11 Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaar;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast de teruggave aan verdachte van het geldbedrag van € 1.200,- ([proces-verbaalnummer]).
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. K.Th. van Barneveld, voorzitter,
en mrs. S.M. den Hollander en J.C. de Vries, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.S. Roman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op 10 april 2025.
De oudste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1
hij op of omstreeks 13 december 2024 te Rotterdam en/of te Numansdorp, althans
in Nederland,
opzettelijk
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 232,62 kilogram, in
elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een
middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
( art 10 lid 5 Opiumwet, art 2 ahf/ond A Opiumwet )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 december 2024 te Rotterdam en/of te Numansdorp, althans
in Nederland,
opzettelijk
heeft afgeleverd en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 232,62 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet
behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die
wet;
2
hij op of omstreeks 13 december 2024 te Numansdorp, gemeente Hoeksche Waard,
althans in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van vals en/of vervalste
geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, als ware deze
echt en onvervalst, door
- Fiche d'identification du vehicle,
- Proces-verbal de controle technique,
- meerdere Bon Pour Pouvoir,
- meerdere Declaration Prealable Transport Apres Mise en Biere,
- meerdere Arrete portant autorisation de transport de corps a l'etranger, en/of
- meerdere Laissespaser mortuaire,
aan [naam 1] en/of [naam 2], beide werkzaam als hoofdagent bij de Eenheid
Landelijke Expertise en Operaties, tijdens een controle bij- of krachtens artikel 160
van de Wegenverkeerswet 1994 te tonen;