Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2022:8080

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
24-11-2022
03-01-2023
C/02/402889_E24112022
Civiel recht
Kort geding

Ontruiming krakers. Deels verstek. Toewijzing.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster II Handelszaken

Locatie Breda

zaaknummer / rolnummer: C/02/402889 / KG ZA 22-519

Vonnis in kort geding van 24 november 2022

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

eiser,

advocaat mr. H.S. Memelink,

tegen

1 [gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde,

advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde,

niet verschenen,

3. [gedaagde sub 3],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde,

advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool,

4. [gedaagde sub 4],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde,

niet verschenen,

5. [gedaagde sub 5],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde,

niet verschenen,

6. [gedaagde sub 6],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde,

advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool,

7. [gedaagde sub 7],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde,

advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool,

8. [gedaagde sub 8],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagde, niet verschenen,

9. ZIJ DIE VERBLIJVEN IN/OP DE ONROERENDE ZAAK AAN [adres],

wonende te [woonplaats 2] ,

gedaagden,

waarvan zijn verschenen: [gedaagde sub 9] en [gedaagde sub 9] , met als advocaat mr. M.A.R. Schuckink Kool. De overige gedaagden zijn niet verschenen.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding van 7 november 2022, met producties genummerd 1 tot en met 9,

  • -

    producties 10 en 11 van de zijde van eiser, ter griffie ingekomen op 16 november 2022,

  • -

    de mondelinge behandeling, gehouden op 17 november 2022.

1.2.

Ter mondelinge behandeling zijn tevens mevrouw [gedaagde sub 9] en de heer [gedaagde sub 9] verschenen. Op vragen van de voorzieningenrechter antwoordden zij dat zij verblijven in de onroerende zaak aan de [adres] . De vraag van de voorzieningenrechter of zij konden worden beschouwd als twee van de gedaagden sub 9 is door beiden bevestigend beantwoord, zij het dat mevrouw [gedaagde sub 9] later verklaarde dat zij slechts sinds kort in de woning verbleef en dat zij daar was om mee te helpen opruimen. Mr. M.A.R. Schuckink Kool heeft voorts (na een korte onderbreking van de mondelinge behandeling) aangegeven mevrouw [gedaagde sub 9] en de heer [gedaagde sub 9] (ook) bij te staan. De voorzieningenrechter merkt mevrouw [gedaagde sub 9] en de heer [gedaagde sub 9] aan als procespartij, namelijk gedaagde sub 9.

1.3.

Ten slotte is vonnis bepaald op uiterlijk 1 december 2023 of zoveel eerder als de voorzieningenrechter in staat is vonnis te wijzen.

2 Het geschil

2.1.

Eiser vordert dat de voorzieningenrechter in kort geding, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

I. gedaagden beveelt om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen termijn, de onroerende zaken (woning + omliggend terrein) gelegen aan de [adres] (gemeente Moerdijk) te ontruimen, en te verlaten en ter vrije beschikking te stellen van eiser onder afgifte van alle sleutels, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag of dagdeel dat de krakers in gebreke blijven aan het vonnis te voldoen, tot een maximum van

€ 50.000,00;

II. eiser machtigt om, indien de krakers in gebreke blijven de onroerende zaken te ontruimen en te verlaten en ter vrije beschikking van eiser te stellen en te laten conform punt 1) de onroerende zaken te laten ontruimen, alles op kosten van de krakers;

III. bepaalt dat dit vonnis binnen de in artikel 557a lid 3 Rv genoemde termijn van één jaar ook ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in de woning bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet;

IV. gedaagden veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.

3. De beoordeling

3.1.

Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, alsmede op grond van de onbetwiste inhoud van de producties, staat tussen partijen het volgende vast:

  • -

    Eiser is sinds 17 oktober 2022 eigenaar van onroerende zaken met daarop staande woning gelegen aan de [adres] , gemeente Moerdijk, kadastraal bekend gemeente Standdaarbuiten [kadastrale aanduidingen] (hierna: de onroerende zaken).

  • -

    De woning op de onroerende zaken is gekraakt, waardoor het betrekken van de woning door eiser onmogelijk is.

  • -

    Eiser heeft whatsapp contact gehad met één van de krakers, waarbij werd afgesproken dat zij binnen twee maanden ná 5 juli 2022 de woning zouden verlaten.

  • -

    Op 18 oktober 2022 heeft de advocaat van eiser de krakers een sommatie gestuurd met de strekking de woning vóór 31 oktober 2022 te ontruimen. De krakers hebben hieraan niet voldaan.

3.2.

Eiser legt aan zijn vorderingen – kort gezegd – ten grondslag dat gedaagden (hierna: de krakers) zonder recht of titel in de woning verblijven en hiermee een onrechtmatige daad plegen jegens eiser. Eiser wenst de woning te verbouwen en vervolgens zelf – samen met zijn vrouw en twee minderjarige kinderen – te bewonen. Daarvoor is het van belang dat op korte termijn met de bouwactiviteiten wordt aangevangen. De hypotheek van de huidige woning van eiser loopt door, zodat zij op dit moment dubbele woonlasten hebben. Bovendien is de woning nu niet te verzekeren.

3.3.

Gedaagden sub 2, 4, 5, 8 en 9, met uitzondering van mevrouw [gedaagde sub 9] en de heer [gedaagde sub 9] , zijn niet ter zitting verschenen. De voorzieningenrechter

stelt vast dat bij de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven formaliteiten en

termijnen in acht zijn genomen, zodat tegen deze gedaagden verstek wordt verleend.

Nu de ontruimingsvordering tegen hen niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt,

zullen de vorderingen gericht tegen gedaagde sub 2, 4, 5, 8 en 9, met uitzondering van mevrouw [gedaagde sub 9] en de heer [gedaagde sub 9] , worden toegewezen

zoals in de beslissing is vermeld.

3.4.

Mr. Schuckink Kool heeft ter zitting, namens gedaagden sub 1, 3, 6 en 7 en namens de

heer [gedaagde sub 9] en mevrouw [gedaagde sub 9] , geen verweer gevoerd tegen de

gevorderde ontruiming, maar wel tegen de gevorderde ontruimingstermijn. Mr.

Schuckink Kool stelt dat de gevorderde ontruimingstermijn van drie dagen te kort is

om alles netjes achter te kunnen laten. Verzocht wordt dan ook om de

ontruimingstermijn te bepalen op 7 dagen. Tevens heeft hij eiser verzocht om

containers te laten plaatsen voor het aanwezige afval.

3.5.

Bij de beoordeling stelt de voorzieningenrechter voorop dat het eigendomsrecht ex

artikel 5:1 BW het meest omvattende recht is dat een persoon op een zaak kan

hebben. Het staat de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij om van de zaak

gebruik te maken, mits dit gebruik niet in strijd is met rechten van anderen. Het

bepaalde in artikel 5:2 BW geeft de eigenaar van een zaak de bevoegdheid om zijn

eigendom op te eisen van een ieder die haar zonder recht of titel onder zich houdt.

Dit betekent dat de eigenaar zijn eigendomsrecht kan handhaven tegenover een

ieder die daar inbreuk op maakt.

3.6.

Als niet weersproken staat vast dat gedaagden zonder recht of titel in de onroerende

zaken van eiser verblijven en daarmee inbreuk maken op het eigendomsrecht van

eiser. Daarmee handelen zij in beginsel onrechtmatig jegens eiser en is eiser

bevoegd de onroerende zaken van gedaagden op te eisen. Dit is slechts anders

indien eiser onvoldoende (spoedeisend) belang heeft bij zijn vordering.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat eiser voldoende heeft aangetoond een

spoedeisend belang te hebben bij zijn vordering. Bovendien is het spoedeisend

belang ook niet betwist door gedaagden.

3.7.

Nu niet is weersproken dat gedaagden zonder recht of titel in de woning verblijven,

daarmee inbreuk maken op het eigendomsrecht van eiser en eiser een spoedeisend

belang heeft bij de door hem gevorderde ontruiming, zal de vordering tot ontruiming

worden toegewezen.

3.8.

Eiser is ter mondelinge behandeling akkoord gegaan met een ontruimingstermijn van

zeven dagen. De voorzieningenrechter zal de ontruimingstermijn dan ook vaststellen op

zeven dagen na betekening van dit vonnis.

Opgemerkt wordt dat eiser heeft verklaard dat hij opdracht heeft gegeven tot het

plaatsen van containers voor het aanwezige afval ten behoeve van de krakers.

3.9.

Aangezien de vordering tot ontruiming wordt toegewezen en eiser met dit vonnis een

effectief middel in handen heeft om de onroerende zaken daadwerkelijk te ontruimen,

is de vordering tot het opleggen van een dwangsom overbodig. Deze vordering wordt

dan ook afgewezen.

3.10.

Dit geldt eveneens voor de onder II. gevorderde machtiging om zelf de onroerende

zaken te ontruimen. Uit artikel 556 lid 1 Rv volgt dat eiser de ontruiming niet zelf

ter hand mag nemen en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de

deurwaarder. Op grond van de parlementaire geschiedenis van artikel 3:297 BW

heeft eiser voldoende aan een ontruimingsvonnis om de deurwaarder te mogen

inschakelen indien gedaagden niet vrijwillig tot ontruiming overgaan. Voorwaarde is

dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan gedaagden wordt betekend en

dat aan gedaagden overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv bevel wordt

gedaan om te ontruimen. De deurwaarder zelf behoeft geen rechterlijke machtiging

om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen

indien de deuren gesloten zijn, of de opening geweigerd wordt. Die bevoegdheid

ontleent hij immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv, waarin artikel 444 Rv van

overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen

bij de ontruiming, dan kan hij op grond van artikel 3 Politiewet - zonder dat daartoe

een machtiging van de rechter nodig is - bijstand van de politie inroepen. De

vordering om eiser te machtigen om de onroerende zaken (zelf) te ontruimen wordt

dan ook afgewezen.

3.11.

Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:

- betekening oproeping € 127,43

- griffierecht € 314,00

- salaris advocaat € 1.016,00

Totaal € 1.457,43

4 De beslissing

De voorzieningenrechter

4.1.

verleent verstek tegen gedaagden sub 2, 4, 5, 8 en 9, met uitzondering van mevrouw [gedaagde sub 9] en de heer [gedaagde sub 9] ,

4.2.

veroordeelt gedaagden om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de onroerende zaken (woning + omliggend terrein) gelegen aan de [adres] (gemeente Moerdijk) te ontruimen, en te verlaten en ter vrije beschikking te stellen van eiser onder afgifte van alle sleutels,

4.3.

bepaalt dat de veroordeling tot ontruiming ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich gedurende twaalf maanden na dit vonnis in voornoemde onroerende zaken bevindt of daar binnentreedt, telkens wanneer zich dit voordoet,

4.4.

veroordeelt gedaagden in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 1.457,43, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na dagtekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

4.5.

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

4.6.

wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2022.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.