RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
zaaknummer / rolnummer: C/02/402701 / KG ZA 22-506
Vonnis in kort geding van 21 december 2022
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WOONZORG TILBURG BV,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres,
advocaat mr. J.L.J.J. Nelissen;
de publiekrechtelijke rechtspersoon
GEMEENTE TILBURG,
zetelend te Tilburg,
gedaagde,
advocaat mr. B.C.W. Smits.
Partijen zullen hierna Woonzorg Tilburg en de gemeente genoemd worden.
2 De feiten
- Woonzorg Tilburg is een onderneming die actief is in de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg. Zij richt zich op het verzorgen van woon- en thuisbegeleiding van jongvolwassenen en volwassenen met een licht verstandelijke handicap dan wel psychiatrische problematiek. De zorg wordt in natura verleend aan cliënten met een WMO-indicatie.
- Woonzorg Tilburg maakt deel uit van Begeleid Wonen Nederland. Laatstgenoemde onderneming is ruim 10 jaar geleden opgericht door mevrouw [naam] .
- Woonzorg Tilburg en de gemeente hebben op 19 oktober 2019 de Overeenkomst Beschermd Wonen 2020 (hierna: de Overeenkomst) gesloten. Deze Overeenkomst is op 1 januari 2020 in werking getreden. In artikel 4 is bepaald dat de Overeenkomst van rechtswege eindigt op 31 december 2020, met een optie tot eenzijdige verlenging door de opdrachtgever (de gemeente) van 3 maal één jaar, en indien de Overeenkomst is verlengd deze van rechtswege eindigt na ommekomst van die verlenging(en).
- In het kader van de uitvoering van de Overeenkomst verleent Woonzorg Tilburg momenteel vanuit 4 locaties zorg aan omstreeks 20 cliënten.
- De gemeente heeft Woonzorg Tilburg bij e-mail van 16 maart 2021 bericht een onderzoek te starten naar de kwaliteit en de rechtmatigheid van de door haar verleende zorg.
- De gemeente heeft Woonzorg Tilburg bij brief en e-mail van 24 februari 2022 uitgenodigd voor een bestuurdersgesprek op 3 maart 2022 om de bevindingen te bespreken. Zij heeft daarbij aangegeven dat in het onderzoek geconstateerd is dat Woonzorg Tilburg tekortschiet in de nakoming van de overeenkomst met betrekking tot risicovolle omstandigheden. De gemeente heeft aangegeven de volgende risicovolle omstandigheden te willen bespreken:
dat [naam] en/of het personeel onvoldoende aanwezig zijn tijdens de avonduren en weekeinden. Zij zijn op weekdagen maar tot 19.00 uur aanwezig, terwijl veel cliënten dagbesteding hebben in de vorm van werk en/of een opleiding. In de weekenden is er gedurende vier uur één persoon aanwezig voor drie locaties;
dat de veiligheid van de cliënten in het geding is, met name op het gebied van drugs en/of alcoholgebruik;
dat er onvoldoende zorg en/of begeleiding wordt geboden aan de cliënten die momenteel in de locaties van Woonzorg Tilburg verblijven.
Daarnaast heeft de gemeente aangegeven dat zij heeft geconstateerd dat Woonzorg Tilburg eveneens niet volledig voldoet aan de kwaliteitseisen van het Programma van Eisen die van toepassing zijn verklaard op de Overeenkomst.
Ten slotte heeft de gemeente Woonzorg Tilburg erop gewezen dat het toewijzen of toelaten van nieuwe cliënten in haar huidige en toekomstige locaties pas kan op het moment dat bovenstaande risicovolle omstandigheden zijn verholpen.
- -
Het bestuurdersgesprek heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 17 maart 2022. Ten behoeve van dat gesprek heeft Woonzorg Tilburg op 11 maart 2022 aan de gemeente stukken gestuurd waaruit volgens haar blijkt dat de genoemde risicovolle omstandigheden zijn verholpen.
- -
Op 13 april 2022 heeft Woonzorg Tilburg de conceptrapportage “rechtmatigheids- en kwaliteitsonderzoek Woonzorg Tilburg” ontvangen. De toezichthouders hebben daarin geconcludeerd dat de gedeclareerde ondersteuning vanuit Woonzorg Tilburg onvoldoende rechtmatig is en niet volledig voldoet aan de getoetste kwaliteitseisen. De conceptrapportage bevat onder meer het advies de cliëntenstop te handhaven tot het moment dat de risicovolle omstandigheden aantoonbaar door Woonzorg Tilburg zijn opgelost waarbij de toezichthouder aangeeft dat dit zal worden getoetst nadat het rapport definitief is vastgesteld.
- -
Bij brief van 21 april 2022 heeft Woonzorg Tilburg gemotiveerd uiteengezet dat zij het niet eens is met de inhoud, de conclusies en de aanbevelingen in de conceptrapportage.
- -
Woonzorg Tilburg heeft de gemeente meerdere keren documenten doen toekomen ter onderbouwing dat zij heeft voldaan aan de in de conceptrapportage genoemde verbeterpunten.
- -
Op 25 juli 2022 heeft Woonzorg Tilburg de definitieve rapportage ontvangen. De toezichthouders hebben het college van burgemeester en wethouders daarin onder meer geadviseerd de cliëntenstop te handhaven tot het moment dat de risicovolle omstandigheden door Woonzorg Tilburg aantoonbaar zijn opgelost, dat Woonzorg Tilburg daarvoor zes weken de tijd krijgt en dat de overeenkomst tussen partijen wordt ontbonden als blijkt dat Woonzorg Tilburg de risicovolle omstandigheden na zes weken niet heeft opgelost.
- -
Woonzorg Tilburg heeft de gemeente op 22 augustus 2022 een verbeterplan doen toekomen. De gemeente heeft daar niet op gereageerd.
- -
Op 22 september 2022 heeft Woonzorg Tilburg haar schriftelijke reactie gegeven op de definitieve rapportage van de gemeente.
- -
De gemeente heeft de cliëntenstop niet opgeheven.
4 De beoordeling
4.1.
De gemeente heeft zich allereerst op het standpunt gesteld dat Woonzorg Tilburg geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de cliëntenstop al op 24 februari 2022 aan Woonzorg Tilburg is medegedeeld, dat Woonzorg Tilburg al op 2 juni 2022 heeft aangekondigd een kort geding tegen de gemeente te zullen starten en dat zij uiteindelijk pas op 15 november 2022 is gedagvaard. Bovendien heeft Woonzorg Tilburg volgens de gemeente geen belang bij de vorderingen omdat de Overeenkomst per 31 december 2022 eindigt.
4.2.
Volgens Woonzorg Tilburg heeft zij wel een (spoedeisend) belang bij de vorderingen. Ook na 1 januari 2023 zullen er door haar nog diensten ten behoeve van de gemeente worden verleend. Bovendien eindigt de Overeenkomst niet eerder dan 1 juli 2023. De Overeenkomst is per 1 juli 2022 met een jaar verlengd, omdat in de brief van 11 augustus 2021 niet is vermeld dat de Overeenkomst per 30 juni 2022 van rechtswege eindigt. Zij heeft niet eerder een kortgedingprocedure tegen de gemeente aanhangig gemaakt omdat de gemeente telkens de indruk heeft gewekt de cliëntenstop op te heffen zodra Woonzorg Tilburg de door de gemeente gewenste maatregelen zou doorvoeren.
4.3.
De voorzieningenrechter laat in het midden wanneer de Overeenkomst eindigt. Ook als dit 31 december 2022 zou zijn heeft Woonzorg Tilburg een voldoende spoedeisend belang bij de vorderingen omdat de Overeenkomst ook nu nog loopt. Bovendien is een cliëntenstop schadelijk voor de reputatie van Woonzorg Tilburg nu de gemeente, zoals eerst op de zitting is gebleken, dit rapport met de gemeente Eindhoven heeft gedeeld. Dit kan op korte termijn nadelige gevolgen hebben voor Woonzorg Tilburg. Het verweer van de gemeente slaagt niet.
4.4.
In dit kort geding is niet aan de orde of de cliëntenstop door de gemeente terecht is opgelegd. Aan de orde is alleen of de gemeente jegens Woonzorg Tilburg onrechtmatig handelt door de cliëntenstop nog steeds te handhaven.
4.5.
De gemeente heeft op 16 maart 2021 aan Woonzorg Tilburg bericht een onderzoek te starten naar de kwaliteit en de rechtmatigheid van de door haar verleende zorg en zij heeft in verband met bevindingen uit dat onderzoek tot een cliëntenstop besloten, wat zij bij brief van 24 februari 2022 aan Woonzorg Tilburg heeft medegedeeld. De rapportage van de toezichthouders met betrekking tot voormeld onderzoek is op 25 juli 2022 definitief vastgesteld. Daarin is een advies gegeven aan het college van burgemeester en wethouders. Het college heeft echter geen brief gestuurd aan Woonzorg Tilburg waarin zij kenbaar maakt of zij dit advies al dan niet volgt, of zij de cliëntenstop handhaaft en zo ja, wat zij van Woonzorg Tilburg eventueel nog verwacht zodat de cliëntenstop kan worden opgeheven. Omdat een cliëntenstop naar zijn aard een tijdelijke maatregel is, kan de brief van 24 februari 2022 niet dienen als grondslag voor de voortzetting van de cliëntenstop nu immers een definitieve rapportage is opgesteld. Door het handhaven van de cliëntenstop zonder het nemen van een duidelijke, gemotiveerde beslissing naar aanleiding van het rapport van 25 juli 2022 heeft de gemeente naar het oordeel van de voorzieningenrechter jegens Woonzorg Tilburg onrechtmatig gehandeld. De cliëntenstop moet daarom worden opgeheven.
4.6.
Dit leidt ertoe dat de vorderingen kunnen worden toegewezen als na te melden en dat de overige standpunten van partijen geen bespreking meer behoeven. De gemeente moet de cliëntenstop dus binnen 24 uur na betekening van het vonnis opheffen op de wijze als in de beslissing bepaald. De gevorderde dwangsom zal worden toegewezen en aan een maximum worden gebonden.
De vordering sub II zal niet volledig worden toegewezen. Woonzorg Tilburg heeft vooralsnog voldoende aannemelijk gemaakt dat de personeelsbezetting is verbeterd. Bovendien heeft de gemeente op de zitting gezegd dat de situatie voor cliënten verbeterd lijkt. De gemeente mag daarom geen nieuwe cliëntenstop opleggen op basis van uitsluitend het rapport van 25 juli 2022.
De gemeente heeft ook gezegd dat er nog verder onderzoek plaatsvindt. Als blijkt van nieuwe bevindingen en de vraag rijst welke gevolgen daaraan moeten worden verbonden, valt niet in te zien waarom het rapport van 25 juli 2022 buiten beschouwing zou moeten blijven. Een nieuwe bevinding kan daarop voortbouwen. In zoverre wordt de vordering afgewezen. Bij deze veroordeling zal een dwangsom achterwege blijven.
4.7.
De gemeente zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Woonzorg Tilburg worden begroot op:
- betekening oproeping € 103,33
- griffierecht 676,00
- salaris advocaat € 1.016,00
Totaal € 1.795,33
5 De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de gemeente om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis de middels haar brief van 24 februari 2022 aan Woonzorg Tilburg opgelegde cliëntenstop op te heffen door daarvan binnen die 24 uur schriftelijk mededeling te doen aan Woonzorg Tilburg, zulks op verbeurte van een eenmalig te verbeuren dwangsom van € 25.000,00 en een dwangsom van € 2.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de gemeente hieraan niet voldoet, met een maximum van € 50.000,00 aan totaal te verbeuren dwangsommen;
5.2.
verbiedt de gemeente om na het opheffen van de cliëntenstop aan Woonzorg Tilburg een nieuwe cliëntenstop op te leggen op basis van uitsluitend de “Rapportage rechtmatigheids- en kwaliteitsonderzoek Woonzorg Tilburg” van 25 juli 2022;
5.3.
veroordeelt de gemeente in de proceskosten, aan de zijde van Woonzorg Tilburg gevallen tot op heden begroot op € 1.795,33;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Römers en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.