deze werd gebruikt voor CO2 toevoeging in de kweekruimte.
De hennepplanten in de kweekruimte werden middels een irrigatiesysteem van water
voorzien middels een dompelpomp van 250 Watt en een dompelpomp van 150 Watt, gekoppeld aan een tuinslang vanuit een rond watervat. Dit watervat stond in de
kweekruimte. Bedoeld rechthoekig watervat, met een doorsnede van 75 centimeter bij 60 centimeter en een hoogte van 90 centimeter was gedeeltelijk gevuld met water, al dan niet vermengd met voedings- c.q. meststoffen.
Ruimte 2
Vanaf de centrale hal was naast ruimte 1 een andere ruimte. Deze ruimte was een soort "werkruimte". De ruimte had de afmetingen 600 centimeter bij 340 centimeter. De totale oppervlakte van deze ruimte was 20,4 vierkante meter. In deze ruimte stonden twee tafels tegenover elkaar. De afmetingen van de tafel aan de linkerzijde was 200 centimeter bij 100 centimeter. Op deze tafel stonden 49 hennepstekken in glas- of steenwol. Boven deze hennepstekken hingen twee assimilatielampen van elk 400 Watt. De andere tafel aan de rechterzijde had de afmetingen 400 centimeter bij 100 centimeter. Op deze tafel stonden 64 hennepstekken in glas- of steenwol. Boven deze hennepstekken hingen zes assimilatielampen van elk 400 Watt. In de ruimte stonden verder acht watervaten, gevuld met water, al dan niet voorzien van voedingsmiddelen. Er stonden verschillende jerrycans, waarin blijkens het opschrift groei en stimuleringsmiddelen voor hennepplanten zat. Verder stond in deze ruimte een watervernevelaar van 1200 Watt en er stonden drie dompelpompen van elk 1200 Watt.
De wanden van deze ruimte waren behoorlijk beschimmeld, kennelijk doordat deze ruimte al langer in gebruik was en doordat de ruimte behoorlijk vochtig was. In totaal stonden in deze "werkruimte" 113 hennepstekken. Naast ruimte 2 in de centrale ruimte was een zogenaamde hennepstekkenkast Deze stekkenkast had de afmetingen 230 centimeter bij 175 centimeter. In deze hennepstekkenkast stonden drie stekkenbakken gevuld met hennepstekken. In elk van deze stekkenbakken stonden 77 hennepstekken.
In totaal stonden in deze hennepstekkenkast 231 hennepstekken.
Boven de stekkenbakken met hennepstekken hingen 8 normale TL lampen van elk 58 Watt. Deze kast was bestemd voor het kweken van hennepstekken. In de kast zouden nog meer stekken hebben kunnen staan. In de centrale ruimte stonden flesjes met
wortelstimulator. Een hennepstek is een stukje van een moederhennepplant, dat afgeknipt wordt en opgekweekt wordt tot weer een nieuw hennepplant. Hennepstekken groeien normaliter op onder normale TL lampen, die 18 uur per dag branden. Hennepstekken hebben na ongeveer twee weken voldoende wortels om ze uit te planten.
Ruimte 3
Aan de rechterzijde vanuit de centrale hal was een gangpad, welke toegang gaf tot de andere ruimtes. Links achter was een toegangsdeur. Op deze toegangsdeur stond een 3 met een aantal cijfers.
Deze kweekruimte was 900 centimeter bij 270 centimeter groot. Deze ruimte had een
oppervlakte van 24,3 vierkante meter. In deze ruimte waren twee kweekbakken met de afmetingen 700 centimeter bij 100 centimeter en 600 centimeter bij 100 centimeter met tussen de kweekbakken een looppad. De totale oppervlakte van de kweekbakken was 13 vierkante meter groot. In deze kweekbakken stonden hennepplanten, van ongeveer 60 centimeter hoog. Deze hennepplanten waren naar schatting ongeveer drie weken oud. In totaal stonden in deze kweekruimte 224 hennepplanten. Gezien de afmetingen van deze kweekbakken stonden in deze ruimte ongeveer 14 hennepplanten op een vierkante meter. De hennepplanten in deze kweekruimte werden gelijkelijk belicht door in totaal 17 assimilatielampen van 690 Watt. Het betreffen hier lampen met een ingebouwde trafo. De lampen waren met een tijdschakelaar verbonden met het lichtnet. Op deze wijze kon de belichtingstijd van de planten op van tevoren geprogrammeerde wijze, geheel automatisch worden geregeld. De belichtingscyclus was ingesteld op een 12-urige cyclus. De verse lucht werd aangevoerd middels een flexibele buis vanuit de ruimte boven de kweekruimte. De lucht in de kweekruimte werd gekoeld door een opticlimate (airco) met een vermogen van maximaal 4,7 Kilowatt.
De vervuilde lucht werd middels een afzuigventilator van 130 Watt, gekoppeld aan een koolstoffilter, door een flexibele buis afgevoerd naar de zolderruimte.
Er stond een gaskachel in deze kweekruimte. Deze werd gebruikt voor CO2 toevoeging in de kweekruimte. De hennepplanten in de kweekruimte werden middels een irrigatiesysteem van water voorzien middels een dompelpomp van 250 Watt en een dompelpomp van 365 Watt, gekoppeld aan een tuinslang vanuit een rond watervat. Dit watervat stond in de kweekruimte. Bedoeld rechthoekig watervat, met een doorsnede van 75 centimeter bij 60 centimeter en een hoogte van 90 centimeter was gedeeltelijk gevuld met water, al dan niet vermengd met voedings- c.q. meststoffen.
In deze kweekruimte zagen wij op een in de kwekerij aangetroffen pvc buis een
productiedatum van 4-6-2014 staan en op een plaat, die gebruikt is als wand stond een productiedatum van 28-3-2014.
Ruimte 4
Rechts naast ruimte 3 stond op de toegangsdeur een 4 met een aantal cijfers.
Deze kweekruimte was 760 centimeter bij 300 centimeter groot. Deze ruimte had een
oppervlakte van 22,8 vierkante meter. In deze ruimte waren twee kweekbakken met de afmetingen 570 centimeter bij 100 centimeter en 570 centimeter bij 100 centimeter met tussen de kweekbakken een looppad. De totale oppervlakte van de kweekbakken was 11,4 vierkante meter groot. In deze kweekbakken stonden hennepplanten, van ongeveer 60 centimeter hoog. Deze hennepplanten waren naar schatting ongeveer drie weken oud. In totaal stonden in deze kweekruimte 198 hennepplanten. Gezien de afmetingen van deze kweekbakken stonden in deze ruimte ongeveer 17 hennepplanten op een vierkante meter. De hennepplanten in deze kweekruimte werden gelijkelijk belicht door in totaal 18 assimilatielampen van 645 Watt. Het betreffen hier lampen met een ingebouwde trafo. De lampen waren met een tijdschakelaar verbonden met het lichtnet. Op deze wijze kon de belichtingstijd van de planten op van tevoren geprogrammeerde wijze, geheel automatisch worden geregeld. De belichtingscyclus was ingesteld op een 12-urige cyclus.
De verse lucht werd aangevoerd middels een flexibele buis vanuit de ruimte boven de kweekruimte. De lucht in de kweekruimte werd gekoeld door een opticlimate (airco) met een vermogen van maximaal 4,7 Kilowatt. De vervuilde lucht werd middels een afzuigventilator van 130 Watt en een afzuigventilator van 200 Watt (hing in ruimte 5), gekoppeld aan een koolstoffilter door een flexibele buis afgevoerd naar de zolderruimte. Er stond een gaskachel in deze kweekruimte. Deze werd gebruikt voor CO2 toevoeging in de kweekruimte. De hennepplanten in de kweekruimte werden middels een irrigatiesysteem van water voorzien middels een dompelpomp van 250 Watt en een dompelpomp van 365 Watt, gekoppeld aan een tuinslang vanuit een rond watervat. Dit watervat stond in de kweekruimte. Bedoeld rechthoekig watervat, met een doorsnede van 75 centimeter bij 60 centimeter en een hoogte van 90 centimeter was gedeeltelijk gevuld met water, al dan niet vermengd met voedings- c.q. meststoffen.
Ruimte 5
Aan de rechterzijde was ruimte 5. Deze ruimte was 810 centimeter bij 230 centimeter
groot. Deze ruimte had een oppervlakte van 18,6 vierkante meter groot. In deze ruimte stonden twee kweekbedden van 650 centimeter bij 80 centimeter. Op deze kweekbedden stonden in totaal 18 moederhennepplanten. Verder stonden in deze ruimte een rond watervat en een watervernevelaar van 200 Watt. De moederhennepplanten waren gepoot in potaarde ronde bloempotten met een doorsnede van 30 centimeter en een hoogte van 35 centimeter. De moederhennepplanten stonden onder 12 assimilatielampen van elk 400 Watt, met elke een afzonderlijke trafo. Moederhennepplanten staan vaak in ruimtes waar lampen van 400 Watt boven hangen. Om te voorkomen dat moederhennepplanten in de bloei schieten omdat zij bedoeld zijn voor het knippen van hennepstekken, branden de lampen voor moederhennepplanten vaak 18 uur per dag. Vaak worden de moederhennepplanten zelf gekweekt om de hennepstekken verder op te laten groeien.
Na vier tot acht weken kunnen van de moederhennepplant wekelijks hennepstekken worden gesneden of geknipt. Uit gegevens op internet blijkt, dat de moederhennepplant maximaal acht maanden meegaat. Van vier van deze moederhennepplanten is gekeken naar de verwondingen (door het knippen, danwel snijden in de plant voor de hennepstekken). Wij kwamen hierbij uit op een gemiddelde van 23,5 beschadiging per moederhennepplant.
Zolderruimte (droogruimte)
Op de zolderruimte van deze paardenstallen troffen wij een droogruimte aan. De zolderruimte was verdeeld in een aantal compartimenten In het achterste gedeelte van
de droogruimte troffen wij in totaal netto 16,1 kilogram droge hennep aan. Verder troffen wij zes gebruikte droognetten aan, waarvan er nog een aan een zolderhaak hing. In deze ruimte stond ook een weegschaal en twee kachels aan Voor de luchtcirculatie stonden hier drie ventilatoren van elk 60 Watt. ook stonden hier twee kachels van elk 3 Kilowatt. Voor de afzuiging van de vervuilde lucht hing hier een afzuigventilator en een ozonventilator van 400 Watt, gekoppeld aan een koolstoffilter. In de tussenruimte lagen zeven droognetten op de grond. Aan het plafond in deze ruimte zaten 7 haken gemonteerd, waaraan deze droognetten zouden kunnen hangen. Verder stonden hier drie ventilatoren van elk 60 Watt, lagen er twee ozonventilatoren, stond er een vervuilde cannacutter, een spanningsregelaar. In de voorste ruimte stond een gaskachel en lagen twee luchtbevochtigers.
Begane grond en achter woning
Hier werden onder andere aangetroffen: 25 nog niet aangebroken jerrycans, waarin volgens het opschrift groei- en stimuleringsmiddelen voor hennepplanten zou zitten, armaturen met ingebouwde trafo's voor assimilatielampen, losse assimilatielampen, schakelborden, (gas) kachels, dompelpompen, losse trafo's , tijdschakelaars, ventilatoren en een luchtafzuiger.
Aanhangwagen
Bij de woning stond een aanhangwagen voorzien van het kenteken [kenteken]. In deze
aanhangwagen lagen diverse vuilniszakken met wortelvoeten van hennepplanten, een dompelpomp, een buisventilator en verder zat in een van de vuilniszakken in totaal 45
hennepstekken.
Vaststelling hennep
Wij, verbalisanten, constateerden op grond van onze kennis en ervaring, opgedaan bij
eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren. Wij, verbalisanten, constateerden, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm, en daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten
betroffen. Met hennep wordt bedoeld elk deel van de plant van het geslacht Cannabis (hennep), waaraan de hars niet is onttrokken, met uitzondering van de zaden. De bovenstaande hennep is vermeld op lijst II behorende bij de Opiumwet en verboden in artikel 3 en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Opiumwet.
Stroomvoorziening
De stroomvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [naam], fraude-inspecteur bij netwerkbeheerder Enexis. Hierbij werd geconstateerd dat de stroomvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen eerdere oogst van [verbalisant 3] en
[verbalisant 2] van 2 mei 2017 (Bonfire, pag. 83) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
De filterdoeken van de koolstoffilters van de kweekruimtes waren extreem vervuild. Bij het verplaatsen van de bevestiging bleek dat op de plaatsen waar deze was aangebracht, het filterdoek een lichtere kleur vertoonde ten opzichte van de kleur van het overige filterdoek. Het is aannemelijk dat de vervuiling van het filterdoek in de kwekerij is opgetreden nadat het koolstoffilter in de kwekerij was bevestigd. De vervuiling van het filterdoek treedt pas na langere tijd op en veroorzaakt kleine stofdeeltjes, voornamelijk afkomstig van het droge kweekmedium waarin hennepplanten worden gekweekt. Door de sterke afzuiging van de afgewerkte lucht in de kwekerij komen deze stofdeeltjes op het filterdoek terecht; Zichtbaar was dat de filtermatten van de koolstoffilters in de kweekruimte vervuild waren geraakt. Er was sprake van een kalkafzetting in de watervaten.
Er was sprake van een kalkafzetting op de dompelpompen in de watervaten en in de droge waterpompen op de vloer van de kweekruimtes.
Er was sprake van een kalkafzetting in de bakken voor de retouropvang van teveel toegediend water met voedingsstoffen.
Er was sprake van schimmelvorming in de kweekruimtes tegen de wanden en het plafond.
Er was sprake van algengroeí tegen de wanden van de kweekruimtes en op de vloer.
Er was sprake van een extreme stofafzetting op de in de kweekruimtes aanwezige apparatuur. Bij de aanzuigslang waar verse lucht voor de kweekruimtes werd aangezogen was sprake van een ernstige vervuiling in de aanzuigopening.
In de kweekruimtes werden hennepresten aangetroffen van eerder geoogste hennepplanten. In de kweekruimtes werd ernstig verkleurd purschuim aangetroffen. Door warmte en fel licht was dit al weer poreus aan het worden.
In een paardenbox werden meerdere gebruikte hennepgerelateerde attributen aangetroffen zoals: gebruikt bodemfolie, gebruikt isolatiemateriaal, vervuilde kweekbakken, gebruikte dompelpompen, gebruikte koppelstukken waarop flexibele slangen werden aangesloten, transformatoren.
Door het zelf opkweken van hennepstekken was de verdachte niet afhankelijk van de aankoop van hennepstekken van derden.
Uitgaande van de melding de dato mei 2014, de vervuiling van de kweek- en droogruimtes, de netmetingen van Enexis en de diefstal van elektrische energie is het aannemelijk dat er sinds mei 2014 meerdere oogsten van hennepplanten in deze kweekruimte zijn geweest. Normaliter kunnen op jaarbasis 5 oogsten van hennepplanten per kweekruimte worden geoogst.
3.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344a, eerste lid onder 5 Sv zijnde de “aangifte diefstal/verduistering elektriciteit” van [aangever] van 8 mei 2017 (Bonfire, pag. 194) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik, [aangever], ben gerechtigd tot het doen van aangifte van strafbare feiten die worden gepleegd ten nadele van Enexis Netbeheer B.V.
Op 1 mei 2017 werd een hennepkwekerij met diefstal energie aangetroffen in het pand op het adres [adres] te [plaats].
Uit onze administratie blijkt dat [medeverdachte] in elk geval op het moment van binnentreden op 1 mei 2017 contractant is op genoemd perceel. Met contractant wordt bedoeld dat met deze persoon een overeenkomst is afgesloten betreffende de aansluiting en transport van energie naar genoemd pand.
Mijn aangifte is gebaseerd op waarnemingen die fraude-inspecteur [naam] ter plaatse heeft gedaan.
Uit onderzoek bleek dat er een illegale aansluiting na de hoofdbeveiliging was gemaakt in de
hoofdaansluitkast. Er was een illegale elektriciteitskabel aangelegd die buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de elektrische installatie in het betreffende pand en voorzag de aangesloten installatie van elektriciteit. Om deze aftakking te kunnen realiseren is het noodzakelijk geweest dat het door Enexis verzegelde deksel van de hoofdaansluitkast gedemonteerd is of is geweest. De door Enexis aangebrachte zegels zijn dus verwijderd, vervangen en of gemanipuleerd.
Uit onderzoek bleek dat de elektriciteitsmeter is beschadigd en/of gemanipuleerd met als doel de correcte registratie van de afgenomen hoeveelheid energie te beïnvloeden.
Hiervoor heeft Enexis geen toestemming verleend.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] van 8 maart 2023 (Map 2 Bonfire, pag. 805) bevattende een overzicht van contante stortingen in de periode van 15 mei 2014 tot en met 7 juli 2023 met pasnummer [nummer 2] en in de periode van 31 van 31 juli 2017 tot en met 30 december 2016 met pasnummer [nummer 1].
5.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] van 17 mei 2018 (Map 2 Bonfire, pag. 842) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
2014
#1000 Kas: De contante stortingen (#1130 ING) worden voornamelijk in het begin van het jaar (eerste halfjaar) via #2000 Kruisposten/#1000 Kas verantwoord. De verwerking van de kas vindt in de loop van de periode op een later tijdstip plaats dan (de verwerking van) de contante storting.
(#1130 ING/#2000 Kruisposten)
[Afbeelding]
(#2000 Kruisposten/#1000 Kas)
[Afbeelding]
Uit de administratie van [bedrijf 1] B.V. (PV153) blijkt dat gedurende 2014 op meerdere
momenten sprake is van een negatieve kas (er worden meer uitgaven verantwoord dan dat er geld in kas zit). Voor deze vaststelling is gebruik gemaakt van grootboekrekening #1000 Kas. Uit die grootboekrekening blijkt ook dat er stortingen in de kas worden verantwoord met omschrijving 'Strippenkaart ...'. Die stortingen zijn ronde bedragen en in de daaropvolgende jaren wordt een dergelijke omschrijving niet meer verantwoord.
Verschillende afstortingen dragen bij aan een negatief kassaldo en dat verschillende stortingen met omschrijving 'Strippenkaart ...' er mede voor zorgen dat het kassaldo weer positief wordt.
Verder blijkt dat in 2014 relatief veel omzet via de kas (Kasboek (JournalDesc)) is verantwoord op #8010 Omzet contributie laag.
2015
#1650 RC [medeverdachte]: Gedurende 2015 worden verschillende contante stortingen geboekt op #2000 Kruisposten (in totaal € 102.185), maar per jaareinde vindt op die grootboekrekening per saldo een boeking (via Memoriaal) plaats naar #1650 RC [medeverdachte]. Dit zorgt ervoor dat ultimo 2015 op #2000 Kruisposten een saldo resteert van € 35.578,25. Dit verantwoorde bedrag heeft een logische strekking, omdat het aansluit met een tweetal boekingen met de omschrijving: 'Incasso jan', welke eind 2015 worden geboekt. De incassobatch is mogelijk aan het einde van het jaar verwerkt (afboeking van debiteuren), maar de verkrijging van de middelen vindt dan in het nieuwe jaar plaats.
[bedrijf 2] B.V.
[Afbeelding]
6.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 5] van 21 juni 2017 (Map 2 Bonfire, pag. 698) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de uitgeleverde gegevens zag ik onder meer het volgende:
Tenaamstelling [rekeningnummer 1]
[bedrijf 2] B.V.
Contante stortingen
De volgende bedragen worden contant op bankrekening [rekeningnummer 2] ten name van
[bedrijf 2] BV gestort:
11-01-2017 € 5.000,00
16-01-2017 € 4.500,00
07-04-2017 € 11.300,00
18-04-2017 € 14.000,00
In totaal betreft dit een bedrag van € 34.800,00.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 4] van 6 maart 2018 (Map 2 Bonfire, pag. 785) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de uitgeleverde gegevens zag ik onder meer het volgende:
[rekeningnummer 3]
Tenaamstelling: [bedrijf 3] B.V.
Contante storting/opname
Er is € 6.900 gestort op 14-08-2015 (omschrijving: STORTING ING (…) PASVOLGNR [nummer 3] (…)
Op 17-08-2015 heeft een opname van € 6.800 plaatsgevonden (omschrijving: GELDOPNAME
PASVOLGNR [nummer 3] (…)).
8.
Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] van 17 april 2018 (Map 3 Bonfire, pag. 1250) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij geldt
O: opmerkingen verbalisanten
V: vraag verbalisanten
A: antwoord verdachte
V: Welke rechtspersonen die gelieerd zijn aan [medeverdachte] zijn een relatie van [bedrijf 5] en sinds wanneer?
A: [bedrijf 1] BV, [bedrijf 6] BV, [bedrijf 2] BV, [bedrijf 7] BV, [bedrijf 3] BV.
Voor [bedrijf 8] BV en [bedrijf 9] BV heb ik werkzaamheden verricht, maar deze bestaan niet meer. Voor [bedrijf 10] BV heb ik werkzaamheden verricht. Sinds 2011 verricht ik/[bedrijf 11] BV werkzaamheden voor deze BV's.
V: Wie was uw opdrachtgever bij de verschillende [bedrijf 1]'s, [bedrijf 6] BV en [bedrijf 7] BV?
A: Dat was altijd de heer [medeverdachte].
V: Wie was uw opdrachtgever bij [bedrijf 2] BV en [bedrijf 3]?
A: Dat was eveneens [medeverdachte].
V: Wie waren volgens u de feitelijk leidinggevenden bij de verschillende [bedrijf 1]'s, [bedrijf 6] BV, [bedrijf 7] BV, [bedrijf 2] BV en [bedrijf 3] BV?
A: Dat was [medeverdachte].
O: Wij hebben gezien dat er veel contante stortingen door [medeverdachte] zijn gedaan waarbij deze geboekt worden via de [medeverdachte].
V: Waarom worden er zoveel contante stortingen gedaan door [medeverdachte]?
A: Dat kwam omdat de financiële situatie van [bedrijf 1] penibel is. Volgens mij zijn er de laatste tijd geen contante betalingen geweest. Niet na mei 2017.
V: Hoe was de solvabiliteit van de verschillende rechtspersonen?
A: Dat was dramatisch van al die rechtspersonen.
[bedrijf 1] BV
O: Op bankrekening [rekeningnummer 4] tnv [bedrijf 1] BV worden in de periode april 2015 t/m december 2016 een aantal bedragen ontvangen van en overgeboekt naar bankrekening [rekeningnummer 5] tnv [verdachte]. Per saldo ontvangt [bedrijf 1] BV een bedrag van € 11.890,34.
V: Wie heeft de overboekingen naar de bankrekening tnv [bedrijf 1] BV uitgevoerd?
A: De uitvoering werd door mij gedaan.
A: Dat kwam omdat er altijd een dreiging beslaglegging was door de banken. Daarom werden bedragen op mijn rekening gestort en later teruggestort op de zakelijke rekening van [bedrijf 1]. Het initiatief daarvoor ging uit van [medeverdachte].
V: Kon u betalingen namens [bedrijf 1] uitvoeren?
A: Ik was gemachtigd. De gemachtigden waren dhr. [medeverdachte] en ik.
A: (…) dat [medeverdachte] mij gevraagd heeft om contante bedragen Van [bedrijf 1] op mijn INGrekening te storten met hetzelfde doel om het saldo van de rekening van [bedrijf 1] laag te houden. En die bedragen heb ik vervolgens overgeboekt naar de rekening van Olympic. In opdracht van [medeverdachte] werden de bedragen gesplitst om te voorkomen dat bank dergelijke hogere stortingen moesten melden.
O: Op 05-07-2016 vindt er een contante storting van € 9.950 plaats op [rekeningnummer 4] tnv [bedrijf 1] BV, welke in de administratie is uitgesplitst in
2 bedragen, waaronder € 2.000 op #2000 Kruisposten met omschrijving: Hr [verdachte] terug [rekeningnummer 5] [rekeningnummer 6] Hr [verdachte]
V: Wat kunt u verklaren over deze boeking?
A: Het enige wat ik kan bedenken, net als bij de andere rekeningen, dat ik moest zorgen dat het weer op "0" moest uitkomen.
V: Stortte u wel eens geld op de zakelijke rekening van [bedrijf 1]?
A: Dat gebeurde wel eens.
V: Wist u wat de herkomst van dit geld was.
A: Ik weet alleen dat ik het geld van [medeverdachte] kreeg.
A: (…) het waren contante stortingen van [medeverdachte]. Het ging om bedragen van 5 tot 15 duizend euro per keer.
9.
Het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] van 18 april 2018 (Map 3 Bonfire, pag. 1264) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Waarbij geldt
O: opmerkingen verbalisanten
V: vraag verbalisanten
A: antwoord verdachte
Contante stortingen
[bedrijf 1] BV
O: Op bankrekening [rekeningnummer 4] tnv [bedrijf 1] BV wordt in de periode maart 2014 t/m december 2016 een aantal keren een contant bedrag gestort, totaal betreft het € 551.427,37.
V: Wie heeft dit geld op deze bankrekening gestort?
A: Het merendeel van deze stortingen heb ik gedaan in opdracht van [medeverdachte]. De overige stortingen werden door [medeverdachte] zelf gedaan.
V: Waar kwam dit geld vandaan?
A: [medeverdachte] gaf aan dat dit van een vriend van hem afkomstig was.
A: Ik verwerkte deze bankmutaties op [medeverdachte].
V: Wiens opdracht was dit?
A: In overleg met [medeverdachte] heb ik dit zo geboekt.
[bedrijf 2] BV
O: Op bankrekening [rekeningnummer 7] tnv [bedrijf 2] BV wordt in de periode 01-01-2014 t/m 28-04-2017, 4 keer een contant bedrag gestort. Totaal betreft dit
€ 34.800,00.
V: Wie heeft dit geld op deze bankrekening gestort?
A: Dat zal ik in opdracht van [medeverdachte] gedaan hebben.
A: [medeverdachte] gaf mij aan dat het van een vriend afkomstig was.
[bedrijf 3] BV
O: Op bankrekening [rekeningnummer 3] tnv [bedrijf 3] BV wordt op 14-08-2015 een contant bedrag gestort van € 6.900,00.
V: Wie heeft dit geld op deze bankrekening gestort?
A: Dat heb ik ook gedaan in opdracht van [medeverdachte].
A: [medeverdachte] gaf mij aan dat het van een vriend afkomstig was.
V: Hoe overhandigde [medeverdachte] in zijn algemeenheid dat geld aan u?
A: Hij overhandigde dat in een envelop of een plastic zak.
A: Het waren veelal kleine coupures, kleiner dan € 100,-.
V: Hoe wist u op welke rekening deze contante bedragen gestort moesten worden?
A: [medeverdachte] gaf aan op welke rekening dit gestort moest worden.
Contante betalingen
A: Ik weet dat [medeverdachte] regelmatig crediteuren contant betaalde.
V: Hoe werd dat in de administratie verwerkt?
A: Meestal werden de crediteuren afgeboekt ten gunste van de [medeverdachte].
V: Was dat ook in opdracht van [medeverdachte]?
A: Dat heb ik altijd in overleg met [medeverdachte] gedaan.
V: Hoe wist u van het bestaan van deze contant betaalde crediteuren?
A: Dan kreeg ik van [medeverdachte] een factuur met hierop geschreven 'contant betaald [medeverdachte]'.
RC boekingen
O: Wij zien boekingen in relatie met omzet.
A: Het was een idee van [medeverdachte] om omzet bij te boeken om de schuld af te laten nemen.
A: Dat was geen echte omzet.
A: Het is een informele kapitaalstorting naar mijn idee. Windowdressing.