De aard en strekking van artikel 17 blijken naar het oordeel van de rechtbank duidelijk uit de bewoordingen van de tekst. Artikel 17 regelt tussen Stedin en de contractant in welke gevallen Stedin voor een aan haar toerekenbare tekortkoming aansprakelijk is (lid 1 en lid 2), voor welke soort schade zij aansprakelijk is en voor welke soort schade zij dat (in principe) niet is.
Aansprakelijkheid kan voortvloeien uit een onderbreking van het transport van electriciteit (lid 1) en/of een gebrekkige aansluiting of gebrekkig transport, danwel een onjuist handelen of nalaten in verband met de aansluiting en/of transport (lid 2). De onderhavige brand in de aansluitkast valt wat de aansprakelijkheid betreft onder de reikwijdte van artikel 17 lid 2.
Schade die vervolgens voor vergoeding in aanmerking komt is personenschade (door overlijden of letsel), zaakschade en kosten ter voorkoming van zaakschade. Indirecte schade komt niet voor vergoeding in aanmerking (lid 3), tenzij sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van Stedin.
Nadat is aangegeven in welke gevallen en voor wat voor een soort schade Stedin aansprakelijk is, behandelt het artikel de omvang van het door de netbeheerder per gebeurtenis maximaal per schadesoort aan schadevergoeding te betalen bedrag (lid 4). Dit maximum bestaat enerzijds uit een per gebeurtenis aan alle contractanten tezamen aan uit te keren maximum schadevergoeding voor geleden personenschade (€ 5.000.000,--) en voor geleden zaakschade (inclusief gemaakte kosten ter voorkoming van zaakschade (€ 2.500.000,--). Waar het gaat om vergoeding van geleden zaakschade is daarnaast in lid 4 bepaald dat Stedin niet meer dan € 3.500,-- per gebeurtenis aan een contractant hoeft te vergoeden.
Bezien tegen de opbouw van artikel 17 is de tekst van lid 4 duidelijk en volgt daaruit dat ongeacht de totale omvang van de zaakschade die het gevolg is van een gebeurtenis, Stedin een contractant per gebeurtenis niet meer dan € 3.500,-- aan zaakschade hoeft te vergoeden, ongeacht het aantal contractanten dat door die gebeurtenis schade lijdt.
Wordt de interpretatie van Achmea gevolgd dan zou dit betekenen dat afhankelijk van het aantal contractanten dat door de gebeurtenis schade lijdt de contractant in een gunstige of minder gunstige positie terechtkomt ongeacht de hoogte van de (totale) schade. Lijdt slechts één contractant zaakschade dan zou volgens de lezing van Achmea de aansprakelijkheid van Stedin onbeperkt zijn, maar zodra twee contractanten zaakschade zouden lijden zou het beding wél effect hebben. Een dergelijke uitleg ligt niet voor de hand.
De conclusie is dat de schadebeperking tot € 3.500,-- in het beding ook van toepassing is als maar één contractant schade lijdt, zoals hier.