RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie Eindhoven
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [plaats],
eiser,
gemachtigde: mr. J.J.W. van Mens,
t e g e n :
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IAK Verzekeringen B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
gedaagde,
gemachtigde: mr. C. Staudt-Bos.
1. De procedure
Nadat een dag was bepaald voor de behandeling van deze zaak, heeft eiser, verder te noemen “[eiser]”, gedaagde, verder te noemen “IAK”, doen dagvaarden. De mondelinge behandeling, waarvoor [eiser] op voorhand een aantal producties heeft toegezonden, heeft op 20 juni 2012 plaatsgevonden. IAK is bij die gelegenheid verschenen en heeft verweer gevoerd tegen de vordering van [eiser]. Partijen hebben bij die gelegenheid hun standpunten doen toelichten bij monde van hun gemachtigden, voornoemd. Deze hebben daartoe pleitaantekeningen gehanteerd die aan de kantonrechter zijn overgelegd. Daarop is vonnis bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1. Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend en op grond van de onweersproken inhoud van de in het geding gebrachte producties het volgende vast.
- IAK is ingedeeld in vier verschillende business units waaronder de Business Unit Financiële Diensten. De Business Unit Financiële Diensten is onderverdeeld in een afdeling Particulieren en een afdeling Bedrijven.
- IAK heeft besloten vanwege een toenemend verslechterend resultaat van de Business Unit Financiële Diensten, op dit onderdeel in te grijpen. De afdeling Particulieren wordt geminimaliseerd en de afdeling Bedrijven wordt ondergebracht in de Business Unit Bedrijven & Instellingen.
- [eiser] is op 1 juli 2008 bij IAK in dienst getreden op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
- [eiser] is momenteel in dienst van IAK in de functie van Directeur/Business Unit Manager Financiële Diensten.
- IAK heeft op 21 mei 2012 bij het UWV voor [eiser] en 12 collega’s een verzoek ingediend om de arbeidsovereenkomst vanwege bedrijfseconomische redenen op te mogen zeggen.
- In een gesprek op 24 mei 2012 is [eiser] door IAK over de indiening van voormeld verzoek geïnformeerd en heeft IAK aangegeven [eiser] op non-actief te zullen zetten.
- De gemachtigde van [eiser] heeft bij brief van 25 mei 2012 aan IAK te kennen gegeven dat [eiser] het niet eens is met de voorgenomen beëindiging van het dienstverband en dat [eiser] de op non-actiefstelling niet accepteert.
- Bij brief van 29 mei 2012 heeft IAK aan [eiser] bevestigd dat [eiser] met onmiddellijke ingang is vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Daarbij is aan [eiser] medegedeeld dat nu de ontslagaanvraag is ingediend bij het UWV Werkbedrijf en er een einde zal moeten komen aan zijn dienstverband, het naar de mening van IAK voor beide partijen niet wenselijk is dat [eiser] zijn werkzaamheden behorende bij de functie van Business Unit Manager Financiële Diensten nog zal verrichten.
- [eiser] heeft bij het UWV Werkbedrijf verweer gevoerd tegen het verzoek van IAK.
2.2. [eiser] vordert – zakelijk weergegeven - dat de kantonrechter bij wege van voorziening ex artikel 254 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.), uitvoerbaar bij voorraad, IAK veroordeelt om [eiser] binnen 24 uur na betekening van dit vonnis tewerk te stellen in de functie van Directeur/Business Unit Manager Financiële Diensten en hem in de gelegenheid te stellen zijn werkzaamheden normaal en zonder beperkingen op het kantoor te Eindhoven te verrichten en te blijven verrichten, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van
€ 5.000,- te betalen aan [eiser] voor iedere dag of gedeelte daarvan dat IAK in gebreke is en blijft aan de inhoud van het vonnis te voldoen, met veroordeling van IAK in de kosten van het geding.
[eiser] legt daaraan, kort weergegeven, het volgende ten grondslag. Er is geen enkele, arbeidsrechtelijk correcte, reden om [eiser] op non-actief te stellen. De op non-actiefstelling is voor [eiser] zeer beschadigend. [eiser] heeft een commerciële functie in een commercieel bedrijf in een zeer commerciële branche. De op non-actiefstelling gaat ten koste van zijn goede naam, zowel binnen het bedrijf als daarbuiten. Er is meer dan voldoende werk voor [eiser]. IAK loopt vooruit op de feiten. Het is nog maar de vraag of het UWV Werkbedrijf aan IAK toestemming verleent om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. De beslissing van IAK om tot op non-actiefstelling over te gaan is buitenproportioneel en onrechtmatig.
2.3. IAK heeft hiertegen, kort weergegeven, het volgende tot verweer aangevoerd. Vanwege de slechte resultaten van de Business Unit Financiële Diensten heeft IAK er voor gekozen maatregelen te treffen bestaande in het laten vervallen van nagenoeg alle functies binnen de afdeling Particulieren van deze unit en in de samenvoeging van de afdeling Bedrijven van deze unit met de Business Unit Bedrijven & Instellingen. Vanaf 16 mei 2012 is dit proces van samenvoeging ingezet. Doordat de gehele Business Unit Financiële Diensten zal verdwijnen, komt de functie van [eiser] te vervallen. Nu er een einde aan het dienstverband met [eiser] zal komen en IAK het opportuun achtte dat [eiser] niet meer werkzaamheden zal verrichten totdat de UWV-procedure is doorlopen, heeft zij [eiser] vrijgesteld van werkzaamheden. Mede gezien de aard van de functie van [eiser], de aard van de dienstbetrekking en de bijzondere omstandigheden van het geval is het niet wenselijk dat [eiser] in afwachting van de uitkomst van de UWV-procedure werkzaamheden blijft verrichten voor IAK. De functie van [eiser] is vervallen, de afdeling Financiële Diensten is reeds op gehouden te bestaan en het proces tot samenvoegen met de Business Unit Bedrijven & Instellingen is reeds ingezet. Om die reden is het onmogelijk en onwenselijk om [eiser] toe te laten zijn werkzaamheden te verrichten. IAK heeft een redelijk en voldoende zwaarwegend belang om [eiser] vrij te stellen van werkzaamheden. [eiser] heeft geen redelijk belang bij wedertewerkstelling.
Voor de toelichting op en onderbouwing van de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken van het geding.
3. De beoordeling
3.1. De spoedeisendheid van de vordering is door IAK niet bestreden. De vordering tot wedertewerkstelling na een op non-actiefstelling kan worden geacht naar zijn aard een spoedeisend karakter te dragen. [eiser] is daarom ontvankelijk in zijn vordering.
3.2. [eiser] heeft gevorderd dat IAK wordt veroordeeld om hem tewerk te stellen in de functie van Directeur/Business Unit Manager Financiële Diensten en hem in de gelegenheid te stellen normaal en zonder beperkingen zijn werkzaamheden op het kantoor te Eindhoven te verrichten en te blijven verrichten, onder verbeurte van een dwangsom. Deze vordering komt er op neer dat [eiser] verlangt dat hij zijn werkzaamheden kan verrichten op de wijze waarop hij dat voor zijn op non-actiefstelling deed.
Vast staat dat IAK heeft besloten tot ingrijpende maatregelen met betrekking tot de Business Unit Financiële Diensten. Van de afdeling Particulieren blijft nog slechts een klein deel bestaan terwijl de afdeling Bedrijven opgaat in een andere Business Unit. IAK heeft besloten dat in verband hiermee de functie van Directeur/Business Unit Manager Financiële Diensten komt te vervallen zodat daarvan moet worden uitgegaan. Het proces tot wijziging van de organisatiestructuur is onweersproken in gang gezet. Voor zover de functie van [eiser] als Directeur/Business Unit Manager Financiële Diensten niet al is vervallen, de standpunten van partijen lopen daarover uiteen, is aannemelijk dat de werkzaamheden van [eiser] sinds de aanvang van de herstructurering van de daarvoor door hem geleide Business Unit niet meer hetzelfde kunnen zijn als voorheen. [eiser] heeft gesteld dat de tot zijn functie behorende werkzaamheden niet of nauwelijks vervallen en daarbij gewezen op zijn taak als bestuurder van het pensioenfonds gedurende één dag per week en het aansturen van het bedrijfsonderdeel Absentum gedurende één à twee dagen per week. IAK heeft daartegenover gesteld dat [eiser] zijn taak als bestuurder van het pensioenfonds mag blijven uitoefenen. Over de werkzaamheden ter zake Absentum heeft [eiser] gesteld dat er nog voor twee tot drie weken werk is, zodat er van moet worden uitgegaan dat deze werkzaamheden vervallen. Ter zake de overige werkzaamheden heeft [eiser] gesteld dat deze wellicht gedeeltelijk vervallen maar dat daar afspraken over kunnen worden gemaakt. Ook voor wat betreft die andere taken kan derhalve worden vastgesteld dat [eiser] die niet meer als voorheen zal kunnen uitoefenen. Op grond van het voorgaande moet worden vastgesteld dat er niet langer sprake is van een situatie waarin [eiser] zijn werkzaamheden als voorheen kan verrichten en blijven verrichten. Onder die omstandigheden heeft IAK er, gegeven ook haar voornemen om de arbeidsovereenkomst met [eiser] te beëindigen, een redelijk belang bij om [eiser] in zijn functie als Directeur/Business Unit Manager Financiële Diensten op non-actief te stellen en deze op non-actiefstelling te handhaven. [eiser] kan er geen aanspraak op maken dat hij zijn werkzaamheden kan voortzetten alsof er van een herstructurering van de Business Unit Financiële Diensten en de reeds gerealiseerde dan wel aanstaande opheffing van zijn functie geen sprake is. Het belang van [eiser] bij wedertewerkstelling, nog afgezien van de wijze waarop dat ingevuld zou moeten worden, doet daaraan niet af. Daarbij wordt ter zake de stelling van [eiser] dat de op non-actiefstelling zeer beschadigend voor hem is, nog het volgende in aanmerking genomen. Voor zover van enig beschadiging sprake zou zijn is dat beperkt nu de op non-actiefstelling heeft plaatsgevonden in het verband van een herstructurering en ook in die zin intern binnen IAK is bekend gemaakt zonder dat is gebleken dat hierover extern voor [eiser] beschadigende mededelingen zijn gedaan. Dat [eiser] een zwaarder wegend commercieel belang zou hebben nu hij geen contacten meer zou hebben met zijn klanten, is niet aannemelijk geworden.
3.3. De slotsom van het voorgaande is dat de gevraagde voorziening moet worden geweigerd.
3.4. [eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
4. De beslissing
De kantonrechter, rechtdoende in kort geding:
weigert de gevraagde voorziening;
veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure aan de zijde van IAK gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op € 200,- salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.J.C. Adang, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 juni 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.