12 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een levenslange gevangenisstraf;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1, 2, 3, 4 en 5: laptop, papieren tasje, smartphone (Ulefone), EMC toegangspas, kettingzaag, veiligheidsvest, helm en een geluidsdemper gehoorbescherming;
- verklaart onttrokken aan het verkeer: vuurwapen Nagant, vuurwapen Glock 17 met richtmiddel, vuurwapen Glock 19 met richtmiddel en munitie;
- gelast de teruggave aan verdachte van: de kleding van de verdachte zoals beschreven in hoofdstuk 8;
Benadeelde partijen 10, 12, 15, 24, 26, 29, 30 en 33
verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in hun vorderingen; bepaalt dat de vorderingen kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
Benadeelde partij 31
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
legt aan de verdachte de maatregel van schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel;
bepaalt dat indien volledig verhaal van het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partijen 13, 21, 28, 34, 35, 36, 38, 39 en 40
wijst af de vorderingen van de benadeelde partijen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
Benadeelde partijen 1, 2, 3, 4, 5, 19, 27, 30, 33 en 37
wijst af de vorderingen van de benadeelde partijen voor zover deze zien op toekomstige schade;
Benadeelde partijen 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 11, 25 en 32
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting de in de kolom ‘hoofdsom’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel vermelde bedragen te betalen aan de aan die bedragen gekoppelde benadeelde partijen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst de vorderingen voor het overige af;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte bij elke toegewezen vordering de maatregel van schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen te betalen de bedragen zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, per schadevergoedingsmaatregel gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partijen 14, 16, 17, 18, 19 en 22
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting de in de kolom ‘hoofdsom’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel vermelde bedragen te betalen aan de aan die bedragen gekoppelde benadeelde partijen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partijen voor het overige niet-ontvankelijk in hun vorderingen; bepaalt dat dit deel van de vorderingen slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte bij elke toegewezen vordering de maatregel van schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen te betalen de bedragen zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, per schadevergoedingsmaatregel gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partij 6
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘hoofdsom’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af de gevorderde immateriële schade voor het overige;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op materiële schade;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel van schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partij 20
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘hoofdsom’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op materiele schade in de vorm van studievertraging; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst af de vordering voor het overige;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel van schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partij 23
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘hoofdsom’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op immateriële schade in de vorm van affectieschade; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst af de vordering voor het overige;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel van schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partij 27
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op immateriële schade en materiële schade in de vorm van inkomensschade; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst af de vordering voor het overige;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
Benadeelde partij 37
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting het in de kolom ‘hoofdsom’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel vermelde bedrag te betalen aan de benadeelde partij, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in het deel van de vordering dat ziet op materiële schade; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst af de vordering voor het overige;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte de maatregel van schadevergoeding op, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij te betalen het bedrag zoals genoemd in de kolom ‘schadevergoedingsmaatregel’ van de in paragraaf 9.6 opgenomen tabel, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 28 september 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 (één) dag; de toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.C.J. Peeck, voorzitter,
en mrs. W.J. de Veld en J.M.L. van Mulbregt, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 21 februari 2025.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum 2] 2009) opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door met een vuurwapen (voorzien van een groene laser, in elk geval een richtmiddel) (meermalen) op het lichaam en/of het hoofd van die [slachtoffer 1] te schieten, als gevolg waarvan die [slachtoffer 1] is overleden;
2
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam [slachtoffer 2] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door met een vuurwapen (voorzien van een groene laser, in elk geval een richtmiddel) (meermalen) op het lichaam en/of het hoofd, van die [slachtoffer 2] te schieten, als gevolg waarvan die [slachtoffer 2] is overleden;
3
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam [slachtoffer 3] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door met een vuurwapen (voorzien van een groene laser, in elk geval een richtmiddel) (meermalen) op het lichaam en/of het hoofd van die [slachtoffer 3] te schieten, als gevolg waarvan die [slachtoffer 3] is overleden;
4
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam opzettelijk brand heeft gesticht in een woning aan het [adres] door in die woning open vuur in aanraking te brengen met benzine, in elk geval een brandbare vloeistof, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woning aan het [adres] en/of de aangrenzende en/of de nabij die woning gelegen woning(en) en/of gebouw(en) en/of de in die woningen aanwezige goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te weten personen die zich in en/of in de omgeving van de woning aan het [adres] en/of de aangrenzende en/of de nabij die woning gelegen woning(en) en/of gebouw(en) bevonden, te duchten was
5
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam opzettelijk brand heeft gesticht in het onderwijscentrum van het Erasmus Medisch Centrum, waar zich op dat moment een groot aantal, althans meerdere, personen bevond(en) door molotovcocktails, te weten flessen gevuld met een brandbare vloeistof, met daaraan bevestigd een lont en/of een sterretje, althans een stuk vuurwerk en/of brandbaar stuk stof, aan te steken en deze molotovcocktails vervolgens in het gebouw kapot te gooien, en/of door flessen gevuld met een brandbare stof in het reeds ontstane vuur (kapot) te gooien terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten (andere delen van) het gebouw van het Erasmus Medisch Centrum en/of het onderwijscentrum en/of de in voornoemde gebouwen aanwezige goederen, en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander, te weten personen die zich in en/of in de nabije omgeving van het onderwijscentrum en/of (andere delen van) het EMC bevonden te duchten was
6
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam (een) wapen(s) van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
- een revolver, van het merk Nagant, type 1895, kaliber 7.62 zijnde een vuurwapen in de vorm van een revolver en/of
- een pistool, van het merk Glock, type 17 gen 5, kaliber 9 mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en/of
- een pistool, van het merk Glock, type 19 gen 5, kaliber 9 mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool, en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
- 7 kogelpatronen van het kaliber 7.62 welke geschikt zijn om met voornoemde revolver te worden verschoten en/of
- 40 kogelpatronen van het kaliber 9 mm welke geschikt zijn om met de voornoemde Glock 17 en/of Glock 19 te worden verschoten voorhanden heeft gehad;
7
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een toegangspas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] en/of een derde toebehoorde(n), door
- een vuurwapen aan die [slachtoffer 4] te tonen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 4] de woorden toe te voegen "je pas of wil je dood', althans woorden van gelijke aard en/of strekking;
8
hij op of omstreeks 28 september 2023 te Rotterdam, [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of een of meer andere en/of nog onbekende perso(o)n(en) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- een vuurwapen getoond aan en/of gericht op het lichaam en/of hoofd van die [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6] en/of [slachtoffer 7] en/of die andere en/of (nog onbekende) perso(o)n(en) en/of
- met zijn vuurwapen een of meerdere ke(e)r(en) in de lucht geschoten.