Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2022:3058

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
09-06-2022
14-06-2022
BRE-21_4452
Belastingrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig,Verzet

Voor deze uitspraak is geen samenvatting gemaakt.

Rechtspraak.nl
NTFR 2022/2882 met annotatie van Mr. V.S. Huygen van Dyck-Jagersma

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Belastingrecht, enkelvoudige kamer

Locatie: Breda

Zaaknummer BRE 21/4452

uitspraak van 9 juni 2022

Uitspraak als bedoeld in artikel 8:55 Algemene wet bestuursrecht (Awb) op het verzet van:

[belanghebbende] , wonende te [woonplaats],

belanghebbende,

tegen de met toepassing van artikel 8:54 van de Awb gedane uitspraak van de rechtbank, van 11 februari 2022, verzonden op 14 februari 2022.

1 Behandeling van het verzet

1.1.

Bij genoemde uitspraak van deze rechtbank is het beroep van belanghebbende (met bovengenoemd zaaknummer) met toepassing van artikel 8:54 van de Awb niet-ontvankelijk verklaard, op grond van het niet tijdig indienen van het beroepschrift.

1.2.

Bij brief van 15 februari 2022 heeft de gemachtigde van belanghebbende verzet gedaan tegen deze uitspraak. Belanghebbende heeft daarbij niet verzocht om op het verzet te worden gehoord.

2 Feiten en de gronden van het verzet

2.1.

Het afschrift van de aangevallen uitspraak van de inspecteur is gedagtekend 25 mei 2021.

2.2.

Het beroepschrift van belanghebbende is gedagtekend 18 oktober 2021 en is dezelfde dag digitaal ingediend en ontvangen bij de rechtbank.

2.3.

Bij de in verzet bestreden uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van de rechtbank is het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard.

2.4.

De gronden waarop het verzet is gebaseerd staan vermeld in het verzetschrift.

3 Beoordeling van het verzet

3.1.

De rechtbank heeft in de beroepszaak uitspraak gedaan zonder zitting. Artikel 8:54 van de Awb biedt die mogelijkheid als het eindoordeel buiten redelijke twijfel staat. De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De reden hiervoor is dat op basis van wat is aangevoerd volgens de rechtbank niet kan worden geconcludeerd dat (de gemachtigde van) belanghebbende niet in staat is geweest tijdig een (pro-forma)beroepschrift in te dienen en dat de omstandigheid dat de gemachtigde heeft verzuimd om tijdig een (pro-forma)beroepschrift in te dienen voor rekening komt van belanghebbende.

3.2.

De gemachtigde van belanghebbende voert hiertegen in verzet onder meer aan dat de machtiging die hij had niet strekte tot het instellen van beroep. Gelet hierop kan niet buiten redelijke twijfel aan belanghebbende worden tegengeworpen dat gemachtigde niet in beroep is gegaan. Omtrent de vraag of belanghebbende al dan niet zelf een verwijt treft ter zake van het niet tijdig indienen van een beroepschrift is in de bestreden uitspraak niet ingegaan. De rechtbank zal derhalve het verzet gegrond verklaren. Dat betekent dat de bestreden uitspraak vervalt en het onderzoek zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond voordat die uitspraak werd gedaan.

3.3.

De rechtbank veroordeelt de inspecteur in de kosten die belanghebbende voor de behandeling van het verzet heeft moeten maken. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 189,75(0,5 punt voor het indienen van het verzetschrift met een waarde per punt van € 759 en wegingsfactor 0,5).

4 Beslissing

De rechtbank:

  • -

    verklaart het verzet gegrond;

  • -

    veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 189,75.

Deze uitspraak is gedaan door mr. drs. M.H. van Schaik, rechter, in aanwezigheid van N. Plasman, griffier, op 9 juni 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier, De rechter,

Afschrift aangetekend verzonden aan belanghebbende en de wederpartij in het bodemgeschil op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open (artikel 28, tweede lid van de Algemene wet inzake rijksbelastingen).

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.