3.1
Tussen partijen staat het volgende vast:
- Op 14 december 2020 heeft de gemeente Tilburg aan [gedaagde] een beschikking op basis van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (hierna: WMO) toegekend. Uit deze beschikking volgt dat [gedaagde] van 12 november 2020 tot 30 november 2022 in aanmerking komt om zorg in natura te ontvangen voor gemiddeld vier uur in de week.
- Op 20 oktober 2020 is tussen Traverse en [gedaagde] een ‘(woon-)overeenkomst tijdelijke huisvesting’ (hierna: de overeenkomst) tot stand gekomen voor het [woonadres] . [gedaagde] is een maandelijkse woonvergoeding van € 355,02 verschuldigd. Met deze overeenkomst verbindt Traverse zich ook om de vanuit de WMO toegekende zorg in natura aan [gedaagde] te leveren. Het doel is [gedaagde] te begeleiden naar zelfstandigheid, zodat zij een zelfstandige huurder kan worden van een andere woonruimte.
- In artikel 1 van de overeenkomst staat:
‘Artikel 1. Bijzondere omstandigheden overeenkomst
De navolgende omstandigheden zijn van belang bij deze overeenkomst.
-
Betrokkene heeft dringende behoefte aan tijdelijke huisvesting en woonbegeleiding.
-
Traverse is bereid om aan betrokkene voor een periode van 1 jaar gestoffeerde woonruimte te verhuren. Deze woonovereenkomst is onlosmakelijk verbonden aan de door Traverse aan betrokkene te verlenen begeleiding, zodat daarop de wettelijke bepalingen van huurbescherming niet van toepassing zijn.
-
Indien Traverse het noodzakelijk acht deze woonovereenkomst te verlengen dan kan zij hiertoe overgaan. De verlengtermijn is maximaal 2 x 3 maanden. De verlenging zal schriftelijk worden vastgesteld. De bepalingen van deze overeenkomst blijven gedurende de verlening van kracht.
-
Betrokkene verklaart zich akkoord met hetgeen hiervoor is weergegeven. De voorwaarden die door Traverse worden gesteld voor de tijdelijke bewoning en begeleiding zijn voor de betrokkene geheel duidelijk en acceptabel. Traverse heeft deze voorwaarden besproken met betrokkene en betrokkene heeft zich daarmee akkoord verklaard.’
- Op 13 april 2021 heeft [gedaagde] een beschikking van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: IND) ontvangen. In deze beschikking is vastgesteld dat [gedaagde] geen rechtmatig verblijf als gemeenschapsonderdaan heeft gehad. In de beschikking staat onder andere:
‘U hebt geen stukken opgestuurd waaruit blijkt dat u in Nederland hebt gewerkt. Verder heb ik Suwinet geraadpleegd. Suwinet is een beveiligd netwerk van de overheid dat door overheidsinstanties wordt gebruikt om inkomensgegevens van burgers uit te wisselen. Uit Suwinet blijkt ook niet dat u hebt gewerkt. Daarnaast is niet gebleken dat u arbeid als zelfstandige hebt verricht. U hebt geschreven dat u in Nederland zwart heeft gewerkt. Hierover wordt overwogen dat de arbeid die u mogelijk hebt verricht, geen legale arbeid was. U hebt over deze arbeid geen premies en belastingen afgedragen. Op basis van deze gestelde werkzaamheden kunt u daarom geen verblijfsrecht als werknemer als bedoeld in artikel 8.12 Vb opbouwen. Vastgesteld wordt dat u geen rechtmatig verblijf hebt gehad als werknemer of zelfstandige op grond van artikel 8.12, eerste lid, onder a Vb.’
‘Alle belangen tegen elkaar afgewogen, wordt overwogen dat het belang van de Nederlandse staat om u te verwijderen uit Nederland, zwaarder weegt dan uw belang om Nederland niet te hoeven verlaten.
Wat betekent dit besluit voor u
U hebt geen verblijfsrecht als gemeenschapsonderdaan. U mag niet in Nederland zijn.’
- Vanwege de beschikking van de IND, heeft de gemeente Tilburg besloten dat [gedaagde] per 1 januari 2022 het recht op bijstand verliest.
- In een emailbericht met onderwerp ‘ [gedaagde] ’ van 31 januari 2022 schrijft een medewerker van de gemeente Tilburg het volgende aan een medewerker van Traverse:
‘Hoi [naam 1] ,
Mij is gevraagd om even met jou contact te leggen rondom mogelijke begeleiding van deze mevrouw. Maar ik zie ook geen mogelijkheden deze mevrouw vanuit de WMO te begeleiden op het moment dat zij ook niet in aanmerking komt voor maatschappelijke opvang. Ik zal dit voor de zekerheid nog eens checken bij [naam 2] , maar volgens mij zijn de spelregels hetzelfde. Antwoord is dus nee, WMO begeleiding is niet mogelijk, maar check het voor de zekerheid even bij [naam 2] .
Hartelijke groet [naam 3] ’
- Per brief van 19 januari 2022 wordt door Traverse aan [gedaagde] een eerste officiële waarschuwing gegeven. Hierin staat onder andere:
‘De gemeente heeft aangegeven dat je per 1 januari 2022 geen recht meer hebt op een uitkering. De IND heeft namelijk beslist dat je vanaf 13 april 2021 niet meer rechtmatig in Nederland verblijft (code 41). Dit maakt dat je geen recht meer hebt op sociale voorzieningen.
(…)
Jouw advocaat gaf in dat gesprek aan dat wanneer je 16 uur per week zou gaan werken je weer verblijfsrecht hebt. Ons advies was om daarom werk te gaan zoeken, zodat je je verblijf kan voortzetten. Hiervoor heeft Traverse ook ondersteuning geboden.
Helaas is het tot op heden niet gelukt werk te vinden. Gezien de beslissing van het IND, willen wij je tot 31 januari 2022 de mogelijkheid geven om werk te vinden voor minimaal 16 uur per week. Als je hiervan een contract kunt overleggen, kunnen we bespreken of we je verblijf en begeleiding bij Traverse kunnen voortzetten. (…)
‘Als blijkt dat je op 31 januari 2022 geen werk hebt gevonden, zijn wij helaas genoodzaakt je verblijf en begeleiding bij Traverse te beëindigen. Je hebt een maand opzegtermijn voor de huidige woning. Wat zou betekenen dat je verblijf en begeleiding op 28 februari 2022 stopt.’
- Per brief van 21 februari 2022 beëindigt Traverse de overeenkomst met [gedaagde] met een opzegtermijn van één maand. [gedaagde] kan tot 21 maart 2022 gebruik maken van de woning en begeleiding van Traverse. In de brief schrijft Traverse onder andere:
‘Helaas hebben wij op 17 februari 2022 van het uitzendbureau Olympia vernomen dat je niet verschenen bent op je eerste werkdag. (…) Dat betekend dat je op dit moment geen werk hebt.
De consequentie is daarmee dat Traverse genoodzaakt is je traject en verblijf bij Traverse te beëindigen. (…)’
- Op de datum van de mondelinge behandeling, 11 november 2022, woont [gedaagde] nog in de woning van Traverse op het [woonadres] .
- Op 12 september 2022 schrijft de gemeente Tilburg [gedaagde] een brief. Hierin wordt aangegeven dat [gedaagde] momenteel een maatwerkvoorziening vanuit de WMO heeft voor individuele begeleiding bij Traverse. De gemeente laat weten dat [gedaagde] na afloop van de huidige maatwerkvoorziening op grond van de WMO (30-11-2022), niet in aanmerking komt voor een vervolg maatwerkvoorziening zolang er geen sprake is van een rechtmatig verblijf in Nederland.
- In een (zorg)melding van de Politie aan Traverse over een incident dat plaats heeft gevonden op 12 oktober 2022 staat het volgende opgenomen:
‘Melding: melder is bij buurvrouw. Alles ligt daar in de gang, glas, bloempotten.
Buurvrouw zegt dat ze vannacht bij haar zijn geweest om te schieten, lijkt alsof er een bom is ontploft.
Betrokkene in de flatwoning aangetroffen. Was erg onrustig en had een blikje bier in haar hand. Was geen normaal gesprek mee te voeren. Naast het bed in de studiowoning stond een bord met witte poederresten.
Op de vraag of dat coke was zei betrokkene ‘speed’.
Gezien haar gedrag de ambulance ter plaatse laten komen welke haar hebben meegenomen naar het EZ.
Woningbouw in kennisgebied i.v.m. kat in de woning. Deze heeft eten en water.’
3.2
Traverse legt, samengevat en voor zover van belang, het volgende aan haar vorderingen ten grondslag.
De overeenkomst is een gecombineerde zorg- en woonovereenkomst. Het zorgcomponent overheerst en daarom is de overeenkomst niet als een huurovereenkomst te kwalificeren. In de overeenkomst staat opgenomen dat de begeleiding een onlosmakelijk onderdeel is van de overeenkomst. De woonruimte betreft een zogenaamde doorstroomwoning. Het is niet mogelijk om deze woning te bewonen zonder begeleiding. De begeleiding is gericht op uiteindelijk zelfstandig wonen. De zorg en het wonen zijn gelijktijdig gestart.
Primair vordert Traverse de overeenkomst met [gedaagde] ontbonden te verklaren per 21 maart 2022. Traverse heeft de overeenkomst per 21 maart 2022 rechtsgeldig opgezegd vanwege het niet begeleidbaar opstellen van [gedaagde] . Daarbij moet als omstandigheid worden meegenomen dat de beslissing om de WMO te beëindigen weliswaar nog niet was genomen, maar dat de gemeente Tilburg al wel had aangegeven dat de WMO zou stoppen.
Subsidiair vordert Traverse ontbinding van de overeenkomst, omdat [gedaagde] haar verplichtingen die volgen uit de overeenkomst niet nakomt. Die tekortkomingen zijn zodanig ernstig, dat een ontbinding van de overeenkomst is gerechtvaardigd. Er is sprake van een betalingsachterstand. Tot de dag van de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] voor de maanden juni 2022 tot en met oktober 2022 de maandelijkse woonvergoeding van € 355,02 niet betaald. Daarnaast vond op 12 oktober 2022 een ernstig incident plaats waarbij [gedaagde] vanuit haar woning spullen, waaronder bloempotten, op de auto van een buurvrouw gooide. Daarbij liep de auto schade op.
Op grond van de overeenkomst vordert Traverse betaling van de achterstallige betaaltermijnen. De huidige betalingsachterstand volgt uit productie 14 van de akte houdende wijziging eis, tevens houdende aanvullende feiten, gronden en producties.
3.3
[gedaagde] heeft, samengevat en voor zover van belang, het volgende als verweer naar voren gebracht.
De tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst is te kwalificeren als een huurovereenkomst, waarop ook huurbescherming van toepassing is. De begeleiding is weliswaar als element opgenomen in de overeenkomst, maar een begeleiding van vier uur in de week, is geen overheersend element van de overeenkomst.
De WMO beschikking is niet tussentijds beëindigd of vervallen. Traverse heeft de overeenkomst niet kunnen beëindigen vanwege een voortijdig stopzetten van de WMO. Inmiddels heeft [gedaagde] een baan gevonden en een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Daarmee heeft zij weer recht op verblijf in Nederland en kan zij ook weer WMO aanvragen waarmee de begeleiding bij Traverse hervat kan worden.
[gedaagde] betwist dat zij zich niet begeleidbaar zou hebben opgesteld. Zij heeft zich wel degelijk ingespannen om betaald werk te vinden. Het werk moest alleen wel passen bij wat zij wat haar gezondheid betreft kan. Traverse heeft daarbij zelf niet aan haar inspanningsplicht voldaan.
Wat betreft de betalingsachterstand heeft [gedaagde] een periode geen inkomen gehad. Op grond van het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening had het op de weg van Traverse gelegen om de betalingsachterstand te melden bij de gemeente Tilburg. Dit is niet gedaan. [gedaagde] maakt wel al gebruik van budgetbeheer, maar ook als er al schuldhulpverlening loopt, moet een betalingsachterstand nog steeds gemeld worden, zodat de schuldhulpverlening naar een hoger niveau kan worden getild. Vanwege het budgetbeheer heeft [gedaagde] ook geen zicht op haar financiën. Zij was eerder niet op de hoogte van de betalingsachterstand. Het had op de weg van Traverse gelegen haar hiervan op de hoogte te stellen.
Wat betreft het incident op 12 oktober 2022 zegt [gedaagde] dat zij soms bang wordt van de buren, dat zij haar zouden willen beschadigen. Mensen zouden dingen naar het raam van de woning van [gedaagde] gooien. [gedaagde] heeft op 12 oktober 2022 in de emotie van het moment een bloempot of iets dergelijks van het balkon gestoten.
De gevolgen van een ontbinding of ontbonden verklaren van de overeenkomst heeft verstrekkende gevolgen voor [gedaagde] . Zij kan nergens anders terecht. Indien zij de woning moet verlaten, wordt zij dakloos. Dat is een grote consequentie, zeker nu alles teruggedraaid kan worden omdat [gedaagde] weer betaald werk heeft gevonden.
[gedaagde] maakt bezwaar tegen de akte vermeerdering van eis tot betaling van de huidige betalingsachterstand, die pas tijdens de mondelinge behandeling is genomen. Deze betalingsachterstand is al lang bekend bij Traverse. Het is daarom in strijd met de goede procesorde dat deze vordering pas tijdens de mondelinge behandeling wordt ingesteld.
3.12
De kantonrechter staat de akte vermeerdering van eis genomen ter zitting van 11 november 2022 toe. Zolang de rechter nog geen eindvonnis heeft gewezen, kan er een akte eisvermeerdering worden genomen, tenzij dit in strijd is met de goede procesorde. De kantonrechter is met [gedaagde] van oordeel dat de akte eisvermeerdering eerder in de procedure genomen had kunnen worden. Traverse wist al eerder in de procedure van het bestaan van de betalingsachterstand. Maar nu in dit geval [gedaagde] al voor de mondelinge behandeling van 11 november 2022 door de ‘akte houdende wijziging eis, tevens houdende aanvullende feiten, gronden en producties’ op de hoogte was van de stelling van Traverse dat er sprake is van een betalingsachterstand en hoe hoog die achterstand is, is haar de mogelijkheid om op dit punt verweer te voeren niet ontnomen. Dat Traverse ook betaling van deze achterstand wenst, kan geen verrassing zijn. Nu daarnaast de betalingsachterstand niet wordt betwist en er geen reden is te twijfelen aan de hoogte van de achterstand, zal de kantonrechter de eisvermeerdering toestaan en het gevorderde toewijzen.
De kantonrechter zal een bedrag van € 1.535,14 aan betalingsachterstand tot en met de maand oktober 2022 toewijzen, te vermeerderen met de maandtermijnen tot ontruiming. Het bedrag is als volgt samengesteld:
Maand juni 2022 € 348,32
Maanden juli 2022 tot en met oktober 2022 (4 x € 355,02) € 1.420,08
Waarop in mindering strekt de afrekening warmtekosten 2021 - € 150,32
Waarop in mindering strekt de afrekening servicekosten 2021 - € 82,94
Buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente