Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2023:5089

Rechtbank Rotterdam
15-05-2023
16-06-2023
655361 / HA RK 23-310
Strafprocesrecht
Wraking

Verzoekster niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek. Verzoekster heeft het verzoek tot wraking van de rechter pas gedaan nadat de inhoudelijke behandeling van de zaak was gesloten en de rechter al einduitspraak had gedaan. Hieruit volgt dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Wrakingskamer

zaaknummer: 655361 / HA RK 23-310

Beslissing van 15 mei 2023

van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van

[naam verzoekster] ,

wonende te [woonplaats] ,

hierna te noemen: verzoekster,

strekkende tot de wraking van

mr. S. Jordaan,

rechter in deze rechtbank,

hierna te noemen: de rechter.

1 De procedure

1.1.

Het verzoek strekt tot wraking van de rechter in de strafzaak tegen verzoekster. Deze strafzaak heeft het parketnummer 10/065723-22. Het dossier van deze strafzaak is ter beschikking gesteld aan de wrakingskamer.

1.2.

Het verloop van de procedure blijkt verder uit:

  • -

    het proces-verbaal van de terechtzitting met gesloten deuren op 30 maart 2023 in de hiervoor onder 1.1. genoemde zaak, waarin het mondeling wrakingsverzoek en de gronden daarvan zijn vermeld;

  • -

    de schriftelijke reactie van de rechter van 24 april 2023.

1.3.

Bij de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek op 1 mei 2023 is officier van justitie mr. T. de Bas verschenen, De rechter heeft voorafgaand aan de zitting laten weten niet te zullen verschijnen. Verzoekster is zonder bericht niet verschenen.

2 De ontvankelijkheid van het verzoek

2.1.

Wraking is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Op grond van artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering kan de rechter die een zaak behandelt worden gewraakt. Het middel is toegekend aan een partij die wil voorkomen dat een rechter (nog langer) bemoeienis met de zaak zal hebben. Dat doel kan niet meer worden bereikt als de rechter al een einduitspraak heeft gedaan, omdat de behandeling van de zaak daarmee is geëindigd.

2.2.

Uit het proces-verbaal van de terechtzitting op 30 maart 2023 in de hiervoor omschreven strafzaak volgt – kort samengevat – dat verzoekster tijdens de zitting op enig moment heeft verklaard dat zij de rechter kan wraken. Op de vraag van de rechter wat verzoekster wil en of de zitting door kan gaan, is verzoekster doorgegaan met haar betoog. De rechter heeft aan het einde van de zitting een mondelinge uitspraak gedaan, waarbij aan verzoekster is medegedeeld dat zij het recht heeft om tegen deze uitspraak in hoger beroep te gaan. Verzoekster heeft daarop te kennen gegeven dat zij zeker in hoger beroep zal gaan en dat zij de rechter wil wraken. De rechter heeft gereageerd dat zij al uitspraak heeft gedaan en dat verzoekster haar daarom niet meer kan wraken, maar in hoger beroep kan gaan. Vervolgens heeft verzoekster betoogd dat zij de rechter eerder tijdens de zitting al had gewraakt.

2.3.

Tijdens de mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek op 1 mei 2023 heeft de officier van justitie bevestigd dat het verloop van de terechtzitting op 30 maart 2023 is gegaan zoals weergegeven in 2.2. De rechtbank is, anders dan verzoekster, van oordeel dat het benoemen van de mogelijkheid tot wraking van de rechter geen daadwerkelijk verzoek tot wraking is. Dit betekent dat verzoekster het verzoek tot wraking van de rechter pas heeft gedaan nadat de inhoudelijke behandeling van de zaak was gesloten en de rechter al einduitspraak had gedaan. Hieruit volgt dat de rechter de zaak niet meer behandelde op het moment dat het verzoek tot wraking is gedaan. Verzoekster is daarom niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van de rechter.

3 De beslissing

De rechtbank:

3.1.

verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.

Deze beslissing is gegeven door de mr. A.P. Hameete, voorzitter, mr. M. Fiege en mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Schalk, griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 mei 2023.

de griffier de voorzitter

Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.