7. Waardering van het bewijs
Standpunt verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit. Volgens hem is sprake van een onherstelbaar vormverzuim, zoals bedoeld in artikel 359a Sv, dat moet leiden tot bewijsuitsluiting. De in het voorbereidend onderzoek ingezette dwangmiddelen, zoals de huiszoeking, zijn onrechtmatig. Deze bevoegdheden kunnen alleen worden ingezet in geval van een verdenking van een misdrijf als bedoeld in artikel 67 lid 1 Sv en daarvan is hier geen sprake. De verdenking van de verdachte heeft zich immers beperkt tot overtreding van artikel 140 lid 2 Sr. Omdat de resultaten van de ingezette dwangmiddelen van het bewijs moeten worden uitgesloten, kan het tenlastegelegde feit niet worden bewezen.
Verder heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat een aannemelijk alternatief scenario geen weerlegging vindt in de bewijsmiddelen. Daartoe is aangevoerd dat de PNVD - die als doelstelling had het legaliseren van seksuele contacten vanaf twaalf jaar - nooit is verboden en zelfs in 2020 is heropgericht. Een actieve poging tot een verbod van deze partij is door de rechter op 17 juli 2006 verworpen. De gewraakte activiteiten van de verdachte vormen geen voortzetting van de werkzaamheid van de verboden vereniging Martijn, maar zijn een uiting van zijn persoonlijke opvattingen dan wel het voortzetten van de politieke missie van de PNVD.
Beoordeling
De kernvraag in deze strafzaak is of de verdachte, al dan niet samen met een of meer anderen, zich heeft schuldig gemaakt aan het voortzetten van de werkzaamheid van de vereniging Martijn. Ter beantwoording van die vraag zal de rechtbank eerst vaststellen of de in het voorbereidende onderzoek ingezette dwangmiddelen onrechtmatig zijn en of de resultaten daarvan van het bewijs moeten worden uitgesloten. Vervolgens zal het toetsingskader worden weergegeven aan de hand waarvan wordt beoordeeld of de werkzaamheid van de verboden vereniging Martijn wordt voortgezet. Daarna zullen de onderzoeksresultaten van het strafrechtelijk onderzoek, voor zover relevant voor de te beantwoorden kernvraag, worden beoordeeld. Daarbij zal achtereenvolgens worden ingegaan op de websites [website 1], [website 2], [website 3] en de mailinglist Pro Pedosexuality. Vervolgens zal, aan de hand van die onderzoeksresultaten en met inachtneming van het toetsingskader, worden beoordeeld of al dan niet kan worden bewezen dat de verdachte heeft deelgenomen aan de voortzetting van de werkzaamheid van de vereniging Martijn.
Inzet dwangmiddelen
Vaststaat dat ten tijde van het voorbereidend onderzoek het in artikel 140 lid 2 Sr strafbaar gestelde voortzetten van de werkzaamheid van een verboden organisatie geen feit was als bedoeld in artikel 67 lid 1 Sv (een zogenaamd “voorlopige hechtenis-feit”). Anders dan de verdediging heeft bepleit, leidt dat echter niet tot de conclusie dat de ingezette dwangmiddelen onrechtmatig zijn. Uit het proces-verbaal “aanvraag doorzoeking ter inbeslagneming” (pv-nummer: [procesverbaalnummer]) van 14 januari 2020 volgt immers dat op dat moment tevens de verdenking bestond dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan (de medeplichtigheid aan) opruiing als bedoeld in artikel 131 Sr. Op dit feit staat een maximum gevangenisstraf van vijf jaren en dit betreft aldus wel een voorlopige hechtenis-feit. De rechter-commissaris heeft dan ook in zijn beschikking van 16 januari 2020 in redelijkheid het bevel kunnen afgeven tot doorzoeking van de woning van de verdachte ter inbeslagneming en ter vastlegging van gegevens. Van enig onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek als bedoeld in artikel 359a Sv is geen sprake. De resultaten van de ingezette dwangmiddelen kunnen dan ook voor het bewijs worden gebruikt.
Het toetsingskader
In zijn uitspraak van 18 april 2014 waarbij de vereniging Martijn verboden is verklaard heeft de Hoge Raad het volgende overwogen.
Volgens de Hoge Raad was er een hechte groep personen die de overtuiging koestert dat kinderen in beginsel gebaat zouden zijn bij seksuele intimiteit met volwassenen. De vereniging Martijn voedde door de keuze voor het materiaal dat zij op haar website plaatste deze overtuiging voortdurend. Op die manier gaf de vereniging Martijn steun aan de overtuiging van haar leden dat seksuele relaties tussen kinderen en volwassenen puur en goed zijn. De vereniging Martijn bagatelliseerde de gevaren van seksueel contact met jonge kinderen en verheerlijkte dat. Dit alles bij elkaar vormt volgens de Hoge Raad een werkzaamheid van de vereniging Martijn die een daadwerkelijke en ernstige aantasting vormt van het in Nederland als wezenlijk ervaren beginsel dat de lichamelijke en seksuele integriteit van het kind beschermd dient te worden. Omdat de werkzaamheid van de vereniging Martijn erop gericht is bij haar leden en anderen die de website van de vereniging Martijn bezoeken eventuele drempels weg te nemen om seksueel contact met kinderen te hebben en dit contact te bevorderen heeft de Hoge Raad een verbod van de vereniging Martijn noodzakelijk geacht in het belang van de bescherming van de gezondheid en van de rechten en vrijheden van kinderen.
Voor de voortzetting van de werkzaamheid van een verboden organisatie is niet vereist dat die organisatie in al haar facetten wordt voortgezet. Van een voortzetting van een verboden werkzaamheid is al sprake wanneer één of meer personen gedragingen plegen die soortgelijk zijn aan de gedragingen die geleid hebben tot de verbodenverklaring of gedragingen die dergelijke gedragingen ondersteunen. Dat het daarbij moet gaan om met elkaar samenhangende handelingen of gedragingen volgt uit de parlementaire behandeling van wetsvoorstel 17 476, waarbij door de minister met betrekking tot het eerste lid van artikel 140 Sr is opgemerkt dat “een enkele losse, niet symptomatische handeling te weinig is om als werkzaamheid te gelden. (…) Een onderscheid tussen hoofd- en nevenwerkzaamheid zou ik in dit verband niet willen maken en lijkt hier zelfs zonder belang.”1
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van een voortzetting van de werkzaamheid van een verboden organisatie, die niet verboden is op grond van strafbare gedragingen, is de werkzaamheid die aanleiding was voor de verbodenverklaring leidend. Bij de parlementaire behandeling heeft de minister van justitie daarover nog opgemerkt dat: ”Voor het antwoord op de vraag of artikel 140 lid 2 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is op nieuwe werkzaamheid van oud-leden van een verboden verklaarde vereniging, acht ik doorslaggevend of de nieuwe groepering al dan niet duidelijk afstand neemt van de verboden werkzaamheid.”2
De relevante handelingen en gedragingen dienen dan ook in het kader van die werkzaamheid beoordeeld te worden.
In dit geval is er sprake van een voortzetting van de werkzaamheid van de vereniging Martijn als het geheel van handelingen en gedragingen van de verdachte er toe leidt dat eventuele drempels voor het hebben van seksueel contact met kinderen worden weggenomen dan wel dat dergelijk contact wordt bevorderd, bij personen die kennisnemen van de werkzaamheid. Een bijdrage aan het geheel van handelingen en gedragingen die verder gaat dan een enkele losse, niet symptomatische handeling zal deelneming aan die voortzetting kunnen opleveren.
De rechtbank dient dan ook vast te stellen of de verdachte de hem verweten gedragingen heeft verricht en zo ja, of deze gedragingen zijn aan te merken als deelneming aan de voortzetting van de werkzaamheid van de verboden vereniging Martijn.
De in de aangifte vermelde website [website 1] is door de politie onderzocht. Het domein marthijn.nl staat volgens de domeinregistratie op naam van de verdachte. Op
19 november 2019 is door de politie vastgesteld dat contact kon worden opgenomen met de huidige administratieve en technische contactpersoon middels het e-mailadres [e-mailadres], welk e-mailadres in gebruik is bij de verdachte. Volgens een nieuwsbericht van 5 september 2017 op de website is de website op dat moment gelanceerd.
Uit de analyse van de website van 9 januari 2020 blijkt het volgende.
Bovenaan de website staat de naam “[naam verdachte]” met daarbij een afbeelding van de verdachte.
Onderaan de beginpagina staat “©2019 | ALL RIGHTS RESERVED | DESIGN BY [naam medeverdachte 1]'. Door te klikken op de naam “[naam medeverdachte 1]” word je doorgeleid naar de website [website 4], de website van [naam medeverdachte 1]. Uit onderzoek naar de veiliggestelde
e-mails van de verdachte blijkt dat de verdachte in september 2017 met [naam medeverdachte 1] een gesprek heeft gevoerd waaruit blijkt dat [naam medeverdachte 1] de technische realisatie van de website heeft verzorgd en de verdachte de inhoudelijke teksten.
Tussen 30 mei 2017 en 9 januari 2020 zijn op de website publicaties geplaatst met een originele publicatiedatum van na de verbodenverklaring. De politie heeft de inhoud van 112 publicaties geanalyseerd.
De verdachte heeft in de publicatie “Freedom of speech under fire in The Netherlands” het volgende heeft geschreven:
“Pim Fortuyn wanted to give children the right to have sex with adults as long as it was without force. This statement is almost illegal, while science proves him (and me) right.”
En in de publicatie “The reason why child pornography and pedosexuality is illegal” schrijft de verdachte:
“Studies about the harmfulness of sexual relations between minors and adults are usually ignored by
the mass media. Which is strange, because 'pedosexuality' is one of the most popular items these
days in the news. The reason they ignore these studies is because many of such relations are
harmless and if you only look at non-violent sexual acts between adults and children, then the harm
almost disappears. Only secondarily harm can be found. Harm due to the very negative reactions of
society. (…) Children are sexual beings. (…) I said it before and I say it again: child pornography would never be illegal to watch, if all children in it were hurt. It is only illegal to watch, because we want to deny the fact that children are sexual beings and that they can enjoy sex with others, no matter what ages. (…) because almost every adult is sexually attracted to minors (and many also to prepubescent children) (…) We must stop the repression of child sexuality. Encourage them - not forcing them - to be sexual is so much better to do.”
Uit het dossier blijkt dat op de website [website 1] onder het kopje ‘my websites’ een link staat naar [website 2]. De domeinnaam stond op 10 augustus 2019 op naam van de verdachte. De pagina is gecreëerd op 25 januari 2013 en voor het laatst bewerkt op 28 augustus 2019.
In een e-mail van de verdachte van 23 maart 2017 schrijft hij dat hij deze website is begonnen nadat [website 5] een tijd offline was. In een e-mail van 8 juli 2017 schrijft de verdachte dat hij de hele inhoud van de website van de vereniging Martijn ([website 5]) heeft overgenomen en in Wiki-vorm heeft geplaatst op [website 2]. De website bevat publicaties waaronder artikelen uit het maandblad “[naam blad]” en het magazine OK die werden uitgegeven door de vereniging Martijn.
Uit onderzoek naar de publicaties op de website blijkt dat, na het verbod van de vereniging Martijn door de Hoge Raad, verschillende artikelen zijn geplaatst met betrekking tot pedofilie/pedoseksualiteit. De verdachte heeft daaraan een belangrijke bijdrage geleverd. In, bijvoorbeeld, een interview van 27 maart 2019 van de verdachte vertelt een persoon genaamd [naam 2] over seks die hij heeft gehad met zijn dochter van haar zesde jaar tot zijn arrestatie toen zij 10 jaar was. Hij benoemt daarin dat zij orgasmes kreeg. Ook zegt hij dat zij geen last had van wat er was gebeurd, maar dat oordelen en druk van buitenaf wel effect op haar hadden gehad.
"Yes, I was sort of sexual with my daughter from when She was 6 until my arrest when She was 10.
I never forced myself on Her in a sexual way.... Later, when She was about 9 or so, I began
pleasuring Her by performing oral sex on Her. She never touched me nor even saw me
inappropriately dressed except when we took sensual showers together. And, in spite of what most
other people would say, little girls can have orgasms."
Voorts zijn op de website de bestuursnotulen en de verslagen van de Algemene Ledenvergaderingen van de vereniging Martijn te vinden. Op de website staat ook een door de [naam medeverdachte 1] uitgewerkte transcriptie van een podcast van een interview met de verdachte op 26 november 2019, waarin de verdachte aangeeft dat [website 2] een informatieve archiefwebsite betreft en waarop hij veel informatie over het onderwerp pedofilie in de ruimste zin van het woord verzamelt.
Uit politieonderzoek blijkt dat grofweg de helft van de pdf-bestanden, afbeeldingen en HTML-pagina’s die op [website 5] (de website van de vereniging Martijn) hebben gestaan, ook zijn te vinden op [website 2].
Verdachte stuurde op 8 juni 2018 een e-mailbericht aan [naam medeverdachte 1] waarin hij aangaf
dat er een website nodig is die video’s host omdat video’s van [naam 3] en [naam 4] van YouTube geweerd zouden worden. Vervolgens heeft [naam medeverdachte 1] op 17 juni 2018 de website [website 3] geregistreerd. Volgens een uittreksel van de Kamer van Koophandel en de akte van oprichting heeft [naam medeverdachte 1] de stichting [naam stichting] op
12 september 2018 opgericht en is hij daarvan de enige bestuurder. Eén van de activiteiten van deze stichting is het beheren en in stand houden van het online video platform [naam stichting]. Op de website staat dat [website 3] een onpartijdig videoplatform is met de focus op vrijheid van meningsuiting. Het biedt de ruimte om controversiële meningen en ideeën te publiceren. Ook staat op de site dat het bestuur van de stichting het niet eens is met alle ideeën en gedachten die in de aangeboden video’s worden verkondigd.
Op de website kan een account worden aangemaakt waarna video’s geplaatst kunnen worden.
Op 26 november 2019 is onderzoek verricht naar de video’s die online staan. In totaal gaat het om 522 video’s waarvan 247 video’s direct zijn te relateren aan pedofilie of pedoseksualiteit. Zo staan er filmpjes op met als boodschap dat kinderen dwingen tot seks slecht is, maar dat liefdevolle relaties tussen volwassenen en kinderen (met seksualiteit) zeker mogelijk en goed zijn, dat kinderen prima in staat zijn om zelf te beslissen of zij al dan niet instemmen met een (seksuele) relatie met een ander kind of volwassene, dat kinderen geen schade oplopen van seksuele contacten met wederzijdse instemming, dat kinderen die seksuele contacten hebben gehad wel schade oplopen van de heftige maatschappelijke reacties daarop en dat kinderen, door hen te verbieden seksuele contacten te hebben, worden beperkt in hun grondrechten.
[naam medeverdachte 1] zegt in een Engelstalige video:
“Er is wereldwijd veel haat jegens pedofielen. Dit komt doordat mensen denken dat pedoseksuele
contacten schadelijk zijn voor kinderen en dat de volwassen partner zijn macht over het kind
misbruikt. Hier worden zelden argumenten voor gegeven, maar ze worden als feit aangenomen en
gebruikt om de conclusie te trekken dat iedereen zijn pedofiele gevoelens moet onderdrukken. Ik
gebruik [naam video] als nog een middel om de wereld ervan te overtuigen dat de argumenten die
ze gebruiken niet waar zijn, en dat juist het tegenovergestelde waar is. Namelijk dat iedereen zijn
pedofiele gevoelens zou moeten accepteren omdat pedoseksuele contacten juist gezond zijn voor
kinderen. Als de contacten niet plaats kunnen vinden misbruikt een volwassene zijn macht over
kinderen door het kind zijn seksuele vrijheid te onthouden. Er is genoeg bewijs voor deze
standpunten maar mensen willen dat niet accepteren omdat ze dan ook hun eigen pedofiele
gevoelens moeten accepteren, hoe klein ook.”
Uit het dossier blijkt dat de verdachte financieel heeft bijgedragen aan dit videoplatform. Uit e-mailcorrespondentie blijkt verder dat de verdachte moderator is geweest. De functie moderator hield in dat de verdachte [naam medeverdachte 1] kon wijzen op een video (“reporten”), zodat [naam medeverdachte 1] deze video vervolgens al dan niet zou kunnen verwijderen.
Mailinglist Pro Pedosexuality
Op 5 juni 2019 is een mailinglijst gelanceerd voor mensen die vinden dat seks tussen volwassenen en kinderen legaal zou moeten zijn. In de uitlatingen door deelnemers aan de mailinglist wordt beargumenteerd waarom seksuele contacten tussen kinderen en volwassen goed kunnen zijn. Ook wordt een link gedeeld naar een Pedohandboek.
[naam medeverdachte 1] is de initiatiefnemer en beheerder van de mailinglist. Op 27 november 2019 heeft hij de leden van de mailinglist laten weten dat de mailinglist met ingang van 5 december 2019 wordt omgezet naar een openbaar microblog met als content materiaal dat is gericht op seksuele relaties tussen kinderen en volwassenen. De verdachte heeft op 5 juni 2019 op zijn website [website 1] een artikel gepubliceerd over de lancering van de mailinglist. Ook heeft de verdachte per e-mail van 5 juni 2019 aan meerdere personen uitnodigingen gestuurd voor deelname aan de mailinglist.
Uit de op de computer van de verdachte veiliggestelde e-mailberichten blijkt dat hij berichten heeft verstuurd naar de leden van de mailinglist waarvan de inhoud gericht is op pedoseksualiteit. Zo heeft de verdachte op 18 oktober 2019 via de mailinglist een link gedeeld naar een blog op de website “[website 6]”, met de titel “Why Many Pre-Teen Boys are Having Sex”, met de opmerking dat dit mogelijk een interessant artikel is.
Deelneming aan de voortzetting van de werkzaamheid van de vereniging Martijn?
Uit de geanalyseerde publicaties op de website [website 1] blijkt dat daarin de schadelijkheid van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen wordt gebagatelliseerd of ontkend en dat kinderen worden neergezet als seksuele wezens.
Vastgesteld wordt dat de verdachte deze website niet alleen heeft geregistreerd, maar aan de inhoud daarvan ook een wezenlijke bijdrage heeft geleverd door het plaatsen van publicaties.
Daarnaast heeft de verdachte de website [website 2] geregistreerd, gevuld en onderhouden. Door hierop de gehele website en de notulen van de vereniging Martijn over te nemen heeft de verdachte een platform gecreëerd waarop seksueel contact tussen volwassenen en kinderen wordt verheerlijkt dat soortgelijk is aan het platform dat de vereniging Martijn bood. Daarnaast heeft de verdachte nieuwe publicaties op de website geplaatst waarin de schadelijkheid van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen wordt ontkend of gebagatelliseerd.
Verder heeft de verdachte betrokkenheid gehad bij de website [website 3], onder meer door daaraan een financiële bijdrage te leveren. Met deze website is een online podium gecreëerd voor het plaatsen van video’s die uitlatingen bevatten zoals het ontkennen en bagatelliseren van de schadelijkheid van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen en het wegnemen van drempels en het steunen of voeden van de overtuiging dat seksueel contact tussen kinderen en volwassenen iets goeds is.
De mailinglist Pro Pedosexuality kan mede gelet op de beoogde doelgroep niet anders bedoeld zijn dan voor het delen van informatie rondom het onderwerp pedoseksualiteit met als uitgangspunt het wegnemen van drempels en het steunen of voeden van de overtuiging dat seksueel contact tussen kinderen en volwassenen iets goeds is. Ook hierbij is de verdachte betrokken geweest door daarnaar te verwijzen op zijn website [website 1] en door uitnodigingen te versturen voor deelname aan de mailinglist.
Het geheel van de websites en de mailinglist vormt een voortzetting van de werkzaamheid van de vereniging Martijn. Er is sprake van handelingen en gedragingen die ertoe kunnen leiden dat eventuele drempels voor het hebben van seksueel contact met kinderen worden weggenomen dan wel dat dergelijk contact wordt bevorderd bij personen die daarvan kennisnemen. Zijn bijdrage aan het geheel van handelingen en gedragingen gaat verder dan een enkele losse, niet symptomatische handeling, maar is zodanig dat hij in meer dan geringe mate heeft bijgedragen aan het ontstaan van de werkzaamheid van de verboden vereniging Martijn en dus aan de voortzetting daarvan.
Alternatief scenario
Anders dan waarvan de raadsman lijkt uit te gaan, is in de onderhavige strafzaak niet van belang wat (verdachte namens) de PNVD aan standpunten naar voren heeft gebracht en of deze overeenkomen met de standpunten van de vereniging Martijn. De uitlatingen die mogelijk namens de PNVD zijn gedaan spelen dan ook geen rol bij de beoordeling van het feit dat verdachte wordt verweten. Bovendien is niet aannemelijk geworden dat de hiervoor besproken handelingen en gedragingen van de verdachte hebben plaatsgevonden in het kader van (de werkzaamheden van) de PNVD.
De rechtbank is alles overziend van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich samen met [naam medeverdachte 1] heeft schuldig gemaakt aan het deelnemen van het voortzetten van de werkzaamheid van de verboden vereniging Martijn.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op meer tijdstippen in de periode van 18 april 2014 tot en met
18 februari 2021 te Hengelo,
tezamen en in vereniging met een ander,
heeft deelgenomen aan de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard, te weten de vereniging Martijn,
terwijl hij en zijn mededader wisten dat met die gedragingen de werkzaamheid van de vereniging Martijn, die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard, werd voortgezet, welke
voortzettingsgedragingen van de werkzaamheid bestonden uit het (als groep van personen):
1. plaatsen van publicaties op diverse websites, en
2. het doen van uitingen via de mailinglist, en
3. het doen van uitingen via sociale media,
immers hebben hij en/of zijn mededader
-de website [website 1] (technisch) onderhouden en artikelen gepubliceerd op deze website, en
-de website [website 2] onderhouden en artikelen gepubliceerd op deze website, en
-de website [website 3] geregistreerd engefinancierd en (technisch) onderhouden en film- en/of audio-fragmenten gepubliceerd op deze website en nietvan deze website verwijderd, en
-de mailinglist pro pedosexuality gepromoot en opgezet en de ledenlijst hiervan bijgehouden en berichten verstuurd naar leden van deze mailinglist, en
-berichten geplaatst op het twitteraccount [accountnaam]
terwijl op bovengenoemde websites en mailinglist uitlatingen werden gedaan, dan wel dat uitlatingen niet werden ontkracht en ontkend, welke uitlatingen zagen op:
a. het ontkennen en bagatelliseren van de schadelijkheid van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen, en
b. de verheerlijking van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen, en
c. het neerzetten van kinderen als lustobject/seksueel wezen, en
d. het wegnemen van drempels en het steunen of voeden van de overtuiging dat seksueel contact tussen kinderen en volwassenen iets goeds is.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
14. Beslissing
De rechtbank:
verklaart de dagvaarding geldig;
verklaart het Openbaar Ministerie ontvankelijk in de vervolging;
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
3.
|
LG Cooler master M disk
(CA032.01.03.004)
|
4.
|
Samsung SSD - 500GB
(CA032.01.03.004.001)
|
6.
|
dirty darlings boekjes
(CA032.01.05.004)
|
8.
|
the lover tijdschriftjes
(CA032.01.05.006)
|
- gelast de teruggave aan verdachte van:
1.
|
dvd Viaggio nella pedofilia
(CA032.01.01.015)
|
2.
|
koinos magazines volle doos
(CA032.01.02.001)
|
5.
|
10 cassettebandjes
(CA032.01.04.001)
|
7.
|
informatieboekjes/tijdschriften
(CA032.01.05.005)
|
9.
|
digital videorecorder
(CA032.03.01.001)
|
10.
|
intel core packard bell
(CA032.06.02.005)
|
11.
|
Western Digital harde schijf
(CA032.06.02.005.001)
|
12.
|
videorecorder bascom
(CA032.06.02.006)
|
13.
|
blauwe kleine dildo
(CA032.06.02.007)
|
14.
|
schoolschriftjes en schoolfoto’s
(CA032.06.02.008)
|
15.
|
handboeien met elastiekjes en pluche
(CA032.06.02.009)
|
16.
|
onesie blauw kindermaat
(CA032.06.03.001)
|
17.
|
onderbroek jongens mt 122 grijs
(CA032.03.02.001)
|
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. D.C.J. Peeck en W.M. Stolk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. Lobs-Tanzarella, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 april 2014 tot en met
1 maart 2021 te Hengelo en/of Arnhem en/of Lelystad en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
heeft deelgenomen aan de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard, te weten de vereniging Martijn, althans opzettelijk voortzettingsgedragingen heeft verricht,
terwijl hij en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat met die gedragingen de werkzaamheid van de vereniging Martijn, die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard, werd voortgezet, welke
voortzetting(sgedragingen) van de werkzaamheid bestond(en) uit het (als groep van personen):
1. plaatsen van publicatie(s) op een/diverse website(s), en/of
2. het doen van uitingen via de mailinglist/e-mail, en/of
3. het doen van uitingen via (sociale) media,
immers heeft/hebben hij en/of zijn mededader(s)
-de website [website 1] geregistreerd en/of (technisch) onderhouden en/of artikelen gepubliceerd op deze website, en/of
-de website [website 2] geregistreerd en/of (technisch) onderhouden en/of notulen ten behoeve van plaatsing op de website bewerkt en/of geanonimiseerd en/of artikelen gepubliceerd op deze website, en/of
-de website [website 3] geregistreerd en/of gefinancierd en/of (technisch) onderhouden en/of film- en/of audio-fragmenten gepubliceerd op deze website en/of niet van deze website verwijderd, en/of
-de mailinglist pro pedosexuality gepromoot en/of opgezet en/of de ledenlijst hiervan bijgehouden en/of berichten verstuurd naar leden van deze mailinglist, en/of
-berichten geplaatst op het twitteraccount [accountnaam]
terwijl op bovengenoemde website(s) en/of mailinglist en/of twitteraccount uitlating(en) werd/werden gedaan, dan wel dat uitlatingen niet werden ontkracht en/of ontkend, welke uitlating(en) zag(en) op:
a. het ontkennen en/of bagatelliseren van de schadelijkheid van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen, en/of
b. de verheerlijking van seksueel contact tussen kinderen en volwassenen, en/of
c. het neerzetten van kinderen als lustobject/seksueel wezen, en/of
d. het wegnemen van drempels en het steunen of voeden van de overtuiging dat seksueel contact tussen kinderen en volwassenen iets goeds is, en/of
e. het creëren van een subcultuur/gemeenschap waarbinnen seksueel contact tussen kinderen en volwassenen normaal/acceptabel/heilzaam wordt gevonden, en/of
f. het voor zichzelf en/of voor andere nastreven van het kunnen hebben van seksueel contact met kinderen.