1 De procedure
Verzoeker heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft het verzoek behandeld ter zitting van 14 maart 2024.
Daarbij zijn verschenen en gehoord:
- [verzoeker], verzoeker;
- de heer H. Boogerd, werkzaam bij de gemeente Voorne aan Zee, schuldhulpverlener.
De uitspraak is bepaald op heden.
2 De beoordeling
Toelating tot de schuldsaneringsregeling
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen. Verzoeker verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betaling van zijn schulden. Er is geen, althans onvoldoende grond gebleken voor afwijzing van het verzoek. Verzoeker zal daarom worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Ingangsdatum looptijd van de schuldsaneringsregeling
Ten aanzien van de ingangsdatum van de looptijd van de schuldsaneringsregeling overweegt de rechtbank als volgt. Door verzoeker is verzocht om een eerdere ingangsdatum van de wettelijke schuldsaneringsregeling. Daartoe is ter zitting aangevoerd dat verzoeker door middel van beslag een bedrag van € 3.017,64 afgelost heeft op zijn schulden. Ter zitting heeft schuldhulpverlening verklaard dat de deurwaarder die bedragen onder het beslag int, dit bedrag int voor meerdere schuldeisers. Schuldhulpverlening heeft voorts verklaard dat niet voor alle schuldeisers beslag is gelegd. Voornoemd bedrag van € 3.017,64 is dus niet ten goede gekomen aan de gezamenlijke schuldeisers, maar alleen aan de schuldeisers die beslag hebben gelegd. De rechtbank wijst daarom het verzoek af en stelt de ingangsdatum van de looptijd van de wettelijke schuldsaneringsregeling vast op 21 maart 2024.
Bevoegdheid rechtbank
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid 1 Verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verzoeker in Nederland ligt.
3 De beslissing
- spreekt per de datum van dit vonnis de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker]
,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres 1];
[website 1], [website 2]
[website 3], [website 4]
gevestigd [adres 2];
- stelt de termijn van de regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf
21 maart 2024, waardoor deze termijn eindigt op 21 september 2025;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. B.A. Cnossen
en tot bewindvoerder L. Hordijk,
gevestigd te [postadres]
;
- kent toe, voor zover de boedel dit toelaat, een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder van een telkens aan het eind van de maand opeisbaar bedrag. Dit bedrag is gelijk aan 1/19e deel van de overeenkomstig artikel 2 van het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering (Staatsblad 2013, 308) te berekenen vergoeding, verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.A. Cnossen, rechter, en in aanwezigheid van
C. van der Velde, griffier, in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2024. 1