Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBOVE:2024:4869

Rechtbank Overijssel
17-09-2024
24-09-2024
11082599 \ CV EXPL 24-1787
Civiel recht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Partijen zijn buren van elkaar. Hun percelen grenzen aan elkaar. De schutting van gedaagde heeft tot medio 2023 in een hoek gestaan. Eisers hebben in 2018 een extra perceel grond van de gemeente gekocht. Zij hebben het gedeelte van hun tuin op dit perceel grond op de stand van de schutting van gedaagde aangepast. Zij hebben een hek geplaatst dat over het stukje grond van het vrije hoekje opent. Medio 2023 heeft gedaagde zijn schutting vernieuwd en in een rechte hoek geplaatst. Hierdoor kan het hek van eisers niet meer ver genoeg open om de auto verderop, naast hun woning, te kunnen parkeren.

In deze zaak gaat het in de kern over de vraag of de door gedaagde geplaatste schutting zo mag blijven staan of niet. Eisers stellen dat het stukje grond van het vrije hoekje door verjaring onderdeel van het door hun van de gemeente gekochte extra perceel grond is gaan uitmaken en dat de nieuwe door gedaagde opgerichte erfafscheiding niet op de juridische erfgrens van partijen staat, maar op het genoemde extra perceel grond van eisers De kantonrechter volgt eisers niet in die stelling en is van oordeel dat de schutting kan blijven staan. Er is niet aan de vereisten van verjaring voldaan. De vorderingen van eisers zullen worden afgewezen. Eisers worden veroordeeld in de proceskosten.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Zwolle

Zaaknummer: 11082599 \ CV EXPL 24-1787

Vonnis van 17 september 2024

in de zaak van

1 [eiser 1],

te [woonplaats 1],
2. [eiser 2],

te [woonplaats 2],

eisende partijen,

hierna samen te noemen: [eisers],

gemachtigde: mr. M.L.A. Schutte,

tegen

[gedaagde] ,

te [woonplaats 3],

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde],

gemachtigde: mr. J.R.T. Jonker.

1 De zaak in het kort

1.1.

Partijen zijn buren van elkaar. Hun percelen grenzen aan elkaar. De schutting van [gedaagde] heeft tot medio 2023 in een hoek gestaan. [eisers] hebben in 2018 een extra perceel grond van de gemeente gekocht. Zij hebben het gedeelte van hun tuin op dit perceel grond op de stand van de schutting van [gedaagde] aangepast. Zij hebben een hek geplaatst dat over het stukje grond van het vrije hoekje opent. Medio 2023 heeft [gedaagde] zijn schutting vernieuwd en in een rechte hoek geplaatst. Hierdoor kan het hek van [eisers] niet meer ver genoeg open om de auto verderop, naast hun woning, te kunnen parkeren.

1.2.

In deze zaak gaat het in de kern over de vraag of de door [gedaagde] geplaatste schutting zo mag blijven staan of niet. [eisers] stellen dat het stukje grond van het vrije hoekje door verjaring onderdeel van het door hun van de gemeente gekochte extra perceel grond is gaan uitmaken en dat de nieuwe door [gedaagde] opgerichte erfafscheiding niet op de juridische erfgrens van partijen staat, maar op het genoemde extra perceel grond van [eisers] De kantonrechter volgt [eisers] niet in die stelling en is van oordeel dat de schutting kan blijven staan. Er is niet aan de vereisten van verjaring voldaan. De vorderingen van [eisers] zullen worden afgewezen. [eisers] worden veroordeeld in de proceskosten. Hierna legt de kantonrechter zijn beslissing uit.

2. De procedure

2.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding,
- de conclusie van antwoord,
- de brief waarin een mondelinge behandeling is bepaald,

- het bericht van 30 augustus 2024 met producties van [eisers],
- de mondelinge behandeling van 10 september 2024, waarvan door de griffier zittingsaantekeningen zijn gemaakt. Beide advocaten hebben pleitnotities overgelegd. Deze zijn aan het dossier toegevoegd.

2.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

3 De feiten

3.1.

[eisers] zijn sinds maart 1994 eigenaren van de woning aan het adres [adres 1]. Sinds 2018 zijn [eisers] eveneens eigenaren van het daarnaast gelegen perceel met het kadastrale nummer [nummer 1]. Zij hebben dit gekocht van de gemeente Raalte. Het perceel was toen deels bestraat door de gemeente en deels bestond het uit openbaar groen, dat door de gemeente onderhouden werd. Naast perceel [nummer 1] ligt het perceel met het kadastrale nummer [nummer 2]. Sinds medio 2018 is [gedaagde] eigenaar van dit perceel en het daarnaast gelegen perceel [nummer 3] met de daarop staande woning aan het adres [adres 2]. [gedaagde] heeft deze 2 percelen gekocht van [naam 1], die deze twee percelen had gekocht van [naam 2], die op zijn beurt het perceel [nummer 2] in 1994 had gekocht van de gemeente Raalte.

3.2.

De erfafscheiding tussen de percelen [nummer 1] en [nummer 2] is al jaren een schutting. Sinds [eisers] de woning aan de [adres 1] kochten heeft die schutting tot medio 2023 in een hoek gestaan, in die zin dat het tegen perceel [nummer 1] gelegen stukje grond van een driehoekig puntje aan de zuidoostzijde van perceel [nummer 2] (gezien vanaf het perceel [nummer 1]) niet binnen, maar buiten de schutting viel (hierna: het stukje grond van het vrije hoekje). Medio 2023 heeft [gedaagde] de schutting vervangen door een nieuwe schutting en heeft hij de schutting in een rechte/haakse hoek geplaatst. Daardoor is er niet langer sprake van een vrij hoekje: het stukje grond van het vrije hoekje ligt sedertdien (bezien vanuit het perceel [nummer 1]) binnen de schutting. Ten gevolge daarvan kan het door [eisers] op perceel [nummer 1] aangebrachte hek niet meer ver genoeg open om hun auto, verderop, naast hun woning, te kunnen parkeren.

4 Het geschil

4.1.

[eisers] vorderen dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. voor recht zal verklaren dat de door [gedaagde] afgebroken erfafscheiding op de juridische erfgrens tussen de percelen van partijen stond;

II. voor recht zal verklaren dat de in de zomer van 2023 door [gedaagde] opgerichte erfafscheiding niet op de juridische erfgrens tussen de percelen van partijen staat, maar op het perceel van [eisers];

III. voor recht zal verklaren dat de eigendom van het ten processe bedoelde stukje grond van het vrije hoekje door verjaring is overgegaan op [eisers];

IV. [gedaagde] zal veroordelen om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis volledige medewering te verlenen aan inschrijving van de onder III. gevorderde verklaring voor recht in de openbare registers van het Kadaster, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat hij niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,-;

V. [gedaagde] zal veroordelen om de helft van de kosten verbonden aan- en samenhangend met de inschrijving van de verjaring in het Kadaster te dragen, waaronder in elk geval de noodzakelijke notariskosten en de door het Kadaster in rekening te brengen kosten;

VI. [gedaagde] zal veroordelen om de door hem geplaatste schutting binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis te (laten) verwijderen en deze op de oorspronkelijke plek te plaatsen, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat hij niet aan die veroordeling voldoet, met een maximum van € 100.000,-;

VII. [gedaagde] zal veroordelen in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover.

4.2.

[eisers] hebben aan hun vorderingen ten grondslag gelegd dat de rechte zijden van de nieuwe schutting van [gedaagde] over de kadastrale grens van perceel [nummer 1] zijn gezet en dus op hun perceel staan. Er is aldus sprake van overbouw. Verder hebben zij aangevoerd dat zij door verkrijgende en/of bevrijdende verjaring eigenaren zijn geworden van het stukje grond van het vrije hoekje. De schutting heeft volgens hen sinds 1994 tot medio 2023, en dus meer dan 20 jaren, in een hoek gestaan en is sinds die tijd bij de eigenaren van perceel [nummer 1] in bezit geweest. Daardoor is het stukje grond van het vrije hoekje van perceel [nummer 2] onderdeel gaan uitmaken van perceel [nummer 1]. Omdat [eisers] de eigenaren zijn van perceel [nummer 1] zijn zij dus de eigenaren geworden van het stukje grond van het vrije hoekje, aldus [eisers]

4.3.

[gedaagde] voert verweer. [gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisers], dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eisers], met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de kosten van deze procedure.

4.4.

[gedaagde] heeft betwist dat de rechte zijden van de nieuwe schutting over de kadastrale grens zijn gebouwd. Van overbouw is volgens hem dus geen sprake. Van eigendomsverkrijging van het stukje grond van het vrije hoekje door verjaring is evenmin sprake. De gemeente Raalte heeft de eigendom van het strookje grond van het vrije hoekje niet verkregen, omdat de gemeente zich nooit als rechthebbende heeft beschouwd van dat stukje grond en zich zo ook nooit heeft gedragen. Van goede trouw bij de gemeente is nooit sprake geweest. En nu [eisers] perceel [nummer 1] pas in 2018 hebben gekocht en sindsdien nog geen 10 jaren zijn verstreken, gaat het beroep op verkrijgende verjaring niet op. Het beroep op de bevrijdende verjaring strandt volgens [gedaagde], omdat de gemeente Raalte met betrekking tot het stukje grond van het vrije hoekje geen handelingen heeft verricht, waaruit [gedaagde] en zijn rechtsvoorgangers hebben moeten afleiden dat de gemeente pretendeerde eigenaar te zijn.

4.5.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5 De beoordeling

5.1.

De kantonrechter overweegt als volgt. Voor wat betreft de stelling dat er sprake is van overbouw wordt geoordeeld dat dit is betwist en dat die stelling in het licht van die betwisting onvoldoende onderbouwd is. Door [eisers] zijn geen kadastrale gegevens overgelegd waaruit overbouw blijkt. [eisers] hebben als productie 10 wel foto’s overgelegd waaruit volgens hen de overbouw van de schutting op hun perceel af te leiden zou zijn, maar zonder nadere toelichting die ontbreekt, kan dit niet uit die foto’s worden opgemaakt. Productie 6 van [eisers] is een door [eisers] zelf ingekleurde kaart en daarmee van geen betekenis. De overgelegde schriftelijke verklaring van [naam 3] is te mager. Hoe hij weet dat er op de grond van [eisers]is gebouwd, blijkt daar niet uit. Nu ook overigens geen stukken zijn overgelegd waaruit volgt dat de nieuwe schutting op het perceel [nummer 1] van [eisers] is gebouwd, wordt aan die stelling van [eisers] voorbij gegaan.

5.2.

Voor wat betreft het beroep op de verkrijgende verjaring wordt geoordeeld dat dit niet opgaat. Nog daargelaten dat naar het oordeel van de kantonrechter niet geoordeeld kan worden dat de gemeente Raalte bezitshandelingen heeft verricht gedurende een periode van 10 jaren, gelijk hierna nog gemotiveerd zal worden, kan van de door artikel 3:99 BW vereiste goede trouw van de gemeente Raalte naar zijn oordeel evenmin sprake zijn geweest. De gemeente Raalte heeft zich zelf redelijkerwijs nooit als rechthebbende mogen beschouwen van het stukje grond van het vrije hoekje. Zij heeft zelf perceel [nummer 2] in 1994 aan [naam 2] verkocht en uit zijn schriftelijke verklaring (in combinatie met de door [eisers] als productie 10 overgelegde akte van 15 december 1994) valt af te leiden dat de schutting sedertdien steeds (bezien vanuit perceel [nummer 1]) achter het stukje grond van het vrije hoekje langs heeft gestaan vanwege een door de gemeente Raalte in 1994 jegens [naam 2] (en zijn rechtsopvolgers) bedongen kwalitatieve verplichting om (onder andere) op het stukje grond van het vrije hoekje geen hogere beplanting dan een halve meter te hebben. Bovendien staat vast dat toen de gemeente Raalte nog eigenaar was van het perceel [nummer 1] in de punt van de hoek van het stukje grond van het vrije hoekje (op de kadastrale grens met het perceel [nummer 1] aan) een grenspaal stond. Onder deze omstandigheden kan niet gezegd worden dat bij de gemeente Raalte de wettelijk vereiste goede trouw aanwezig is geweest. Dit laatste is bovendien ook niet te rijmen met het feit dat uit het openbare kadastrale register blijkt dat het stukje grond van de vrije hoekje behoort tot het perceel [nummer 2]. Overigens heeft de gemeente Raalte zich ook nooit als rechthebbende beschouwd, zoals blijkt uit de door [gedaagde] overgelegde verklaring van Brouwer van de gemeente Raalte. Nu niet geoordeeld kan worden dat de gemeente Raalte door verkrijgende verjaring de eigendom van het stukje grond van het vrije hoekje heeft verworven en [eisers] pas in 2018 eigenaren zijn geworden van het perceel [nummer 1], dus nog geen 10 jaren geleden, gaat het beroep op artikel 3:99 BW niet op.

5.3.

Voor wat betreft het beroep op de bevrijdende verjaring word geoordeeld dat dit evenmin opgaat. Voor bevrijdende verjaring is vereist dat de gemeente Raalte het stukje grond van het vrije hoekje in bezit heeft genomen. Vanaf het moment van inbezitneming begint de verjaringstermijn van 20 jaren te lopen. Wil sprake zijn van inbezitneming dan zal de gemeente Raalte de feitelijke macht moeten zijn gaan uitoefenen over dat stukje grond. Maar daartoe zijn, nu [gedaagde] (en zijn rechtsvoorgangers) het bezit van perceel [nummer 2] en daarmee het stukje grond van het vrije hoekje hebben, op zichzelf staande machtsuitoefeningen onvoldoende. De machtsoefening moet zodanig zijn dat deze naar verkeersopvatting het bezit van de oorspronkelijke eigenaar teniet doet. Dat wil zeggen de bezitter, in casu de gemeente Raalte, moet zich zodanig hebben gedragen dat de eigenaar (en zijn rechtsvoorgangers) tegen wie de verjaring loopt, in casu [gedaagde] (en zijn voorgangers), daaruit niet anders hebben kunnen afleiden dan dat de gemeente Raalte pretendeerde eigenaar te zijn. Van dergelijke gedragingen is echter niet gebleken. Het stukje grond van het vrije hoekje is vanaf 1994 tot de aankoop door [eisers] in 2018 immers in gebruik geweest als openbaar groen. [gedaagde] (en zijn rechtsvoorgangers) konden het stukje grond, naar hij onbetwist heeft gesteld, gewoon betreden. Het openbaar groen werd dan wel onderhouden door de gemeente Raalte, maar dat zijn werkzaamheden die slechts incidenteel plaatsvonden. Zo heeft de gemachtigde van [eisers] op zitting medegedeeld dat er circa twee keer per jaar werd geschoffeld. Naar het oordeel van de kantonrechter betreffen de door de gemeente Raalte verrichte onderhoudswerkzaamheden aan het zich mede op het stukje grond van het vrije hoekje bevonden hebbende openbare groen dan ook geen gedragingen waaruit [gedaagde] en zijn rechtsvoorgangers hebben moeten opmaken dat de gemeente Raalte pretendeerde daarvan de eigendom te hebben. Nu ook overigens van dergelijke gedragingen van de gemeente Raalte niet gebleken is, gaat ook het beroep op de bevrijdende verjaring niet op.

5.4.

Gelet op het vorenstaande zal de vordering worden afgewezen.

5.5.

[eisers] zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:

- salaris gemachtigde

542,00

(2 punten × € 271,00)

- nakosten

135,00

(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)

Totaal

677,00

6 De beslissing

De kantonrechter

6.1.

wijst de vorderingen van [eisers] af,

6.2.

veroordeelt [eisers] in de proceskosten van € 677,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eisers] niet tijdig aan de veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,

6.3.

verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.C.M. Manders en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2024.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.