[eisers] vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht zal verklaren dat de door [gedaagde] afgebroken erfafscheiding op de juridische erfgrens tussen de percelen van partijen stond;
II. voor recht zal verklaren dat de in de zomer van 2023 door [gedaagde] opgerichte erfafscheiding niet op de juridische erfgrens tussen de percelen van partijen staat, maar op het perceel van [eisers];
III. voor recht zal verklaren dat de eigendom van het ten processe bedoelde stukje grond van het vrije hoekje door verjaring is overgegaan op [eisers];
IV. [gedaagde] zal veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis volledige medewering te verlenen aan inschrijving van de onder III. gevorderde verklaring voor recht in de openbare registers van het Kadaster, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat hij niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,-;
V. [gedaagde] zal veroordelen om de helft van de kosten verbonden aan- en samenhangend met de inschrijving van de verjaring in het Kadaster te dragen, waaronder in elk geval de noodzakelijke notariskosten en de door het Kadaster in rekening te brengen kosten;
VI. [gedaagde] zal veroordelen om de door hem geplaatste schutting binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis te (laten) verwijderen en deze op de oorspronkelijke plek te plaatsen, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat hij niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,-;
VII. [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover.