Voor zover het verzoek zich richt tot de deurwaarder overweegt de voorzieningenrechter het volgende. De verwijten die de deurwaarder, die een openbaar ambtenaar is, gemaakt worden zijn ernstig. Daar komt bij dat de beschreven handelingen die de deurwaarder zou hebben verricht niet op beeld vastgelegd zijn althans lijken te zijn. Hoewel voor de deurwaarder geen wettelijk geregeld geheimhoudingsrecht bestaat, heeft de voorzieningenrechter in de gegeven situatie eerder al aanleiding gezien om nadere voorwaarden te stellen aan de tenuitvoerlegging van het verlof bij de deurwaarder. Die voorwaarden zijn nu opgenomen in randnummer 55 van het verzoek, met dien verstande dat de voorzieningenrechter zich, in afwijking van het verzoek, ook nu onthoudt van contact met de KBvG en het aanwijzen van een specifiek bestuurslid.
Voor alle duidelijkheid (en deels in beperkte afwijking van het verzoek) worden hierna de voorwaarden opgesomd (en worden nog enkele andere overwegingen herhaald):
De eerste voorwaarde is dat de deurwaarder die het bewijsbeslag bij de deurwaarder gaat leggen zich, vanaf het eerste moment van beslaglegging – derhalve bij het aankloppen, aanbellen of naar binnen lopen – tot de afronding van dat bewijsbeslag moet laten vergezellen door een vertegenwoordiger van de KBvG, meer specifiek een bestuurslid van die organisatie.
De tweede voorwaarde is dat bedoelde vertegenwoordiger van de KBvG ten aanzien van alles wat onder deurwaarder [gerekestreerde 2] in beslag wordt genomen, als gerechtelijk bewaarder wordt aangesteld.
De voorzieningenrechter realiseert zich dat deze aanwijzing tot gerechtelijk bewaarder afwijkt van de gebruikelijke procedure, waarin een verzoeker aangeeft dat de aan te wijzen gerechtelijk bewaarder zich bereid verklaart als zodanig op te treden. De bijzondere situatie geeft daar echter aanleiding toe. Voor alle duidelijkheid wordt overwogen dat verzoeksters zelf het daartoe strekkende verzoek aan de KBvG moeten doen. Voor zover met het inschakelen van bedoelde vertegenwoordiger kosten zijn gemoeid, komen die voorlopig (ook) voor rekening van verzoeksters.