beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
[verzoeker]
, in zijn hoedanigheid van executeur in de nalatenschap van [erflater] ,
wonende te [woonplaats verzoeker] ,
verzoeker,
procederend in persoon,
tegen
1 [verweerster] ,
wonende te [woonplaats verweerster] ,
verweerster,
gemachtigde: mr. E.B. van Griethuysen, advocaat te Haarlem,
2. [belanghebbende],
wonende te [woonplaats belanghebbende] ,
belanghebbende,
niet verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als “ [verzoeker] ”, “ [verweerster] ” (verweerster) en “de erfgenamen” (verweerster en belanghebbende tezamen).
1 Het verloop van de procedure
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
-
het verzoekschrift ex artikel 4:144 lid 3 jo. 4:159 lid 3 BW, met producties;
-
de door [verzoeker] nagezonden producties;
-
het verweerschrift van [verweerster] ;
-
het proces-verbaal van de op 17 april 2019 gehouden mondelinge behandeling.
De kantonrechter heeft de uitspraak van deze beschikking nader bepaald op heden.
2 De vaststaande feiten
2.1.
Op 12 februari 2015 is [erflater] (hierna: erflater) overleden.
2.2.
Erflater heeft bij testament van 13 november 2014 beschikt over zijn nalatenschap en heeft verweerster (zijn zus) en belanghebbende (zijn broer) tot enig erfgenamen benoemd, onder de gehoudenheid een drietal legaten uit te keren.
2.3.
[verzoeker] is in het testament van erflater tot executeur benoemd. [verzoeker] heeft deze benoeming aanvaard in februari 2015.
3 Het verzoek
3.1.
[verzoeker] heeft verzocht zijn loon als executeur vast te stellen op een bedrag van € 9.292,92, althans op een in goede justitie vast te stellen bedrag.
3.2.
Aan zijn verzoek heeft [verzoeker] het volgende ten grondslag gelegd. Vóór het overlijden van erflater heeft [verzoeker] hem begeleid bij vrijwel alle doktersbezoeken. Omdat deze afspraken plaatsvonden tijdens werktijd heeft [verzoeker] een aanzienlijk bedrag aan omzet misgelopen voor zijn eigen bedrijf. In het testament is hiervoor geen compensatie opgenomen. Er is sprake van onvoorziene omstandigheden op grond waarvan [verzoeker] recht heeft op een hogere vergoeding als executeur dan in de wet is voorzien, dan wel is het gerechtvaardigd dat [verzoeker] als executeur wordt gecompenseerd voor de door hem gemaakte kosten in het kader van de afwikkeling van de nalatenschap. [verzoeker] heeft na het overlijden van erflater ook zijn woning leeggehaald en ontruimd. Dit is door de erfgenamen aan de executeur overgelaten en heeft [verzoeker] veel tijd gekost.
Voor de afwikkeling van de formaliteiten heeft [verzoeker] [naam] ingeschakeld, destijds werkzaam bij [bedrijf] . (hierna: [naam] ). De kosten van [naam] bedragen € 2.592,92 inclusief btw en dienen te worden aangemerkt als redelijk gemaakte kosten ten behoeve van de deugdelijke uitvoering van de werkzaamheden als executeur.
Na het overlijden van erflater heeft [verzoeker] geheel onverplicht de zorg op zich genomen van de dertienjarige kat van erflater. De daarmee gepaarde kosten zijn uitvloeisel van zijn functie als executeur en komen derhalve voor rekening van de nalatenschap. Uitgaande van een levensverwachting van twintig jaar en een kostenpost van gemiddeld ten minste € 500,- per jaar, komen de totale kosten voor verzorging van de kat op een totaalbedrag van tenminste € 3.500,-. Voor het afvoeren van de inboedel e.d. en het vervoer van het lichaam van de erflater van het uitvaartcentrum naar het crematorium heeft [verzoeker] aanhangers en een bestelbus gehuurd. Hiermee was ongeveer € 500,- gemoeid.
Sinds februari 2015 is [verzoeker] werkzaam als executeur en hij heeft daarom recht op driemaal 1% van het vermogen van erflater op zijn sterfdag. Dat komt neer op een bedrag van € 2.700,-.
4 Het verweer
[verweerster] heeft tot afwijzing van het verzoek geconcludeerd en daartoe het volgende aangevoerd. Het afwikkelen van de nalatenschap en de daarbij komende taken, zoals het opzeggen van abonnementen en andere praktische zaken omtrent het overlijden van erflater horen bij de taken van de executeur. [verzoeker] heeft onvoldoende onderbouwd dat sprake is van onvoorziene omstandigheden. De financiële afwikkeling van de erfenis is niet dermate ingewikkeld en er hebben zich geen onverwachte situaties voorgedaan. [verzoeker] heeft geen overleg gevoerd met de erfgenamen over de door hem gemaakte extra kosten voor [naam] , zodat die moeten worden afgewezen. De door [naam] uitgevoerde werkzaamheden had [verzoeker] zelf als executeur moeten uitvoeren. [verzoeker] heeft daarnaast er zelf voor gekozen om de kat in huis te nemen, zodat deze kosten ook moeten worden afgewezen. [verzoeker] heeft alleen recht op eenmalig 1% van de nalatenschap en niet op 1% van de nalatenschap voor elk jaar dat hij als executeur werkzaam is, zodat de verzochte vergoeding van € 2.700,- ook moet worden afgewezen.
5 De beoordeling
5.1.
[verzoeker] heeft de kantonrechter verzocht om op grond van het bepaalde in artikel 4:144 lid 2 BW het loon van de executeur vast te stellen.
5.2.
Op grond van artikel 4:144 lid 2 BW komt de executeur 1% van de waarde van het vermogen van de erflater op diens sterfdag toe. In artikel 4:144 lid 3 BW is echter bepaald dat artikel 4:159 lid 3 BW ook van toepassing is. In dat laatste artikel is, voor zover hier van belang, bepaald dat de kantonrechter op grond van onvoorziene omstandigheden voor bepaalde of voor onbepaalde tijd de beloning anders kan regelen dan bij de uiterste wil of de wet is aangegeven.
5.3.
[verzoeker] heeft zich op het standpunt gesteld dat zijn loon moet worden vastgesteld op € 9.292,92. Hij heeft dit bedrag uitgesplitst in vier posten, die hieronder afzonderlijk zullen worden beoordeeld.
Kosten werkzaamheden [naam] - € 2.592,92
5.4.
[verzoeker] heeft [naam] ingeschakeld voor de afwikkeling van formaliteiten zoals het opzeggen van abonnementen en overeenkomsten en voor het doen van belastingaangiftes (inkomstenbelasting en erfbelasting). Tevens heeft [naam] volgens [verzoeker] alle contacten onderhouden met instellingen, erfgenamen, legatarissen en andere derden. De kantonrechter is van oordeel dat deze taken juist toebehoren aan de executeur, zodat dit geen onvoorziene omstandigheden zijn. [verzoeker] kan deze kosten – zonder instemming van de erfgenamen – daarom niet ten laste van de nalatenschap brengen, zodat de kantonrechter geen aanleiding ziet om [verzoeker] hiervoor een vergoeding toe te kennen.
Kosten kat - € 3.500,-
5.5.
Vaststaat dat [verzoeker] na het overlijden van erflater de zorg voor de kat van erflater op zich heeft genomen. Omdat de erfgenamen hiertegen geen bezwaar hebben gemaakt en met de verzorging van de kat kosten gepaard gaan, is de kantonrechter van oordeel dat dit een onvoorziene omstandigheid is en het gerechtvaardigd is dat [verzoeker] voor de kosten van de verzorging van de kat moet worden gecompenseerd. Omdat het onduidelijk is hoe lang [verzoeker] nog voor de kat zal moeten zorgen en wat de kosten van de verzorging daadwerkelijk (zullen) zijn, acht de kantonrechter het redelijk om een vergoeding vaststellen van in totaal € 2.000,- voor de zorg voor de kat.
Kosten afvoeren inboedel en vervoer lichaam - € 500,-
5.6.
Voorts staat vast dat [verzoeker] na het overlijden van erflater de woning van erflater heeft leeggehaald en ontruimd. [verzoeker] heeft gesteld dat hij voor het afvoeren van de inboedel meerdere keren een aanhangwagen heeft moeten regelen en dat hij ook een bestelbusje heeft moeten huren om het lichaam van erflater van het uitvaartcentrum naar het crematorium te vervoeren. [verweerster] heeft niet betwist dat [verzoeker] kosten heeft moeten maken voor het regelen van deze soorten van vervoer. Nu dit niet wordt betwist en de kosten verband houden met de afwikkeling van de nalatenschap, is de kantonrechter van oordeel dat [verzoeker] deze kosten ook vergoed moet krijgen. [verweerster] heeft echter wel de hoogte van de kosten betwist. [verzoeker] heeft deze niet onderbouwd. De kantonrechter zal daarom de kosten in redelijkheid vaststellen op € 400,-.
Loon executeur
5.7.
[verzoeker] heeft voorts verzocht om zijn executeursloon vast te stellen 1% loon per jaar. Een executeur heeft echter op grond van de wet in beginsel recht op eenmalig 1% van de waarde van het vermogen van de erflater op diens sterfdag, tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden. De kantonrechter is van oordeel dat hiervan sprake is, want [verzoeker] heeft zoveel taken op zich genomen dat hij in feite als een testamentair bewindvoerder heeft gehandeld. Door de erfgenamen is hij er ook nooit op gewezen dat hij teveel werkzaamheden verrichtte en zij lijken het wel makkelijk gevonden te hebben dat [verzoeker] deze taken op zich nam. Het is daarom redelijk indien [verzoeker] hiervoor ook een vergoeding ontvangt. De kantonrechter zal daarom aansluiten bij het salaris dat een testamentair bewindvoerder ontvangt van 1% loon per jaar (artikel 4:159 lid 2 BW). Tussen partijen staat vast dat voor het berekenen van het salaris uitgegaan moet worden van een grondslag van € 90.000,-. Inmiddels is [verzoeker] vier jaar executeur. De kantonrechter zal daarom de vergoeding vaststellen op € 3.600,- (4 x € 900,-).
Conclusie
5.8.
De kantonrechter zal gelet op het voorgaande het loon van [verzoeker] als executeur tot op heden vaststellen op € 6.000,- (€ 2.000,- + € 400,- + € 3.600,-).
5.9.
Nu beide partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld zal de kantonrechter de kosten tussen partijen compenseren in die zin dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
6 De beslissing
De kantonrechter:
stelt het loon van [verzoeker] als executeur tot op heden vast op € 6.000,-;
compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
31688
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: