Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2022:6938

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
22-11-2022
02-12-2022
AWB- 22_4782 VV
Bestuursprocesrecht, Omgevingsrecht
Voorlopige voorziening+bodemzaak

Verlenen omgevingsvergunning aanleggen padelbanen (3)

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht

zaaknummer: BRE 22/4782 VV

uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 november 2022 in de zaak tussen

[namen verzoekers]

[namen verzoekers] ,

allen te [vestigingsplaats verzoekers], verzoekers

(gemachtigde: mr. E.G.M. Huisman),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder

(gemachtigde: mr. Z. Mucuk).

Procesverloop

1.1

In het besluit van 21 januari 2022 heeft het college verzoekers een omgevingsvergunning verleend voor het verplaatsen van een poort, het aanleggen van drie padelbanen, het plaatsen van een fietsenstalling en het kappen van 17 bomen aan [adres accomodatie] te [vestigingsplaats verzoekers].

1.2

Bij besluit van 29 juni 2022 heeft het college het bezwaar van de omwonenden tegen het primaire besluit gedeeltelijk gegrond verklaard. Het college heeft de verleende omgevingsvergunning gehandhaafd, maar wel een aanvullend voorschrift gesteld. Het aanvullende voorschrift houdt in dat er geen gebruik gemaakt mag worden van de drie, bij de omgevingsvergunning vergunde padelbanen, op de wedstrijddagen van Willem II.

1.3

Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Overwegingen

2. De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

3. Eisers voeren als spoedeisend belang aan dat het aanvullende voorschrift de uitvoering van de geplande najaarcompetitie en de beoogde wintercompetitie beperkt, omdat teams zich dienen terug te trekken. Daaraan zijn kosten verbonden. Er kunnen minder teams met de competities meedoen en de planning van de competities wordt lastiger. Verzoekers vrezen opzegging van het lidmaatschap door leden. Daarbij voeren verzoekers aan overvallen te zijn door het eerder genoemde aanvullende voorschrift en het college heeft onvoldoende rekening gehouden met de belangen van verzoekers, waaronder een lopende competitie. Verzoekers verwijzen in dat verband ook naar de uitspraak van de rechtbank

Noord-Holland van 30 september 20221.

4. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb alleen een voorlopige voorziening als "onverwijlde spoed" dat vereist. De voorzieningenrechter is van oordeel dat er geen enkel spoedeisend belang is.

4.1

De voorzieningenrechter maakt uit de website van verzoekers op dat zij vanaf medio 2018 over drie padelbanen beschikken. Op grond van het bestreden besluit mogen verzoekers dit aantal met drie padelbanen uitbreiden. De gronden over de competitie zien dus enkel op de beoogde uitbreiding van de competitiemogelijkheden. De najaarcompetitie is inmiddels afgerond en de voorjaarcompetitie begint pas in het voorjaar. Het verzoek om een voorlopige voorziening te treffen, ziet dus alleen op de wintercompetitie.

4.2

Voor zover teams zich door het aanvullende voorschrift terugtrekken en hieraan kosten verbonden zijn, betreft dat een financieel geschil. Voor een dergelijk geschil wordt in de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State2 (AbRS) niet snel een spoedeisend belang aangenomen. In beginsel kan namelijk na afloop van de bodemzaak het bedrag waarover het geschil gaat, alsnog worden (terug)betaald, zo nodig met vergoeding van de wettelijke rente. Als er geen onomkeerbare situatie dreigt, bijvoorbeeld faillissement, of acute financiële nood is, neemt de voorzieningenrechter aan dat spoedeisend belang ontbreekt, zodat zij alleen al daarom geen voorlopige voorziening treft. De door verzoekers aangegeven kosten van maximaal € 225,00 per team zorgen niet voor de hiervoor aangegeven onomkeerbare situatie en dat is ook niet gesteld of onderbouwd door verzoekers. Het door verzoekers aangegeven risico dat leden hun lidmaatschap opzeggen, is geen onoverkomelijk probleem nu verzoekers (volgens de website) thans een ledenstop en een wachtlijst hanteren.

4.3

Aan het bestreden besluit ligt een andere parkeernorm3 dan de norm van het primaire besluit ten grondslag. Dat gegeven doet niet af aan de mogelijkheden van verzoekers om anderszins aanvullende parkeerruimte te realiseren op wedstrijddagen van Willem II. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het organiseren van een pendeldienst naar en vanaf de accommodatie. Uit het collegebesluit van 29 juni 2022 volgt dat het college in dat geval nog ontheffing van het aanvullende voorschrift kan verlenen. De beoogde competitie kan dan nog steeds doorgang vinden. De vergelijking met de aangehaalde uitspraak van de rechtbank Noord-Holland is dan ook niet op de door verzoekers betoogde wijze toe te passen. Het betreft hier andere problematiek, omdat hier geen sprake is van een geschil over een opgelegde last onder dwangsom en omdat het hier niet gaat over geluidsoverlast.

5. De door verzoekers aangevoerde gronden vormen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang, geen spoedeisend belang. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan op 22 november 2022 door mr. L.H. Hertsig, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.J.E. Loontjens, griffier, en openbaar gemaakt door geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.

De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen.

voorzieningenrechter

Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

1 Rechtbank Noord-Holland 30 september 2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:8688.

2 Bijvoorbeeld AbRS 22 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2885.

3 Van 0,4 parkeerplaatsen per 100 m2 naar 0,8 parkeerplaatsen per 100 m2..

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.