3.1.
Odfjell vordert, voor zover mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad vonnis:
1. gedaagde sub 1 te veroordelen om aan Odfjell te betalen 40% van de navolgende bedragen, en gedaagden sub 2 tot en met 7 ieder te veroordelen om aan Odfjell te betalen 10% van de navolgende bedragen, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de respectieve data dat Odfjell door de gelaedeerde aansprakelijk is gesteld, althans vanaf de data waarop de respectievelijke vaststellingsovereenkomsten met gelaedeerden zijn gesloten, althans vanaf 8 april 2016, althans vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening:
t.a.v. gebeurtenis 1:
- primair: een bedrag van € 945.448,68 in hoofdsom;
- subsidiair: een bedrag van € 935.448,68 in hoofdsom;
- meer subsidiair: een bedrag van € 250.000,00 in hoofdsom;
en
t.a.v. gebeurtenis 2:
- primaireen bedrag van € 3.715.360,43 in hoofdsom;
- subsidiair: een bedrag van € 2.500.000,00 in hoofdsom;
- meer subsidiair: een bedrag van € 250.000,00 in hoofdsom;
en
t.a.v. gebeurtenis 3:
- een bedrag van € 2.500.000,00 in hoofdsom;
2. gedaagde sub 1 te veroordelen om aan Odfjell te betalen ter zake kosten van verweer dan wel kosten van rechtsbijstand 40% van € 251.588,98 en gedaagden sub 2 tot en met 7 ieder te veroordelen om aan Odfjell te betalen 10% van dit bedrag, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente over onderliggende bedragen vanaf de respectievelijke factuurdata (zoals genoemd in productie 92) althans vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
3. Verzekeraars hoofdelijk, des dat betaling door de één mede strekt tot kwijting van de ander, te veroordelen om aan Odfjell te voldoen een bedrag aan buitengerechtelijke kosten van € 6.775,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
4. Verzekeraars hoofdelijk, des dat betaling door de één mede strekt tot kwijting van de ander, te veroordelen in de kosten van het geding, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis, en de nakosten.
3.2.
Odfjell legt hieraan het volgende ten grondslag.
Er hebben zich op de terminal van Odfjell in 2012 drie verschillende schadeveroorzakende gebeurtenissen voorgedaan, te weten:
-
ten gevolge van de beschikking d.d. 18 juni 2012 van DCMR moest Odfjell 15 tanks met een drijvend dak aanpassen, omdat anders DCMR haar niet langer toestond deze 15 tanks te gebruiken. Odfjell heeft de betreffende tanks leeggemaakt, omdat zij niet binnen de door DCMR gestelde termijn kon bewerkstelligen dat de drijvende daken voldeden aan de eisen van DCMR en de bestaande situatie een direct gevaar op een emissie van milieugevaarlijke stoffen opleverde (hierna ook: gebeurtenis 1);
-
uit de livetesten van 22 maart 2012, en 16, 17 en 18 juli 2012 bleek dat de koel- en blusvoorzieningen op de terminal voor de tanks met K1- en K2-stoffen niet goed werkten en/of niet aan de vereisten voldeden, met als gevolg dat in geval van brand deze brand niet adequaat bestreden zou kunnen worden. Door de ten gevolge hiervan uitgegeven beschikkingen van VRR d.d. 4 juni 2012 en 24 juli 2012 was Odfjell direct genoodzaakt om de tanks waarin K1- en K2-stoffen waren opgeslagen leeg te maken (hierna ook: gebeurtenis 2);
-
op 27 juli 2012 heeft Odfjell onder zware druk van de autoriteiten besloten tot een gecontroleerde stillegging van (nagenoeg) de gehele terminal. Dit verdiende de voorkeur boven een gedwongen stillegging op last van het bevoegd gezag ingevolge een handhavingsbeschikking omdat Odfjell op deze manier nog enige mate van regie hield. Er kon echter met zekerheid gezegd worden dat het bevoegd gezag de gehele terminal had stilgelegd als Odfjell dat niet had gedaan (hierna ook: gebeurtenis 3).
Deze gebeurtenissen hebben elk afzonderlijk geleid tot aansprakelijkheid van Odfjell voor door haar relaties geleden schade. De verzekeringsovereenkomst biedt dekking voor de schade die Odfjell lijdt als gevolg van deze aansprakelijkheid, nu zij haar relaties schadeloos heeft gesteld. Er is ten aanzien van gebeurtenis 1 en 2 sprake van bereddingskosten in de zin van artikel 7.3.2.4 van de verzekeringsvoorwaarden TA070-01/1 omdat er sprake was van een onmiddellijk dreigend gevaar, dan wel, subsidiair, door derden geleden schade in de zin van artikel 5.2 van de verzekeringsvoorwaarden TATA070-01/1, dan wel, meer subsidiair, extra kosten in de zin van artikel 5.5.1.2. van de verzekeringsvoorwaarden TA070-01/1. Ten aanzien van gebeurtenis 3 is er sprake van een toerekenbare tekortkoming door Odfjell ten aanzien van haar relaties, waarvan de schade die daarvan het gevolg is op grond van artikel 5.2 van de verzekeringsvoorwaarden TA070-01/1 voor vergoeding in aanmerking komt.
Odfjell vordert nakoming door Verzekeraars van hun verplichtingen uit hoofde van de verzekeringsovereenkomst. Het risico waartegen Odfjell zich verzekerd had, heeft zich verwezenlijkt zodat Odfjell recht heeft op uitkering. De aanspraken in verband met gebeurtenis 1 bedragen in totaal € 945.448,68. De aanspraken in verband met gebeurtenis 2 bedragen in totaal € 3.715.360,43. De aanspraken in verband met gebeurtenis 3 bedragen in totaal € 6.478.332,70. Nu dit bedrag de verzekerde som overschrijdt dient de verzekerde som van € 2.500.000,00 door Verzekeraars te worden uitgekeerd. Hiernaast dient een bedrag van € 211.924,58 aan juridische kosten te worden vergoed op grond van de verzekeringsovereenkomst.