Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2022:9687

Rechtbank Rotterdam
11-11-2022
11-11-2022
C/10/643910 / FA RK 22-6070
Personen- en familierecht
Beschikking

1:253aBW. Beide ouders hebben gegronde reden om de minderjarigen in de even weekenden bij zich te hebben. Belang van de ouders is niet doorlaggevend. Het belang van de minderjarigen geeft de doorslag. Belang van de minderjarigen vraagt dat de minderjarigen niet altijd het hele weekend bij een ouder verblijven

Rechtspraak.nl

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team familie

Zaaknummer / rekestnummer: C/10/643910 / FA RK 22-6070

Beschikking van 11 november 2022 betreffende de regeling van de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

in de zaak van:

[naam01] , hierna: de vrouw,

wonende te [woonplaats01] ,

advocaat mr. M.P. Kloppenburg te Rotterdam,

t e g e n

[naam02] , hierna: de man,

wonende te [woonplaats02] ,

advocaat mr. M. Ahmadi te Rotterdam.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 2 september 2022;

  • -

    het verweerschrift, tevens houdende een zelfstandig verzoek, van 18 oktober 2022.

1.2.

De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden in Het Huis van de Wijk Hillevliet op 24 oktober 2022.

Bij deze gelegenheid zijn verschenen:

  • -

    partijen en advocaten voornoemd;

  • -

    de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht, ter zitting vertegenwoordigd door [naam03] .

2 De vaststaande feiten

2.1.

Uit de vrouw zijn geboren de minderjarigen:

[naam kind01] , geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] en

[naam kind02] , geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] .

2.2.

De man heeft de minderjarigen erkend.

2.3.

De vrouw en de man oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag uit over de minderjarigen.

2.4.

Partijen hebben de Nederlandse nationaliteit.

3 De beoordeling

3.1.

De vrouw verzoekt een zorgregeling te bepalen waarbij de minderjarigen in de oneven weken een weekend van vrijdag 18:00 uur tot zondag 18:00 uur, alsmede de helft van de vakanties bij de man verblijven en waarbij de vrouw de kinderen op vrijdag brengt en de man de kinderen op zondag weer terug brengt, althans een regeling zoals de rechtbank juist en redelijk acht.

3.2.

De man voert gemotiveerd verweer en verzoekt bij wijze van zelfstandig verzoek te bepalen dat de minderjarigen voorlopig tot 1 maart 2023 bij de hem verblijven in de even weekenden van zaterdag 10.00 uur tot zondag 18.00 uur, alsmede te bepalen dat de vakanties en feestdagen per 1 maart 2023 bij helfte zullen worden verdeeld, met dien verstande dat de man de eerste keus heeft in de oneven jaren en de vrouw de eerste keus in de even jaren.

Tijdens de mondelinge behandeling heeft de man verzocht te bepalen dat de zorgregeling vanaf 1 maart 2023 zal inhouden dat de minderjarigen in de even weken een weekend van vrijdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur bij hem verblijven.

3.3.

Op de stellingen van partijen zal hierna – voor zover van belang – nader worden ingegaan.

3.4.

De rechtbank overweegt als volgt.

3.4.1.

Na het beëindigen van de relatie (2017) zijn partijen in onderling overleg overeengekomen dat de minderjarigen in de even weekenden bij de man verblijven van vrijdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur. Deze regeling heeft gelopen tot oktober 2021, zijnde het moment dat de man en zijn toenmalige partner uit elkaar zijn gegaan en de man uiteindelijk bij zijn moeder is gaan wonen. De man is uiteindelijk tijdelijk bij zijn moeder gaan wonen, totdat hij over zelfstandige woonruimte zou beschikken.

3.4.2.

In februari 2022 is de situatie tussen partijen geëscaleerd en zijn Veilig Thuis en vervolgens ook Jeugdbescherming betrokken bij het gezin van de vrouw. Partijen zijn met behulp van Jeugdbescherming een voorlopige zorgregeling overeengekomen waarbij de man in de oneven weken van zaterdag 12.00 uur tot zondag 18.00 uur contact met de minderjarigen heeft in de woning van zijn moeder. Het lukt partijen niet om tot een definitieve zorgregeling te komen.

3.4.3.

Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling overeenstemming bereikt omtrent de vakantieregeling.

De rechtbank zal beslissen zoals door partijen is overeengekomen.

De rechtbank adviseert partijen meteen na de zomervakantie gezamenlijk de verdeling te doen van alle vakantie van het dan komende schooljaar.

3.4.4.

Tussen partijen is voorts niet in geschil dat de man in het kader van de zorgregeling de minderjarigen bij zich zal hebben:

  • -

    tot 1 maart 2023 van zaterdag 10.00 uur tot zondag 18.00 uur en

  • -

    vanaf 1 maart 2023 van vrijdag 18.00 uur tot zondag 18.00 uur.

Het geschil tussen partijen bestaat eruit dat zij beiden de minderjarigen in de even weekenden bij zich willen hebben.

3.4.5.

De man stelt dat hij de minderjarigen in het verleden, althans in ieder geval tot de voorlopige zorgregeling die is overeengekomen bij de Jeugdbescherming medio 2022, de minderjarige altijd in de even weekenden bij zich had. Dit omdat de omgang met de minderjarigen destijds plaatsvond in de woning van zijn toenmalige partner op de momenten dat diens kinderen daar ook waren. De minderjarigen en de kinderen van zijn toenmalige partner hebben een hele goede band en vinden het leuk om elkaar te zien.

Hoewel de man op dit moment niet meer samenwoont met deze partner, hebben zij nog wel een relatie die inhoudt dat de man in de weekenden bij deze vrouw verblijft.

Indien de minderjarigen in de even weken het weekend bij hem zijn, dan zijn de minderjarigen in de gelegenheid om de kinderen van zijn (ex-)partner te zien, hetgeen zij erg leuk vinden. Daarbij stelt de man dat indien hij de minderjarigen in de oneven weekenden bij zich zal hebben, hij en zijn (ex-)partner geen tijd samen meer hebben in de weekenden.

3.4.6.

De vrouw stelt dat zij de minderjarigen in de even weekenden bij zich wil hebben omdat de minderjarigen dan contact kunnen hebben met opa m.z. en oma m.z. die in België wonen en schippers zijn. In de even weekenden zijn opa en oma m.z. aan de wal en kunnen zij de vrouw en de minderjarigen bezoeken. De vrouw stelt dat in het verleden het schema van opa en oma m.z. zo was dat zij de oneven weken de weekenden aan de wal waren, maar dat dit schema in de loop der tijd is gewijzigd naar de even weken. De vrouw acht het in het belang van de minderjarigen dat zij in de gelegenheid zijn om contact te hebben met hun opa en oma m.z.

3.4.7.

De communicatie tussen partijen laat veel te wensen over. Tijdens de mondelinge behandeling is met partijen uitgebreid gesproken over het belang van een goede communicatie op ouderniveau en het belang om met behulp van een derde (mediator) de verhoudingen onderling weer enigszins te normaliseren.

De man staat open voor mediation. De vrouw niet en wenst dan ook een uitspraak van de rechtbank, zodat in ieder geval voor iedereen duidelijkheid bestaat.

3.4.8.

De minderjarigen vinden het fijn bij zowel hun moeder als bij hun vader. De rechtbank onderschrijft de mening van de raad dat de verstandhouding tussen partijen dermate verstoord is dat zij elkaar op dit moment over en weer niets meer gunnen.

Het is naar het oordeel van de rechtbank spijtig dat partijen elkaar niets meer gunnen maar het is naar het oordeel van de rechtbank kwalijk dat partijen als ouders het hun kinderen niet gunnen om zowel regelmatig contact te hebben met hun grootouders m.z. als met de kinderen van de (ex-)partner van de man, waar zij jarenlang in de weekenden mee samen zijn geweest. Ouders verliezen in hun strijd met elkaar het belang van hun kinderen uit het oog.

Daarom zal de rechtbank een zorgregeling bepalen, zoals hierna wordt beschreven, waarbij de mogelijkheid wordt gegeven dat de minderjarigen op regelmatige basis in de even weken contact kunnen hebben met zowel hun opa en oma m.z. als met de kinderen van de

(ex-)partner van de man, waarbij het uitgangspunt blijft dat de tijd in het weekend zoveel als mogelijk gelijkelijk wordt verdeeld.

3.4.9.

Het 4-wekelijkse schema zal zijn als volgt: In week 1 (oneven) verblijven de kinderen bij de vrouw, in week 2 (even) verblijven de kinderen in het weekend tot zondag 10 uur bij de vrouw en van zondag 10 uur tot zondag 18 uur bij de man, in week 3 (oneven) verblijven de kinderen tot 1 maart 2023 vanaf zaterdag 10 uur en vanaf 1 maart 2023 vanaf vrijdag 18 uur tot zondag 10 uur bij de man en vanaf zondag 10 uur bij de vrouw, in week 4 (even) verblijven de kinderen tot 1 maart 2023 vanaf zaterdag 10 uur en vanaf 1 maart 2023 vanaf vrijdag 18 uur tot zondag 18 uur bij de man.

Deze regeling start op 25 november, een oneven weekend.

3.4.10.

Gelet op de aard van de procedure bepaalt de rechtbank dat elk van de partijen de eigen kosten draagt.

4 De beslissing

De rechtbank

4.1.

stelt met ingang van 25 november 2023 vast de weekendregeling zoals bepaald onder 3.4.9.

De vrouw brengt de minderjarigen naar de man en de man brengt de minderjarigen weer terug bij de vrouw.

De vakanties zullen door partijen per 1 maart 2023 bij helfte worden gedeeld, met dien verstande dat de man de eerste keus heeft in de oneven jaren en de vrouw de eerste keus heeft in de even jaren.

4.2.

verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;

4.3.

compenseert de proceskosten aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;

4.4.

wijst af het over en weer meer of anders verzochte.

Deze beschikking is gegeven door mr. H.C.A. de Groot, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken, in tegenwoordigheid van de griffier P. Mansveld op 11 november 2022.

Voor zover in deze beschikking een of meer eindbeslissingen zijn opgenomen, staat tegen deze beschikking hoger beroep open bij het gerechtshof Den Haag. Het hoger beroep kan slechts worden ingesteld door een advocaat.

Door verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden moet het hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de beschikking. Voor andere belanghebbenden geldt een termijn van drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden voor het instellen van hoger beroep.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.