2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 3 oktober 2022, met producties 1 tot en met 5,
- de conclusie van antwoord, tevens eis in reconventie, met producties 1 en 2,
- de brief van de rechtbank van 9 december 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte eisvermeerdering, met producties 6 tot en met 8 van de vrouw (per abuis genummerd 4 tot en met 6), alsmede de ongenummerde productie van de vrouw (feitelijk nummer 9) met een tekst van de website van de Iraanse ambassade met vertaling,
- het bezwaar van de man tegen de eisvermeerdering van de vrouw,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 23 mei 2023,
- het B16 formulier van de vrouw van 24 mei 2023,
- het B11 formulier van de man van 25 mei 2023,
- de reactie van de rechtbank aan partijen,
- de rolbeslissing van de rechtbank (20 juli 2023) dat partijen zich in een nadere akte kunnen uitlaten over een uitspraak van het gerechtshof Den Haag omdat die mogelijk van belang kon zijn voor de onderhavige zaak (ECLl:NL:GHDHA:2023:1067),
- de akte uitlaten van de vrouw (25 juli 2023),
- de ‘antwoordakte uitlaten’ van de man (23 augustus 2023),
- de akte uitlating producties van de man (4 oktober 2023) (over de producties 6 t/m 9 van de vrouw).