RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 11321574 CV EXPL 24-24265
datum uitspraak: 13 december 2024
Vonnis van de kantonrechter
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: [naam],
[gedaagde]
,
woonplaats: [woonplaats],
gedaagde,
die zelf procedeert.
2 De beoordeling
2.1.
[gedaagde] heeft met Zilveren Kruis een zorgverzekeringsovereenkomst afgesloten. [gedaagde] moet voor deze verzekering iedere maand premie betalen. Zilveren Kruis eist een bedrag van € 1.044,49 aan achterstallige premie van [gedaagde]. Daarnaast eist zij buitengerechtelijke kosten en rente.
2.2.
[gedaagde] wil de achterstallige premie wel betalen, maar is het niet eens met de dagvaarding, omdat hij een betalingsregeling wil. Hij heeft een voorstel gedaan, maar de gemachtigde van Zilveren Kruis heeft dit afgewezen.
2.3.
De vorderingen van Zilveren Kruis worden toegewezen. Dit betekent dat [gedaagde] € 1.223,19 moet betalen aan Zilveren Kruis.
2.4.
[gedaagde] schrijft dat zijn aanvraag voor een betalingsregeling door Zilveren Kruis is afgewezen. De kantonrechter overweegt dat Zilveren Kruis niet hoeft in te stemmen met een betalingsregeling; zij mag dit weigeren. Het weigeren van een betalingsregeling is dan ook geen reden om de eis (inclusief de gevorderde kosten) af te wijzen. De kantonrechter kan een betalingsregeling niet aan partijen opleggen. [gedaagde] kan na dit vonnis met (de gemachtigde van) Zilveren Kruis bespreken of alsnog een betalingsregeling mogelijk is.
[gedaagde] moet in totaal € 1.223,19 betalen
2.5.
[gedaagde] ontkent niet dat hij de premie van juni 2022 tot en met juli 2024 (deels) niet heeft betaald. [gedaagde] heeft niet ontkend dat het hier gaat om een bedrag van – in totaal - € 1.044,49. Daarop komt in mindering een betaling van [gedaagde] van €30,00. [gedaagde] moet daarom € 1.014,49 aan achterstallige premie betalen aan Zilveren Kruis. De persoonlijke omstandigheden die [gedaagde] aandraagt maken dit oordeel niet anders, omdat – hoe vervelend ook voor [gedaagde] – die niet meebrengen dat hij zijn premie niet hoeft te betalen.
2.6.
De incassokosten van € 138,59 (inclusief btw) worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
2.7.
De rente wordt toegewezen, omdat Zilveren Kruis genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde] dat niet heeft betwist. In de dagvaarding staat dat de verschuldigde rente tot en met de dag van de dagvaarding (13 september 2024) € 70,11 bedraagt zodat de lopende rente wordt toegewezen vanaf 14 september 2024.
2.8.
In totaal wordt dus toegewezen € 1.014,49 + € 138,59 + € 70,11 = € 1.223,19, met rente vanaf 14 september 2024 over € 1.014,49.
[gedaagde] moet de proceskosten betalen
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde], omdat hij ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan Zilveren Kruis moet betalen op € 137,38 aan dagvaardingskosten, € 328,00 aan griffierecht, € 135,00 aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 135,00) en € 67,50 aan nakosten. Dat is in totaal € 667,88. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.10.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat Zilveren Kruis dat eist en [gedaagde] daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.
3 De beslissing
De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis te betalen € 1.223,19 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over € 1.014,49 vanaf 14 september 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die aan de kant van Zilveren Kruis worden begroot op € 667,78;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
64363