2 De tenlastelegging
De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 4 mei 2022 als houder van dieren in de uitoefening van een bedrijf (opzettelijk) runderen heeft gehouden/gehuisvest in een gebrekkige behuizing onder onvoldoende hygiënische omstandigheden, met onvoldoende geschikt voer en onvoldoende waterbakken;
feiten 2 en 4: op 4 mei 2022 en 1 september 2022 als houder van dieren in de uitoefening van een bedrijf (opzettelijk) runderen heeft gehouden/gehuisvest in een gebrekkige behuizing, aan welke behuizing de dieren zich konden verwonden;
feit 3: op 1 september 2022 als houder van dieren in de uitoefening van een bedrijf (opzettelijk) runderen heeft gehouden/gehuisvest in een gebrekkige behuizing onder onvoldoende hygiënische omstandigheden en met onvoldoende waterbakken.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
zij op of omstreeks 04 mei 2022 te Groenlo, in de gemeente Oost Gelre, in elk geval
in Nederland,
als houder van dieren, te weten runderen, al dan niet opzettelijk, er geen zorg voor
heeft gedragen dat:
A. één of meer rund(eren) (op de deel, zie p. 4 en 16 t/m 19 proces-verbaal) over een
toereikende behuizing beschikte(n) onder voldoende hygiënische omstandigheden,
immers waren de ligboxen en/of roostervloeren bevuild met natte mest en urine
en/of waren de poten, flanken en buik(en) van de rund(eren) bevuild met natte en
opgedroogde mest, en/of
B. 9 runderen (in de jongveestal, zie p. 4 en 16 t/m 19 proces-verbaal), althans één of
meer rund(eren), over een toereikende behuizing beschikte(n) onder voldoende
hygiënische omstandigheden, immers was de roostervloer bedekt met een dikke
laag dunne mest van ongeveer 5 tot 10 cm en/of waren de buik(en) en knieën van de
rund(eren) bevuild met natte en opgedroogde mest, en/of
C. 15 runderen (op de deel en de jongveestal, zie p. 4, 5 en 16 t/m 19
proces-verbaal), althans één of meer rund(eren), een toereikende hoeveelheid
gezond en voor de soort en leeftijd geschikt voer kregen/kreeg toegediend op een
wijze die past bij het ontwikkelingsstadium van het dier, immers was het
voordroogkuil zeer droog en/of grof en/of van zeer matige kwaliteit en/of had(den)
de rund(eren) een duidelijk zichtbare ruggengraat, dwarsuitsteeksels en
doornuitsteeksels en/of nauwelijks spierweefsel op de rug en ribben, en/of
D. 40 runderen (in de ligboxenstal, zie p. 5 proces-verbaal), althans één of meer
rund(eren), toegang had(den) tot een toereikende hoeveelheid water van passende
kwaliteit of op een andere wijze aan hun behoefte aan water kon(den) voldoen,
immers was/waren onvoldoende waterbakken aanwezig voor voornoemde
rund(eren),
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een
bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren
aangewezen soorten of categorieën worden gehouden;
2
zij op of omstreeks 04 mei 2022 te Groenlo, in de gemeente Oost Gelre, in elk geval
in Nederland,
als houder van dieren, te weten runderen, al dan niet opzettelijk,
9 runderen (in het rechterhok van de jongveestal, zie p. 5, 20 en 21 proces-verbaal),
althans één of meer rund(eren), heeft gehouden en/of gehuisvest en/of laten
verblijven in een behuizing die niet op zodanige wijze was ontworpen, gebouwd
en/of onderhouden dat
- bij die dieren geen letsel of pijn werd veroorzaakt, en/of
- geen scherpe randen en/of uitsteeksels bevatte, waaraan die dieren zich konden
verwonden,
immers waren in de behuizing waar voornoemde rund(eren) verbleven meerdere
boxafscheidingen afgebroken en/of waren afgebroken buizen met scherpe randen
aanwezig die enkele centimeters boven de ligplaatsen uitstaken,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een
bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren
aangewezen soorten of categorieën worden gehouden;
3
zij op of omstreeks 01 september 2022 te Groenlo, in de gemeente Oost Gelre, in elk
geval in Nederland,
als houder van dieren, te weten runderen, al dan niet opzettelijk, er geen zorg voor
heeft gedragen dat:
A. één of meer rund(eren) (op de deel, zie p. 9 en 22 proces-verbaal) over een
toereikende behuizing beschikte(n) onder voldoende hygiënische omstandigheden,
immers waren de ligboxen en/of roostervloeren bevuild met natte mest en urine
en/of waren de poten, flanken en buik(en) van de rund(eren) bevuild met natte en
opgedroogde mest, en/of
B. 40 runderen (in de ligboxenstal, zie p. 9 proces-verbaal), althans één of meer
rund(eren), toegang had(den) tot een toereikende hoeveelheid water van passende
kwaliteit of op een andere wijze aan hun behoefte aan water kon(den) voldoen,
immers was/waren onvoldoende waterbakken aanwezig voor voornoemde
rund(eren),
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een
bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren
aangewezen soorten of categorieën worden gehouden;
4
zij op of omstreeks 01 september 2022 te Groenlo, in de gemeente Oost Gelre, in elk
geval in Nederland,
als houder van dieren, te weten runderen, al dan niet opzettelijk,
7 runderen (in het rechterhok van de jongveestal, zie p. 9, 23 en 24 proces-verbaal),
althans één of meer rund(eren), heeft gehouden en/of gehuisvest en/of laten
verblijven in een behuizing die niet op zodanige wijze was ontworpen, gebouwd
en/of onderhouden dat
- bij die dieren geen letsel of pijn werd veroorzaakt, en/of
- geen scherpe randen en/of uitsteeksels bevatte, waaraan die dieren zich konden
verwonden,
immers waren in de behuizing waar voornoemde rund(eren) verbleven meerdere
boxafscheidingen afgebroken en/of lagen er buiten losliggende stenen en/of waren
er uitstekende delen aanwezig aan de mestmixer en/of was een brede opening van
de mestkelder aanwezig,
zulks terwijl voornoemde overtredingen plaatsvonden in de uitoefening van een
bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, van de Wet dieren
aangewezen soorten of categorieën worden gehouden.
10 De beslissing
afwijzing voorwaardelijk verzoek
- wijst af het verzoek van de verdediging tot aanhouding van de uitspraak ten behoeve van het opmaken van een reclasseringsrapportage;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt haar daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feiten 1 en 3
telkens het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 2.2, tiende lid, onderdeel d van de Wet dieren, terwijl deze overtreding plaatsvindt in de uitoefening van een bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, aangewezen soort of categorieën, worden gehouden, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
feiten 2 en 4
telkens het misdrijf: overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 2.2, tiende lid, onderdeel b van de Wet dieren, terwijl deze overtreding plaatsvindt in de uitoefening van een bedrijf waar dieren van krachtens artikel 2.3, tweede lid, aangewezen soort of categorieën, worden gehouden, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot de stillegging van de gehele onderneming voor de duur van
1 (één) jaar;
tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf met parketnummer 84.205720.19
- wijst de vordering af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.S. de Waard, voorzitter, mr. D. van den Berg en
mr. J.W. Bollen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R. van der Hulst, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2023.