Op 14 juli 2020 heeft op gezamenlijk verzoek een neurologische expertise plaatsgevonden, uitgevoerd door neuroloog [persoon B] (hierna: [persoon B] ).
In zijn geneeskundig rapport staat onder meer vermeld:
Ongevalsanamnese:
Het ongeval vond plaats op 22-05-2017. Zij moest afremmen bij een stoplicht en stond op een bepaald moment stil. Ze reed in een Volkswagen Passat die van een vriend was die rechts voorin de auto zat. De hoofdsteun stond voor haar te hoog afgesteld. Ze had de gordel in gebruik. Het licht ging op groen. Ze wilde doorrijden, maar de Passat sloeg af. Ze trapte de koppeling in om weer opnieuw te starten en toen klapte er een auto achterop. Bij de eerste klap maakte haar hoofd een zweepslag. Het ging 4 keer op en neer. Toen volgde een tweede klap. Ook daarbij ging ze 4 keer met het hoofd op en neer. Op het moment van het ongeval zat ze wat naar rechts geneigd met de hand op de versnellingspook. Precies daar waar de rug toen knikte ervaart ze sedertdien pijn. Ze weet niet of de auto’s achter haar stil stonden of aan kwamen rijden. Ze weet ook niet waar de snelheid van 25 km/uur vandaan kwam die in het dossier gemeld staat. Na de tweede klap voelde ze tintelen vanuit de rechtervoet naar boven tot in het hoofd. (…) Er is direct een afspraak gemaakt bij de HAP bij het Maasstad Ziekenhuis. Daar kon ze een uur later terecht. Ze ontwikkelde hevige pijn in de onderrug, precies op de knik waarbij zij een plek hoog lumbaal aan de rechterzijde aanwijst. Ze had ook last van haar nek. (…) Op de HAP is ze nagekeken. (…)
Huidige klachten:
Ze ervaart een stekende pijn rechts meer dan links in de mediale ooghoek. Dit is de laatste 2 jaar aanwezig. Dit is constant aanwezig. Het zicht is achteruit gegaan en gaat nog steeds achteruit. Ze heeft hoofdpijn met name aan de voorzijde. Dit is er in de loop van de tijd bij gekomen. Het treedt gemiddeld 3 maal per week op, met name wanneer ze last heeft van de rug. Met name dan heeft ze ook last van overgevoeligheid voor licht. (..)
Ze kan door de pijn in de rug niet lang zitten. Na een half uur neemt de pijn toe en zou ze het liefst gaan bewegen. Ze ervaart continu pijn in de onderrug met name in de knik die hierboven genoemd is net onder de ribbenboog aan de rechter kant. Bij zitten wordt het erger, maar ook bij staan. (…) Ze kan dingen slecht verstaan. Ze kan wel horen wat er gezegd wordt, maar verstaat het dan niet. Het is alsof je jezelf afsluit. Ze wil de oren nog laten nakijken. Ze hoort slechter. Haar concentratie is slecht. Ze kan geen brieven meer opstellen. Haar boekhouding lukt niet meer. (…)
Er is sprake van vergeetachtigheid. Dit bemerkt ze op enig moment na het ongeval. Lezen lukt wel, maar ze kan niets onthouden. In de tijd is dit toegenomen. Ze moet alles wel 10 keer controleren. Soms kan ze niet op woorden komen. Ze is veel agressiever dan voorheen. (…)
Psychosociaal
Ten tijde van het ongeval werkte zij als zelfstandig kapster. Ze deed dat al 15 jaar. Ze werkte 6 dagen in de week en deed daarnaast in het weekeind nog schoonmaakwerk bij haar zus. Nu werkt ze maximaal 20 uur/week. (…)
Lichamelijk onderzoek:
(…) Hypertonie paravertebrale musculatuur en pars descendens trapezius. De musculatuur is pijnlijk bij palpatie met name ook de aanhechtingen bij het occiput. De bewegingen verlopen in alle richtingen ongeremd (…)
Lumbale wervelkolom: normale stand, geen druk- of kloppijn. Lateroflexie gb. De paravertebrale musculatuur is pijnlijk bij palpatie paravertebraal rechts thv L1. Bij vooroverbuigen is de vingervloerafstand 30 cm. (…)
Voeten: platvoeten bdz.
Betrokkene is helder. (…) Stemming is normofoor. Ze is goed georiënteerd in tijd, persoon, niet in plaats (Malden). Bij de MOCA scoort zij 18 uit 30; zij mist bij abstraheren 1 punt, aandacht 3, taal 2 en delayd recall 5. (…)Discrepantie tussen deze bevindingen. (…)
Hersenzenuwen:
Visus OS zc 3/6 en OD zc 3/10.
(…)
Fluisterspraak links en rechts verminderd.
(…)
Samenvatting
(…) Bij oriënterend neuropsychologisch onderzoek vertelt zij de anamnese adequaat, coherent en met voldoende details. De aandacht is goed te trekken en te houden. De MOCA is sterk afwijkend. Bij de algemene feiten zijn er geen verschillen. Dit is een inconsistente bevinding. Neurologisch onderzoek in engere zin laat beiderzijds een slechte visus zien. Ze geeft beiderzijds een verminderde fluisterspraak aan. Voor het overige is het neurologisch onderzoek in engere zin niet afwijkend. Er is sprake van hypertonie met lichte tendomyogeen bepaalde bewegingsbeperkingen cervicaal, alsmede paravertebrale drukpijn rechts ter hoogte van L1.
Klinische diagnose:
Er is sprake van een status na acceleratie deceleratie mechanisme, waarbij zij 2 maal is aangereden zonder bewustzijnsverlies en zonder uitwendig letsel met nu klachten en afwijkende bevindingen die passen bij een whiplash associated disorder graad II volgens de classificatie van de Quebec Task Force (Spine 1995). In de differentiaal diagnose kan gedacht worden aan posttraumatische, met name tendomyogene afwijkingen. Het beloop van de klachten met name ook de uitbreiding van klachten in tijd zonder nieuwe event past beter bij een whiplash associated disorder. De ervaren cognitieve problemen zijn secundair bij een chronisch geworden pijnsyndroom. Noch op basis van de anamnese, noch op basis van de onderzoeksbevindingen zijn er aanwijzingen voor primair cerebrale beschadiging als oorzaak van deze klachten. Daarnaast is er sprake van hoog lumbale paravertebrale klachten waarbij een tendomyogene component een rol lijkt te spelen. Een neurologische verklaring voor deze klachten heb ik niet. Wellicht betreft het een afwijking op orthopedisch gebied. Er is sprake van zeer ernstige visusstoornissen waarvoor ik geen neurologische verklaring heb; zij noemt deze overigens zelf niet bij de anamnese. Dat geldt ook voor het verminderde gehoor;
Tot slot is er sprake van angstklachten. Dit betreft het vakgebied van de Psychiatrie.