De gevorderde verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst doorloopt wordt afgewezen. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussen partijen is geëindigd en niet voortgezet. Wg heeft niet voldaan aan aanzegverplichting en heeft wn niet ziek uit dienst gemeld, maar dat betekent niet dat aok (stilzwijgend) is voortgezet. Aanzegvergoeding wordt toegewezen, omdat wg niet aan schriftelijke aanzegverplichting heeft voldaan. Transitievergoeding wordt ook toegewezen..
Rechtspraak.nl AR-Updates.nl 2024-0278 JAR 2024/87 VAAN-AR-Updates.nl 2024-0278
gemachtigde: mr. L.J. Witvliet, advocaat te Brielle,
tegen
Infinitascare B.V.
,
gevestigd en kantoorhoudende te Capelle aan den IJssel,
verweerster,
gemachtigde: mr. S. Kurz.
Partijen worden hierna ‘ [verzoeker01] ’ en ‘Infinitascare’ genoemd.
1
De procedure
1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
-
het verzoekschrift van [verzoeker01] , met bijlagen, ter griffie ontvangen op
30 november 2023;
-
de akte vermeerdering verzoekschrift van [verzoeker01] , met bijlagen.
1.2.
Op 24 januari 2024 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig [verzoeker01] met zijn gemachtigde en de gemachtigde van Infinitascare.
2
De feiten
2.1.
[verzoeker01] is op 1 augustus 2022 bij Infinitascare in dienst getreden in de functie van medewerker waakdienst op basis van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde duur van 7 maanden. Deze arbeidsovereenkomst is verlengd voor de duur van zeven maanden tot 30 september 2023.
2.2.
[verzoeker01] heeft zich medio april 2023 ziekgemeld.
2.3.
[verzoeker01] is een kort geding gestart tegen Infinitascare, omdat hij zijn loon niet meer volledig uitbetaald kreeg.
2.4.
Dit heeft geresulteerd in een vonnis in kort geding van de kantonrechter te Rotterdam van 3 augustus 2023, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
onder het kopje “
2. De feiten
”:
“Partijen hebben ter zitting verklaard het erover eens te zijn dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op 30 september 2023.”
2.5.
Het salaris van [verzoeker01] bij Infinitascare bedroeg € 3.139,17 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag.
2.6.
[verzoeker01] heeft na 30 september 2023 geen loon meer ontvangen van Infinitascare en ook geen (Ziektewet)uitkering van het UWV.
3
Het geschil
3.1.
[verzoeker01] verzoekt (samengevat):
primair:
-
te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker01] en Infinitascare niet rechtsgeldig is geëindigd per 30 september 2023, maar doorloopt tot 30 april 2024 of een andere datum;
-
Infinitascare te veroordelen tot het (laten) inplannen van een consult bij de bedrijfsarts voor [verzoeker01] , op straffe van een dwangsom;
subsidiair:
- Infinitascare te veroordelen tot betaling aan hem van de aanzegvergoeding van
€ 3.139,17 bruto, exclusief 8% vakantiegeld, met rente;
-
Infinitascare te veroordelen tot betaling aan hem van de wettelijke transitievergoeding van € 1.318,45 bruto, met rente;
-
Infinitascare te veroordelen tot betaling aan hem van een vergoeding voor de nog niet genoten vakantiedagen, het opgebouwde vakantiegeld en pro rata eindejaarsuitkering;
-
Infinitascare te veroordelen tot het verstrekken en betalen aan hem van een deugdelijke eindafrekening, op straffe van een dwangsom;
primair en subsidiair:
-
Infinitascare te veroordelen tot het opmaken en verstrekken aan [verzoeker01] van juiste maandelijkse salarisspecificaties, urenspecificaties en overzichten vanaf 1 januari 2023 tot en met het rechtsgeldige einde van de arbeidsovereenkomst, op straffe van een dwangsom;
-
te verklaren voor recht dat de achterstand in de maandelijkse loonbetalingen en de proceskosten tot en met 30 september 2023 € 4.337,53 netto bedraagt;
-
Infinitascare te veroordelen in de proceskosten;
-
de beschikking uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De stellingen die [verzoeker01] aan zijn verzoeken ten grondslag legt komen, voor zover van belang, hierna in de beoordeling aan de orde.
3.3.
Infinitascare stelt dat de verzochte verklaring voor recht over het doorlopen van de arbeidsovereenkomst na 30 september 2024 en het verzoek tot betaling van de aanzegvergoeding moeten worden afgewezen. Volgens Infinitascare was het voor [verzoeker01] duidelijk dat de arbeidsovereenkomst zou eindigen op 30 september 2023 en niet verlengd zou worden. Infinitascare is het er dus niet mee eens dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen doorloopt na 30 september 2023. Daarnaast stelt Infinitascare dat zij om die reden de aanzegvergoeding niet verschuldigd is aan [verzoeker01] .
Tegen de andere verzoeken van [verzoeker01] heeft Infinitascare geen verweer gevoerd.
4
De beoordeling
einde arbeidsovereenkomst op 30 september 2023
4.1.
Vaststaat dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is gesloten tot 30 september 2023. Dat blijkt ook uit het vonnis in kort geding tussen partijen, zoals hiervoor in rechtsoverweging 2.4. geciteerd. Ook staat vast dat Infinitascare het einde van de arbeidsovereenkomst niet heeft aangezegd. [verzoeker01] verbindt daaraan de conclusie dat de arbeidsovereenkomst is voortgezet en niet van rechtswege is geëindigd op 30 september 2023. De kantonrechter volgt [verzoeker01] in die visie niet.
Dat Infinitascare [verzoeker01] helemaal niet heeft geïnformeerd over het einde van het dienstverband en zelfs helemaal niets meer heeft laten weten aan [verzoeker01] over de arbeidsovereenkomst betekent niet dat de arbeidsovereenkomst daarmee (stilzwijgend) is voortgezet. Er zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld of gebleken, waaruit geconcludeerd kan worden dat de arbeidsovereenkomst na 30 september 2023 stilzwijgend door partijen is voortgezet. Het enkele feit dat Infinitascare [verzoeker01] op of kort na 30 september 2023 niet ziek uit dienst heeft gemeld rechtvaardigt die conclusie niet. De door [verzoeker01] verzochte verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst na 30 september 2023 is blijven doorlopen wordt dan ook afgewezen.
De kantonrechter wijst erop dat de gemachtigde van Infinitascare ter zitting te kennen gegeven heeft dat de ziek uit dienst melding bij het UWV door de werkgever alsnog met terugwerkende kracht tot 30 september 2023 gedaan is. De kantonrechter gaat ervan uit dat [verzoeker01] op basis daarvan zijn recht op een Ziektewetuitkering vanaf 1 oktober 2023 alsnog geldend kan maken.
4.2.
De vordering over het inplannen van een consult met de bedrijfsarts is niet toewijsbaar, omdat de arbeidsovereenkomst op 30 september 2023 van rechtswege geëindigd is.
toewijzing aanzegvergoeding
4.3.
Infinitascare heeft het einde van de arbeidsovereenkomst niet schriftelijk aangezegd en moet daarom de aanzegvergoeding betalen aan [verzoeker01] (artikel 7:668 BW). Dat voor [verzoeker01] duidelijk was of moest zijn dat de arbeidsovereenkomst op 30 september 2023 zou eindigen betekent niet dat Infinitascare het einde van de arbeidsovereenkomst niet schriftelijk hoefde aan te zeggen. Uit rechtspraak van de Hoge raad volgt dat de aanzegvergoeding steeds verschuldigd is bij niet-inachtneming van de schriftelijkheidseis, ook als voor de werknemer langs andere weg duidelijk was dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet of de werknemer geen nadeel heeft geleden door het niet naleven van de schriftelijkheidseis.
1
De verzochte aanzegvergoeding ter hoogte van één maandsalaris van € 3.139,17 bruto is dan ook toewijsbaar. Voor toewijzing van de daarover gevorderde 8% vakantietoeslag bestaat evenwel geen grond, gezien de definitie van het loonbegrip in artikel 2 van het toepasselijke Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding. De wettelijke rente over de aanzegvergoeding wordt toegewezen vanaf
1 oktober 2023.
toewijzing transitievergoeding
4.4.
De verzochte transitievergoeding van € 1.318,45 bruto wordt ook toegewezen. Infinitascare heeft namelijk niet betwist dit bedrag aan transitievergoeding verschuldigd te zijn aan [verzoeker01] . De wettelijke rente over de transitievergoeding wordt toegewezen vanaf 1 november 2023 gezien het bepaalde in artikel 7:686a lid 1 BW.
overige verzoeken
4.5.
De overige verzoeken worden toegewezen, omdat Infinitascare daartegen geen verweer heeft gevoerd, met dien verstande dat de kantonrechter de gevorderde dwangsommen anders dan [verzoeker01] vordert zal matigen en maximeren, zoals hierna in het dictum van deze beslissing vermeld.
Verder geldt dat de kantonrechter de verklaring voor recht dat Infinitascare nog € 4.337,53 netto aan [verzoeker01] moet betalen eveneens zal toewijzen. In dat bedrag zijn begrepen de proceskosten die zijn toegewezen in het kort geding vonnis. De kantonrechter gaat ervan uit dat [verzoeker01] die proceskosten niet dubbel zal executeren.
proceskosten
4.6.
Infinitascare moet de proceskosten betalen, want zij wordt grotendeels in het ongelijk gesteld. De kantonrechter begroot deze kosten aan de kant van € 244,00 aan griffierecht en € 814,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 135,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 1.193,00. Hier kan nog een bedrag bijkomen als deze beschikking wordt betekend.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.7.
Deze beschikking wordt voor wat betreft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).
5
De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Infinitascare om aan [verzoeker01] te betalen de aanzegvergoeding van € 3.139,17 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel
6:119 BW vanaf 1 oktober 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
5.2.
veroordeelt Infinitascare om aan [verzoeker01] te betalen de transitievergoeding van € 1.318,45 bruto, vermeerderd met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 1 november 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
5.3.
veroordeelt Infinitascare om aan [verzoeker01] te betalen een vergoeding voor niet genoten vakantiedagen, pro rata opgebouwd vakantiegeld en pro rata eindejaarsuitkering;
5.4.
veroordeelt Infinitascare om aan [verzoeker01] binnen veertien dagen na deze uitspraak een deugdelijke eindafrekening te verstrekken, op straffe van een door Infinitascare te verbeuren dwangsom van € 25,00 per dag voor iedere dag dat Infinitascare vanaf de betekening van deze beschikking in gebreke blijft met voldoening aan deze veroordeling, met een maximum van € 2.500,00;
5.5.
veroordeelt Infinitascare om aan [verzoeker01] binnen veertien dagen na deze uitspraak deugdelijke bruto-netto salarisspecificaties (met urenspecificaties) te verstrekken over de maanden januari 2023 tot en met september 2023, op straffe van een door Infinitascare te verbeuren dwangsom van € 25,00 per salarisspecificatie per dag voor iedere dag dat Infinitascare vanaf de betekening van deze beschikking in gebreke blijft met voldoening aan deze veroordeling, met een maximum van € 2.500,00;
5.6.
verklaart voor recht dat de achterstand in de maandelijkse loonbetalingen en de proceskosten, die Infinitascare aan [verzoeker01] verschuldigd is, in totaal € 4.337,53 netto bedraagt, berekend tot en met 30 september 2023 en veroordeelt Infinitascare tot betaling van dat bedrag aan [verzoeker01] ;
5.7.
veroordeelt Infinitascare in de proceskosten, die aan de kant van [verzoeker01] worden begroot op € 1.193,00;
5.8.
verklaart deze beschikking voor wat betreft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.9.
wijst al het andere af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.