Verzoeker niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek. Bij vonnis van 28 februari 2022 heeft de rechter in het kort geding van verzoeker als eiser een eindbeslissing gegeven. Het wrakingsverzoek is op 7 april 2022 ingediend. De rechter behandelde de zaak niet meer op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan.
mr. M. Verkerk, senior rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 1 (hierna: de rechter).
1 Het procesverloop en de processtukken
1.1.
De rechter heeft in het door verzoeker aanhangig gemaakte kort geding tegen
mr. P. Hanenberg, in zijn hoedanigheid van deken van de Orde van Advocaten in het
arrondissement Rotterdam op 28 februari 2022 bij vervroeging vonnis gewezen.
Die procedure draagt als kenmerk 9642521 \ VV EXPL 22-30.
1.2.
Bij e-mailbericht van 7 april 2022 heeft verzoeker wraking van de rechter verzocht.
1.3.
Aan de wrakingskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven procedure, waarin zich onder meer bevindt het vonnis van 28 februari 2022.
2 De ontvankelijkheid van het verzoek
2.1.
Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van hetgeen is bepaald in artikel 36 Rv kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is derhalve toegekend aan een partij die wenst te voorkomen dat een rechter die jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans aan een partij die dienaangaande bestaande vrees heeft die objectief gerechtvaardigd is, (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter reeds een einduitspraak heeft gedaan omdat de behandeling van de zaak daarmee is geƫindigd.
2.2.
Bij het vonnis van 28 februari 2022 heeft de rechter in de hiervoor omschreven procedure vonnis gewezen. Dat vonnis is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak door de rechter is geƫindigd.
2.3.
Het wrakingsverzoek is op 7 april 2022 en derhalve na de uitspraak van voormeld vonnis ingediend.
Uit het vorenstaande volgt dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Verzoeker is daarom kennelijk niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechter. Verzoeker zal op die grond, met toepassing van het bepaalde in artikel 8, lid 2, aanhef en onder d, van het Wrakingsprotocol van deze rechtbank niet-ontvankelijk worden verklaard in het verzoek.
2.4.
Anders dan verzoeker is de wrakingskamer niet gebleken dat de reden om vervroegd uitspraak te doen de schijn in zich heeft van inperking van het wrakingsverzoek. De kantonrechter heeft immers laten weten vervroegd uitspraak te hebben gedaan omdat anders de beroepstermijn van verzoeker bij het hof zou zijn verlopen.
3 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van mr. M. Verkerk.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.C. Santema, voorzitter, mr. M.C. Franken en
mr. A. Buizer, rechters.
Bij afwezigheid van de voorzitter is deze beslissing door mr. M.C. Franken in het openbaar uitgesproken op 13 april 2022 in tegenwoordigheid van J.A. Faaij, griffier en door hen ondertekend.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: