Wonenbreburg vordert bij wege van voorlopige voorziening, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [gedaagde] te veroordelen om met ingang van 15 juni 2022, dan wel met ingang van een
door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum, Wonenbreburg de gelegenheid te geven voor de uitvoering van de werkzaamheden zoals vermeld in sub 5 tot en met 9 van de dagvaarding, door toegang te verlenen aan de personen die deze werkzaamheden in opdracht van Wonenbreburg verrichten, waaronder medewerkers van Wonenbreburg zelf en
(medewerkers van) door haar ingeschakelde derden (waaronder [bouwbedrijf] ), en door
deze personen op geen enkele wijze te hinderen of te belemmeren in de uitvoering van de
werkzaamheden, in en aan het gehuurde staande en gelegen aan het adres [adres] te
Tilburg, één en ander op straffe van een dwangsom van 500,- voor iedere dag dat [gedaagde]
hieraan niet, niet tijdig of niet volledig voldoet, met een maximum van € 5.000,-;
II. [gedaagde] , alleen als hij niet tijdig en/of vrijwillig en/of volledig aan de onder I. opgenomen veroordeling voldoet, te veroordelen om het gehuurde aan het adres [adres] te Tilburg, met al zijn spullen, tijdelijk, voor de duur van de onder sub 5 tot met 9 van de dagvaarding opgenomen werkzaamheden, te ontruimen, althans een voor deze
werkzaamheden vereiste gedeelte van het gehuurde, een en ander ter uitsluitende
beoordeling van Wonenbreburg en de door haar voor de werkzaamheden ingeschakelde derden, te bewerkstelligen door de gerechtsdeurwaarder, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 558 jo. 556 lid 1 jo. 557 Rv, met veroordeling van [gedaagde] in de daarmee gepaard gaande en/of alle daarmee verband houdende kosten;
III [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten van dit geding, te vermeerderen met de
nakosten en de wettelijke rente.