Verzoekster niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek, omdat zij op 17 september 2022 aan de rechtbank heeft bericht dat zij het verzoek in de bodemprocedure intrekt. Dit brengt met zich dat er geen zaak meer is waarin de gewraakte rechter optreedt als rechter. Verzoekster heeft geen belang meer bij de door haar verzochte wraking.
Zaaknummer / rekestnummer: C/10/643627 / HA RK 22-870
Beslissing van 26 september 2022
op het verzoek van
[naam verzoekster]
,
wonende te [woonplaats] ,
verzoekster,
strekkende tot wraking van:
mr. C.H. Kemp-Randwijk, rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2 (hierna: de rechter).
1 Het procesverloop en de processtukken
1.1.
Ter zitting van 18 augustus 2022 is door de rechter behandeld het door verzoekster ingediende verzoek tot onderbewindstelling en/of instelling van mentorschap met betrekking tot [naam] . Die procedure draagt als kenmerk 9805553 GZ VERZ 22-2583.
1.2.
Per e-mail van 26 augustus 2022 heeft verzoekster wraking van de rechter verzocht.
1.3.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt:
- het proces-verbaal van de hiervoor bedoelde zitting;
- de schriftelijke toelichting op het wrakingsverzoek.
1.4.
Verzoekster en de rechter zijn uitgenodigd voor de zitting waarop het wrakingsverzoek is behandeld.
De rechter is in de gelegenheid gesteld voorafgaande aan de zitting schriftelijk te reageren. De rechter heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
1.5.
Ter zitting van 16 september 2022 waar het wrakingsverzoek is behandeld, zijn verschenen verzoekster en de rechter.
1.6.
Behalve de hiervoor genoemde stukken heeft de wrakingskamer voorts nog kennis genomen van de e-mail van verzoekster van 17 september 2022.
2 De ontvankelijkheid van het verzoek
2.1.
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben.
2.2.
Verzoekster heeft de rechtbank per e-mail van 17 september 2022 bericht dat zij het verzoek in de procedure met het onder 1.1 vermelde kenmerk intrekt. Dit brengt met zich dat er geen zaak meer is waarin de gewraakte rechter optreedt als rechter. Verzoekster heeft dan ook geen belang meer bij de door haar verzochte wraking. Verzoekster zal om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard in haar wrakingsverzoek.
3 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van mr. C.H. Kemp-Randwijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.P. van Essen, voorzitter, mr. J.F. Koekebakker en mr. drs. J. van den Bos, rechters, en door de voorzitter in het openbaar uitgesproken op 26 september 2022 in tegenwoordigheid van mr. P. Blijleven, griffier.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: