Cumulatief executoriaal derdenbeslag. Verstekvonnis eerste beslaglegger vernietigd. Afgedragen gelden moesten aan tweede beslaglegger worden afgedragen. Artikel 478 lid 1 en 3 Rv.
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Tilburg.
Partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘KPN’ genoemd.
1.
De procedure
1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
-
de dagvaarding van 16 augustus 2022, met bijlagen;
-
het antwoord, met een bijlage;
-
de repliek, met bijlagen;
-
de dupliek, met bijlagen.
2.
De inleiding
Waar gaat deze zaak over?
2.1.
[eiser01] is bij verstekvonnis van 6 juli 2006 (‘het verstekvonnis’) veroordeeld om € 782,84, exclusief rente en kosten aan (de rechtsvoorganger van) KPN te betalen. KPN heeft op 14 februari 2022 executoriaal derdenbeslag gelegd onder de werkgever van [eiser01] , [bedrijf01] (‘ [bedrijf01] ’). Syncasso heeft op 28 februari 2022 namens de Dienst Uitvoering Onderwijs (‘de DUO’) ook executoriaal beslag gelegd onder [bedrijf01] . Het beslag van KPN heeft geleid tot betalingen van in totaal € 973,41 aan KPN in de periode van 25 maart 2022 tot en met 25 mei 2022. Bij vonnis van 7 juli 2022 is het verstekvonnis vernietigd en is de vordering van KPN alsnog afgewezen. [eiser01] heeft KPN vervolgens verzocht om het geïnde bedrag van € 973,41 als onverschuldigd betaald aan hem terug te betalen, maar dat heeft KPN geweigerd.
Wat wil [eiser01] in deze zaak?
2.2.
In deze zaak vordert [eiser01] dat KPN wordt veroordeeld om het bedrag van € 973,41 aan hem terug te betalen. Daarnaast maakt [eiser01] aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en een proceskostenveroordeling. Tot slot vordert [eiser01] de wettelijke rente over al deze bedragen.
Wat is het verweer van KPN?
2.3.
KPN is het niet eens met de vordering van [eiser01] en concludeert tot afwijzing van die vordering, met veroordeling van [eiser01] in de proceskosten. KPN voert daartoe aan dat terugbetaling aan [eiser01] niet aan de orde is. Op het moment dat het beslag werd gelegd, was het rechtsgeldig. De latere vernietiging van het verstekvonnis doet geen afbreuk aan de het feit dat artikel 480 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (‘Rv’) van toepassing blijft. GGN, die in deze zaak optreedt als gemachtigde van KPN (lees: de coördinerend deurwaarder), was vanwege de vernietiging verplicht om de uit het beslag ontvangen gelden volledig door te betalen aan de tweede beslaglegger (Syncasso namens DUO), die op haar beurt coördinerend deurwaarder is geworden. GGN heeft het bedrag van € 973,41 op grond van artikel 478 lid 1 Rv niet alleen voor zichzelf geïnd, maar voor de gezamenlijke beslagleggers en aangezien de DUO recht heeft op betaling van het bedrag waarvoor beslag is gelegd, is er niet onverschuldigd betaald/afgedragen. KPN concludeert dan ook tot afwijzing van de vordering van [eiser01] .
3.
De beoordeling
De vordering van [eiser01] wordt afgewezen.
3.1.
Ten tijde van de afdrachten door [bedrijf01] aan GGN was sprake van een cumulatief executoriaal derdenbeslag. GGN had als eerste executoriaal derdenbeslag gelegd namens KPN en Syncasso had als tweede executoriaal derdenbeslag gelegd namens de DUO. Dit is tussen partijen ook niet in geschil. De door [bedrijf01] aan GGN afgedragen bedragen kwamen daarom niet alleen toe aan KPN, maar ook aan de DUO (zie artikel 478 lid 1 Rv en de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 22 januari 2019, gepubliceerd onder ECLI:NL:GHDHA:2019:95, overweging 2.19.1). Dat de door GGN namens KPN van [bedrijf01] ontvangen bedragen achteraf bezien ten onrechte (want op basis van een verstekvonnis dat later is vernietigd) aan GGN zijn afgedragen, brengt dan ook niet mee dat GGN die bedragen als onverschuldigd voldaan aan [eiser01] moet terugbetalen. Uit het systeem van de wet, in het bijzonder artikel 478 lid 1 en 3 Rv, volgt dat het afgedragen bedrag aan de tweede beslaglegger (in dit geval dus Syncasso) moet worden afgedragen. Een andere uitkomst zou ertoe leiden dat afgedragen gelden aan het door Syncasso gelegde beslag worden onttrokken, enkel door de omstandigheid dat het eerder door GGN gelegde beslag naderhand onterecht blijkt te zijn geweest. Dat kan niet de bedoeling zijn. Als GGN immers geen beslag had gelegd, was het volledige door [bedrijf01] afgedragen bedrag (inclusief het ten behoeve van KPN afgedragen bedrag van € 973,41) aan Syncasso afgedragen. Het antwoord op de vraag of de gelden al aan KPN waren uitgekeerd of niet, kan verder in het midden blijven. Dit verandert immers niets aan al het voorgaande.
3.2.
De conclusie luidt dat de vordering van [eiser01] om KPN te veroordelen het bedrag van € 973,41 aan hem terug te betalen wordt afgewezen. De nevenvorderingen delen hetzelfde lot.
[eiser01] moet de proceskosten van KPN betalen.
3.3.
[eiser01] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van KPN tot vandaag vast op € 264,00 aan salaris voor de gemachtigde (twee punten x € 132,00). Voor kosten die KPN maakt na deze uitspraak moet [eiser01] een bedrag betalen van € 66,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 10 juni 2022, gepubliceerd onder ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad.
3.4.
De proceskostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).
4.
De beslissing
De kantonrechter:
4.1.
wijst de vordering af;
4.2.
veroordeelt [eiser01] in de proceskosten die aan de kant van KPN tot vandaag worden vastgesteld op € 264,00;
4.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
38671
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: