Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2021:12152

Rechtbank Rotterdam
26-11-2021
14-12-2021
8889595 VZ VERZ 20-19591
Civiel recht
Beschikking

Beschikking benoeming deskundige (orthopedisch chirurg), IWMD Vraagstelling.

Rechtspraak.nl
PS-Updates.nl 2022-0026

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8889595 VZ VERZ 20-19591

uitspraak: 26 november 2021

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam, inzake het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht

in de zaak van

[verzoeker],

wonende te [woonplaats verzoeker],

verzoeker,

gemachtigde: mr. M.W. Fakiri te Den Haag,

tegen:

1. [verweerder 1]

[verweerder 1],

gevestigd te [vestigingsplaats verweerder 1],

2. [verweerder 2],

wonende te [woonplaats verweerder 2],

3. [verweerder 3],

wonende te [woonplaats verweerder 3],

verweerders,

gemachtigde: mr. K. El Bouzidi te Rotterdam.

Partijen worden hierna aangeduid als ‘[verzoeker]’ en ‘[verweerder 1]’.

1. Het verloop van de procedure

1.1

Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:

• Het verzoekschrift, met producties.

1.2

De mondelinge behandeling is gehouden op 15 oktober 2021. Van de zijde van verzoeker is [verzoeker] ter zitting verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Van de zijde van verweerders zijn [verweerder 2] en [verweerder 3], vennoten van [verweerder 1], ter zitting verschenen, bijgestaan door de gemachtigde. Van het ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekeningen gemaakt.

1.3

De kantonrechter heeft de uitspraak van de beschikking bepaald op vandaag.

2. De feiten

2.1

Op 14 november 2017 is [verzoeker] tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden bij [verweerder 1] een arbeidsongeval overkomen. Het linkerbeen van [verzoeker] is daarbij onder een composieten plaat terechtgekomen, als gevolg waarvan hij een dubbele onderbeenbreuk en een enkelfractuur links heeft opgelopen. [verzoeker] is vervolgens operatief behandeld.

2.2

Bij vonnis van 20 december 2019, zaaknummer 7083954 / CV EXPL 18-30418, heeft de kantonrechter onder meer voor recht verklaard dat [verweerder 1] en haar vennoten op grond van artikel 7:658 BW ieder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de materiële en immateriële schade die [verzoeker] als gevolg van het arbeidsongeval op 14 november 2017 heeft geleden en nog zal lijden, nader op te maken bij staat.

3. Het verzoek en het verweer

3.1

[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:

  1. een deskundigenonderzoek te bevelen;

  2. als deskundige te benoemen: Orthopedisch chirurg [naam 1] te Rotterdam en/of (een) daartoe door de rechtbank aan te wijzen perso(o)n(en) en aan deze(n) op te dragen de in het verzoekschrift geformuleerde vragen, althans de door de rechtbank te formuleren vragen te beantwoorden en daaromtrent schriftelijk verslag uit te brengen;

  3. te bepalen dat het voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek ten laste van verweerders dienen te worden gebracht;

  4. verweerders te veroordelen in de kosten van deze procedure.

3.2

[verweerder 1] kan instemmen met het verzoek een deskundige te benoemen, maar verzet zich tegen de benoeming van de door [verzoeker] voorgestelde orthopedisch chirurg als deskundige.

4. De beoordeling

4.1

Het verzoek, dat op de wet is gegrond, kan worden toegewezen als na te melden.

4.2

Aangezien [verweerder 1] niet heeft ingestemd met de door [verzoeker] voorgestelde deskundige en partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken over een andere deskundige, heeft de griffier [naam 2], orthopedisch chirurg bij het [naam ziekenhuis] te [plaatsnaam], benaderd met de vraag of hij bereid en beschikbaar is om als deskundige te worden benoemd. [naam 2] heeft vervolgens bevestigd dat hij daartoe bereid en in staat is.

4.3

Op 10 november 2021 heeft de griffier het voornemen tot benoeming van [naam 2] en de hoogte van de door hem begrote kosten aan partijen voorgelegd, waarna de gemachtigde van [verzoeker] de griffier heeft bericht dat [verzoeker] daarmee akkoord gaat. Van de zijde van [verweerder 1] is, ondanks herinnering van 17 november 2021 waarbij is vermeld dat bij gebreke aan een reactie de kantonrechter ervan uitgaat dat er wordt ingestemd met het voorstel, niet op het voornemen gereageerd. De kantonrechter gaat er dan ook vanuit dat [verweerder 1] eveneens akkoord gaat met de benoeming van deze deskundige.

4.4

Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt over de aan de deskundige te stellen vragen overeenkomstig de IWMD Vraagstelling causaal verband bij ongeval alsmede twee aanvullende vragen. Deze vragen, zoals hieronder in de beslissing vermeld, zullen dan ook worden voorgelegd aan de deskundige.

4.5

de kantonrechter ziet in het feit - zoals in het vonnis van de kantonrechter van 20 december 2019 is vastgesteld - dat [verweerder 1] aansprakelijk is voor de schade als gevolg van het arbeidsongeval en de kosten voor het vaststellen van de schade dan ook voor rekening van de aansprakelijke partij komen, aanleiding [verweerder 1] - in afwijking van artikel 195 Rv - met het voorschot ter zake van de kosten van de deskundige te belasten. [naam 2] heeft aangegeven dat hij op basis van een inschatting van de te besteden tijd en het uurtarief van € 272,25 inclusief btw een voorschot zal vragen van € 2.500,- inclusief btw. Het voorschot zal dan ook op dit bedrag worden bepaald.

4.6

De kantonrechter wijst erop dat partijen wettelijk verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek door de deskundige. De kantonrechter zal deze verplichting uitwerken zoals nader onder de beslissing omschreven. Wordt aan een van deze verplichtingen niet voldaan, dan kan de kantonrechter daaruit de gevolgtrekking maken die zij geraden acht, ook in het nadeel van de desbetreffende partij.

4.7

Indien een partij desgevraagd of op eigen initiatief schriftelijke opmerkingen en verzoeken aan de deskundige doet toekomen, dient zij daarvan terstond afschrift aan de wederpartij te verstrekken.

4.8

De rechtbank ziet in het feit dat [verweerder 1] hoofdelijk aansprakelijk is voor de materiële en immateriële schade als gevolg van het bedrijfsongeval, aanleiding [verweerder 1], eveneens hoofdelijk, te veroordelen in de kosten van de onderhavige procedure.

5. De beslissing

De kantonrechter:

beveelt een deskundigenonderzoek ter beantwoording van de volgende vragen:

1. DE SITUATIE MET ONGEVAL

Anamnese

a. Hoe luidt de anamnese voor wat betreft de aard en de ernst van het letsel, het verloop van de klachten, de toegepaste behandelingen en het resultaat van deze behandelingen?

Welke overige klachten en beperkingen op uw vakgebied worden desgevraagd gemeld? Wilt u in uw anamnese vermelden welke beperkingen op uw vakgebied de onderzochte aangeeft in relatie tot de activiteiten van het algemene dagelijkse leven (ADL), loonvormende arbeid en het uitoefenen van hobby’s, bezigheden in de recreatieve sfeer en zelfwerkzaamheid?

Medische gegevens

b. Wilt u op basis van het medisch dossier van de onderzochte een beschrijving geven van:

- de medische voorgeschiedenis van de onderzochte op uw vakgebied;

- de medische behandeling van het letsel van de onderzochte en het resultaat daarvan.

Medisch onderzoek

c. Wilt u een beschrijving geven van uw bevindingen bij lichamelijk en eventueel hulponderzoek?

Consistentie

d. Is naar uw oordeel sprake van een onderlinge samenhang als het gaat om de informatie die is verkregen van de onderzochte zelf, de feiten zoals die uit het medisch dossier naar voren komen en uw bevindingen bij onderzoek en eventueel hulponderzoek?

e. Voor zover u de vorige vraag ontkennend beantwoordt, wilt u dan aangeven wat de reactie was van de onderzochte op de door u geconstateerde inconsistenties en welke conclusies u daaruit trekt?

Diagnose

f. Wat is de diagnose op uw vakgebied? Wilt u daarbij uw differentiaaldiagnostische overweging geven?

Beperkingen

g. Welke beperkingen op uw vakgebied bestaan naar uw oordeel bij de onderzochte in zijn huidige toestand, ongeacht of de beperkingen voortvloeien uit het ongeval? Wilt u deze beperkingen zo uitgebreid mogelijk beschrijven, op semi-kwantitatieve wijze weergeven en zo nodig toelichten ten behoeve van een eventueel in te schakelen arbeidsdeskundige?

Medische eindsituatie

h. Acht u de huidige toestand van de onderzochte zodanig dat een beoordeling van de blijvende gevolgen van het ongeval mogelijk is, of verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van het op uw vakgebied geconstateerde letsel?

i. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?

j. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?

k. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 1g)?

2. DE SITUATIE ZONDER ONGEVAL

Meestal zal het niet mogelijk zijn om onderstaande vragen (met name de vragen 2c - 2e) met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te bieden. Wel wordt gevraagd of u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied uw mening wilt geven over kansen en waarschijnlijkheden. Het is dus de bedoeling dat u aangeeft wat u op grond van uw deskundigheid op uw vakgebied op deze vragen kunt antwoorden.

Klachten, afwijkingen en beperkingen voor ongeval

a. Bestonden voor het ongeval bij de onderzochte reeds klachten en afwijkingen op uw vakgebied die de onderzochte thans nog steeds heeft?

b. Zo ja, kunt u dan aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen voortvloeien?

Klachten, afwijkingen en beperkingen zonder ongeval

c. Zijn er op uw vakgebied klachten en afwijkingen die er ook zouden zijn geweest of op enig moment ook hadden kunnen ontstaan, als het ongeval de onderzochte niet was overkomen?

d. Zo ja (dus zonder ongeval ook klachten), kunt u dan een indicatie geven met welke mate van waarschijnlijkheid, op welke termijn en in welke omvang de klachten en afwijkingen dan hadden kunnen ontstaan?

e. Kunt u aangeven welke beperkingen uit deze klachten en afwijkingen zouden zijn voortgevloeid?

f. Verwacht u in de toekomst nog een belangrijke verbetering of verslechtering van de op uw vakgebied geconstateerde niet-ongevalsgerelateerde klachten en afwijkingen?

g. Zo ja, welke verbetering of verslechtering verwacht u?

h. Kunt u aangeven op welke termijn en in welke mate u die verbetering dan wel verslechtering verwacht?

i. Kunt u aangeven welke gevolgen deze verbetering dan wel verslechtering zal hebben voor de beperkingen (als bedoeld in vraag 2e)?

3. OVERIG

a. Heeft u naar aanleiding van uw bevindingen nog opmerkingen die relevant kunnen zijn voor het verdere verloop van deze zaak?

Aanvullende vragen:

b. Indien uw beroepsrichtlijn afwijkt van dat wat uit de klinische praktijk als algemeen bekend en/of internationaal wetenschappelijk gezien bekend mag worden verondersteld binnen uw vakgebied, wordt u verzocht binnen dat kader ook in te gaan op die klachten, symptomen, afwijkingen bij onderzoek, letsels die u opgemerkt heeft.

c. Indien u bepaalde gezondheidsklachten niet betrokken heeft bij de bepaling van de mate van blijvende invaliditeit en / of beperkingen, wordt u verzocht expliciet aan te geven om welke gezondheidsklachten het gaat en wat de reden is dat u die gezondheidsklachten niet heeft betrokken.

benoemt tot deskundige die het onderzoek zal verrichten:

[naam 2] , werkzaam bij het [naam ziekenhuis] te [plaatsnaam], afdeling orthopedie,

adres: [adres],

telefoonnummer: [telefoonnummer]

email: [e-mailadres]

bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden;

Het voorschot:

stelt de hoogte van het voorschot op de kosten van de deskundige vast op € 2.500,- inclusief btw;

bepaalt dat [verweerder 1] het voorschot moet overmaken naar de bankrekening van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR), binnen twee weken na de datum van de nog te ontvangen nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak en dat [verweerder 1] uiterlijk een week na overmaking van dit bedrag de kantonrechter bericht over of hij het hiervoor genoemde voorschot tijdig heeft overgemaakt naar de bankrekening van het LDCR;

draagt de griffier op aan de deskundige de storting van het voorschot mede te delen en bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek een aanvang behoeft te maken na het bericht van de griffier dat het voorschot is betaald;

Het onderzoek:

bepaalt dat [verzoeker] de processtukken in afschrift aan de deskundige doet toekomen;

bepaalt dat de deskundige het onderzoek zelfstandig zal instellen en dat het onderzoek zal plaatsvinden op een door de deskundige na overleg met de (gemachtigden van) partijen te bepalen plaats en tijd;

wijst de deskundige erop dat:

- de deskundige voor aanvang van het onderzoek kennis moet nemen van de Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken én van de Leidraad deskundigen in civiele zaken (beide te raadplegen op www.rechtspraak.nl),

- de deskundige het onderzoek pas begint na het bericht van de griffier omtrent betaling van het voorschot,

- de deskundige het onderzoek onmiddellijk staakt en contact opneemt met de griffier, als tijdens de uitvoering van de werkzaamheden het voorschot niet toereikend blijkt te zijn,

wijst partijen erop dat indien zij schriftelijke opmerkingen aan de deskundige doen toekomen, daarvan terstond een afschrift aan de wederpartij dient te worden verstrekt;

Het schriftelijke rapport:

bepaalt dat het door de deskundige uit te brengen -ondertekende- bericht uiterlijk drie maanden na het schriftelijk bericht van de griffier omtrent de betaling van het voorschot zal worden ingeleverd ter griffie met bijgevoegd een gespecificeerde declaratie;

bepaalt dat indien deze datum onverhoopt niet haalbaar blijkt, de deskundige hiervan tijdig schriftelijk mededeling doet aan de kantonrechter en partijen en daarbij ook opgaaf doet van de nieuwe datum waarop het deskundigenbericht zal worden ingeleverd ter griffie;

wijst de deskundige erop dat:

- uit het schriftelijk rapport moet blijken op welke stukken het oordeel van de deskundige is gebaseerd,

- de deskundige [verzoeker] in de gelegenheid moet stellen om gebruik te maken van zijn inzage- en blokkeringsrecht als bedoeld in artikel 7:464 lid 2 onder b BW en, als [verzoeker] als eerste kennis wil nemen van het deskundigenrapport, een concept van dat rapport aan [verzoeker] (eventueel onder gesloten couvert via zijn gemachtigde) moet toesturen en [verzoeker] daarbij een termijn van twee weken moet bieden om aan te geven of [verzoeker] gebruik wil maken van zijn blokkeringsrecht (waarbij [verzoeker] zich van commentaar op het concept moet onthouden),

- als [verzoeker] binnen die termijn mededeelt gebruik te maken van zijn blokkeringsrecht, de deskundige de werkzaamheden onmiddellijk staakt en dit aan de kantonrechter meedeelt,

- als [verzoeker] geen gebruik maakt van zijn inzage- of blokkeringsrecht, de deskundige het concept van het deskundigenrapport aan de gemachtigde van partijen stuurt, waarna partijen de gelegenheid krijgen om binnen vier weken daarover bij de deskundige opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het definitieve rapport de door partijen gemaakte opmerkingen en verzoeken en de reactie van de deskundige daarop moet vermelden,

bepaalt dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben om op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren,

De proceskosten:

veroordeelt [verweerder 1] hoofdelijk, in die zin dat wanneer de één betaalt, de andere tot de hoogte van die betaling van zijn betalingsverplichting is bevrijd, in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [verzoeker] vastgesteld op € 83,- aan griffierecht en € 498,-- aan salaris voor de gemachtigde.

Deze beschikking is gegeven door mr. M. Verkerk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

43416

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.