11.
Beslissing
De rechtbank:
verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging ten aanzien van feit 1;
verklaart bewezen dat [bedrijf01] het onder 2 primair ten laste gelegde, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan [bedrijf01] meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt [bedrijf01] daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart [bedrijf01] strafbaar;
veroordeelt [bedrijf01] tot een
geldboete van € 250.000,00 (tweehonderdvijftigduizend euro
).
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Rabbie, voorzitter,
en mrs. M. Timmerman en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. K. Aagaard en J. Knook, griffiers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 1 februari 2023.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
Zij in of omstreeks de periode 1 maart 2009 tot en met 31 december 2010 te
Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, als werkgever, als
bedoeld in artikel 1.1 en/of 1.2 van de Arbeidsomstandighedenwet handelingen
heeft verricht of nagelaten in strijd met de
Arbeidsomstandighedenwet en/of de daarop berustende bepalingen immers heeft
zij en/of haar mededader bij het verrichten van arbeid door één of meer
werknemers, als bedoeld in bovenvermelde artikelen, bestaande uit het schuren
van en/of slijpen aan treinen,
in strijd met artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet niet gezorgd voor de
veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met die arbeid
verbonden aspecten, met name de risico’s en de gevaren van schuurstof en/of
verfstof en/of slijpstof en/of heeft zij daartoe geen
beleid gevoerd dat was gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden
en/of
in strijd met artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van het
arbeidsomstandighedenbeleid niet of niet voldoende in een inventarisatie en
evaluatie schriftelijk vastgelegd welke risico’s voornoemde arbeid voor de
werknemers met zich bracht, met name de risico’s met betrekking tot schuur
en/of verfstof en/of slijpstof, welke risico-inventarisatie en
-evaluatie tevens een beschrijving bevatte van de gevaren en de risico-beperkende
maatregelen en de risico's voor bijzondere categorieën van werknemers, te weten
de deelnemers aan het tROM project en/of
in strijd met artikel 8 van de Arbeidsomstandighedenwet er niet voor gezorgd dat
de werknemers doeltreffend werden ingelicht over de te verrichten
werkzaamheden bij het schuren van en/of slijpen aan treinen en de daaraan
verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht waren deze
risico's te voorkomen of te beperken en/of er niet of niet voldoende voor heeft
gezorgd dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken
aangepast onderricht werd verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden
en/of - terwijl persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de
werknemers werden gesteld - er niet of niet voldoende voor heeft gezorgd dat de
werknemers op de hoogte waren van hun doel en werking en de wijze waarop zij
deze dienden te gebruiken en/of niet, in elk geval niet voldoende heeft toegezien
op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of
beperken van de in het eerste lid genoemde risico's alsmede op het juiste gebruik
van persoonlijke beschermingsmiddelen en/of
in strijd met artikel 4.1b. van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl voormelde
werknemers werden of konden worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, te
weten schuurstof en/of verfstof en/of slijpstof, bevattende lood- en of
loodverbindingen en/of zinkverbindingen en/of fijnstof, niet gezorgd voor een
doeltreffende bescherming van de gezondheid en veiligheid van die
werknemers en/of
in strijd met artikel 4.1c van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl arbeid
werd verricht waarbij werknemers werden of konden worden blootgesteld aan
voormelde gevaarlijke stoffen, niet in het kader van artikel 3 van de wet de
blootstelling van werknemers aan gevaarlijke stoffen voorkomen of
geminimaliseerd door
- het ontwerp en de organisatie van de arbeidssystemen op de werkplek en/of
- gebruik te maken van adequate arbeidsmiddelen en/of
- de mate en duur van de blootstelling te minimaliseren en/of
- de grootst mogelijke zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid in acht te
nemen en/of
- passende werkmethoden in te voeren, met inbegrip van regelingen voor de
veilige behandeling op de werkplek van afvalstoffen die gevaarlijke stoffen
bevatten en/of
in strijd met artikel 4.2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl werknemers
werden of konden worden blootgesteld aan voormelde gevaarlijke stoffen,
ongeacht of met deze stoffen daadwerkelijk arbeid werd of zou worden verricht,
niet, in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5
van de wet, de aard, de mate en de duur van die blootstelling beoordeeld teneinde
de gevaren voor de werknemers te bepalen, in ieder geval met betrekking tot de
aard van de blootstelling niet vastgesteld aan welke gevaarlijke stoffen werknemers
werden of konden worden blootgesteld, wat de gevaren waren die aan die stoffen
waren verbonden, in welke
situaties blootstelling zich kon voordoen en op welke wijze blootstelling kon
plaatsvinden en/of
in strijd met artikel 4.10a van het Arbeidsomstandighedenbesluit niet iedere
werknemer, die voor de eerste keer kon worden blootgesteld aan gevaarlijke
stoffen, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór
de aanvang van de werkzaamheden waarbij blootstelling kon ontstaan een
arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan en/of
in strijd met artikel 4.10d van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl arbeid
werd verricht waarbij werknemers werden of konden worden blootgesteld aan
gevaarlijke stoffen, niet in overeenstemming met artikel 8 van de wet, voorlichting
en onderricht gegeven, waarbij ten minste aandacht wordt besteed aan de aard
van de blootstelling, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid en/óf de
te treffen voorzorgsmaatregelen om blootstelling te voorkomen of te beperken tot
een zo laag mogelijk niveau en/of de hygiënische maatregelen en/of het dragen en
gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen;
terwijl daardoor, naar zij en/of haar mededader wist(en) of redelijkerwijs
moest(en) weten, levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van een of
meer werknemers ontstond of te verwachten was;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
Gemeente Tilburg in of omstreeks de periode 1 maart 2009 tot en met 31
december 2010 te Tilburg, als werkgever, als bedoeld in artikel 1.1 en/of 1.2 van de
Arbeidsomstandighedenwet handelingen heeft verricht of nagelaten in strijd met
de Arbeidsomstandighedenwet en/of de daarop berustende bepalingen immers
heeft zij bij het verrichten van arbeid door één of meer werknemers, als bedoeld in
bovenvermelde artikelen, bestaande uit het schuren van en/of slijpen aan treinen,
in strijd met artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet niet gezorgd voor de
veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met die arbeid
verbonden aspecten, met name de risico’s en de gevaren van schuurstof en/of
verfstof en/of slijpstof en/of heeft zij daartoe geen beleid gevoerd dat was gericht
op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden en/of
in strijd met artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet bij het voeren van het
arbeidsomstandighedenbeleid niet of niet voldoende in een inventarisatie en
evaluatie schriftelijk vastgelegd welke risico's voornoemde arbeid voor de
werknemers met zich bracht, met name de risico’s met betrekking tot schuur-
en/of verfstof en/of slijpstof, welke risico-inventarisatie en
-evaluatie tevens een beschrijving bevatte van de gevaren en de risico-beperkende
maatregelen en de risico's voor bijzondere categorieën van werknemers, te weten
de deelnemers aan het tROM project en/of
in strijd met artikel 8 van de Arbeidsomstandighedenwet er niet voor gezorgd dat
de werknemers doeltreffend werden ingelicht over de te verrichten
werkzaamheden bij het schuren van en/of slijpen aan treinen en de daaraan
verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht waren deze
risico's te voorkomen of te beperken en/of er niet of niet voldoende voor heeft
gezorgd dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken
aangepast onderricht werd verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden
en/of - terwijl persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de
werknemers werden gesteld - er niet of niet voldoende voor heeft gezorgd dat de
werknemers op de hoogte waren van hun doel en werking en de wijze waarop zij
deze dienden te gebruiken en/of niet, in elk geval niet voldoende heeft toegezien
op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of
beperken van de in het eerste lid genoemde risico's alsmede op het juiste gebruik
van persoonlijke beschermingsmiddelen en/of
in strijd met artikel 4.1b. van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl voormelde
werknemers werden of konden worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, te
weten schuurstof en/of verfstof en/of slijpstof, bevattende lood- en of
loodverbindingen en/of zinkverbindingen en/of fijnstof, niet gezorgd voor een
doeltreffende bescherming van de gezondheid en veiligheid van die
werknemers en/of
in strijd met artikel 4.1c van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl arbeid
werd verricht waarbij werknemers werden of konden worden blootgesteld aan
voormelde gevaarlijke stoffen, niet in het kader van artikel 3 van de wet de
blootstelling van werknemers aan gevaarlijke stoffen voorkomen of
geminimaliseerd door
- het ontwerp en de organisatie van de arbeidssystemen op de werkplek en/of
- gebruik te maken van adequate arbeidsmiddelen en/of
- de mate en duur van de blootstelling te minimaliseren en/of
- de grootst mogelijke zorgvuldigheid, ordelijkheid en zindelijkheid in acht te
nemen en/of
- passende werkmethoden in te voeren, met inbegrip van regelingen voor de
veilige behandeling op de werkplek van afvalstoffen die gevaarlijke stoffen
bevatten en/of
in strijd met artikel 4.2 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl werknemers
werden of konden worden blootgesteld aan voormelde gevaarlijke stoffen,
ongeacht of met deze stoffen daadwerkelijk arbeid werd of zou worden verricht,
niet, in het kader van de risico-inventarisatie en -evaluatie, bedoeld in artikel 5
van de wet, de aard, de mate en de duur van die blootstelling beoordeeld teneinde
de gevaren voor de werknemers te bepalen, in ieder geval met betrekking tot de
aard van de blootstelling niet vastgesteld aan welke gevaarlijke stoffen werknemers
werden of konden worden blootgesteld, wat de gevaren waren die aan die stoffen
waren verbonden, in welke
situaties blootstelling zich kon voordoen en op welke wijze blootstelling kon
plaatsvinden en/of
in strijd met artikel 4.10a van het Arbeidsomstandighedenbesluit niet iedere
werknemer, die voor de eerste keer kon worden blootgesteld aan gevaarlijke
stoffen, in aanvulling op artikel 18 van de wet, in de gelegenheid gesteld om vóór
de aanvang van de werkzaamheden waarbij blootstelling kon ontstaan een
arbeidsgezondheidskundig onderzoek te ondergaan en/of
in strijd met artikel 4.10d van het Arbeidsomstandighedenbesluit, terwijl arbeid
werd verricht waarbij werknemers werden of konden worden blootgesteld aan
gevaarlijke stoffen, niet in overeenstemming met artikel 8 van de wet, voorlichting
en onderricht gegeven, waarbij ten minste aandacht wordt besteed aan de aard
van de blootstelling, bedoeld in artikel 4.2, eerste lid en/óf de
te treffen voorzorgsmaatregelen om blootstelling te voorkomen of te beperken tot
een zo laag mogelijk niveau en/of de hygiënische maatregelen en/of het dragen en
gebruiken van persoonlijke beschermingsmiddelen;
terwijl daardoor, naar zij wist of redelijkerwijs moest weten, levensgevaar of
ernstige schade aan de gezondheid van een of meer werknemers ontstond of te
verwachten was;
bij/tot het plegen van dat misdrijf zij, verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest
en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft door toen daar
als deelnemende partij aan de samenwerkingsovereenkomst tussen NSM, tROM
en haar, [bedrijf01] niet mede te zorgen voor de veiligheid en de gezondheid
van de werknemers inzake alle met die arbeid verbonden aspecten, met name de
risico’s en de gevaren van schuurstof en/of verfstof en /of daartoe als
deelnemende partij aan die overeenkomst geen gezamenlijk beleid te voeren dat
was gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden en/of
een bedrijfruimte/hal ten behoeve van die werkzaamheden aan verdachte
beschikbaar te stellen, terwijl zij wist of moest weten dat die bedrijfruimte/hal niet
beschikte over de juiste/voldoende/adequate voorzieningen voor het veilig
uitvoeren van voormelde werkzaamheden en/of
niet in te grijpen terwijl zij wist dat voormelde werknemers werden of konden
worden blootgesteld aan gevaarlijke stoffen, te weten schuurstof en/of verfstof,
bevattende lood- en of loodverbindingen en/of zinkverbindingen en/of fijnstof,
zulks terwijl zij wist of moest weten dat niet was gezorgd voor een doeltreffende
bescherming van de gezondheid en veiligheid van die werknemers en/of
aan verdachte geen of onvoldoende informatie, voorlichting en/of advies te geven
over de gevaarlijke stoffen die bij het verrichten van voormelde werkzaamheden
konden vrijkomen en/of de gevaren die het vrijkomen van schuurstof voor de
werknemers opleverde of kon opleveren en/of
onvoldoende te zorgen voor verstrekking van de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen en/of arbeidsmiddelen voor het veilig uitvoeren van
voormelde werkzaamheden, althans onvoldoende te zorgen voor voorlichting en
advies aan verdachte over het gebruiken van de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen en arbeidsmiddelen en/of het op de juiste wijze gebruiken
daarvan en/of niet of onvoldoende op dat gebruik toe te zien;
2
Zij in de periode 1 maart 2009 tot en met december 2010 te Tilburg, tezamen en in
vereniging met een ander, althans alleen, terwijl zij en/of haar mededader
beroepshalve één of meer stoffen, te weten lood en/of loodverbindingen en/of
zink en/of zinkverbindingen en/of een preparaat, te weten een mengsel of
oplossing van die stoffen en/of andere stoffen bewerkte (n) door het schuren van
verflagen en/of primerlagen van treinen, in welke verflagen en/of primerlagen die
stof(fen) en/of dat preparaat aanwezig waren, terwijl zij en/of haar mededader
wist(en) of redelijkerwijs had(den) kunnen vermoeden dat door haar/hun
handelingen met die stof(fen) of dat preparaat gevaren konden optreden voor de
gezondheid van de mens of voor het milieu, opzettelijk niet alle maatregelen
heeft/hebben genomen, die redelijkerwijs van haar en/of haar mededader konden
worden gevergd, teneinde die gevaren zoveel mogelijk te voorkomen of te
beperken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
Gemeente Tilburg in de periode 1 maart 2009 tot en met december 2010 te
Tilburg, terwijl zij beroepshalve één of meer stoffen, te weten lood en/of
loodverbindingen en/of zink en/of zinkverbindingen en/of een preparaat, te weten
een mengsel of oplossing van die stoffen en/of andere stoffen bewerkte door het
schuren van verflagen en/of primerlagen van treinen, in welke verflagen en/of
primerlagen die stof(fen) en/of dat preparaat aanwezig waren, terwjil zij wist of
redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat door haar handelingen met die stof(fen)
of dat preparaat gevaren konden optreden voor de gezondheid van de mens of
voor het milieu, opzettelijk niet alle maatregelen heeft/hebben genomen, die
redelijkerwijs van haar konden worden gevergd, teneinde die gevaren zoveel
mogelijk te voorkomen of te beperken,
bij/tot het plegen van dat misdrijf zij, verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest
en/of opzettelijk gelegenheid en/of middelen heeft verschaft door toen daar als
deelnemende partij aan de samenwerkingsovereenkomst tussen NSM, tROM en
haar, [bedrijf01] niet mede te zorgen voor de veiligheid en de gezondheid van
de werknemers die voormelde bewerkingen verrichtten of die in verband met die
werkzaamheden in de bedrijfsruimte/hal, waar die werkzaamheden werden
verricht aanwezig waren, met name de risico’s en de gevaren van voormelde
stoffen en/of preparaten en/of
een bedrijfsruimte/hal ten behoeve van die werkzaamheden aan verdachte
beschikbaar te stellen, terwijl zij wist of moest weten dat die bedrijsfruimte/ hal
niet beschikte over de juiste/voldoende/adequate voorzieningen voor het veilig
uitvoeren van voormelde werkzaamheden en/of
niet in te grijpen terwijl zij wist dat voormelde werknemers en/of andere personen
werden of konden worden blootgesteld aan voormelde stoffen en/of preparaten
en/of aan verdachte geen of onvoldoende informatie, voorlichting en/of advies te
geven over voormelde stoffen en/of preparaten die bij het verrichten van
voormelde werkzaamheden konden vrijkomen en/of de gevaren die het vrijkomen
voormelde stoffen en/of preparaten voor de werknemers en/of anderen opleverde
of kon opleveren en/of
onvoldoende te zorgen voor verstrekking van de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen en/of arbeidsmiddelen voor het veilig uitvoeren van
voormelde werkzaamheden en/of onvoldoende te zorgen voor voorlichting en
advies aan verdachte over het gebruiken van de juiste persoonlijke
beschermingsmiddelen en arbeidsmiddelen en/of het op de juiste wijze gebruiken
daarvan en/of niet of onvoldoende op dat gebruik toe te zien.