2 De tenlastelegging
De tenlastelegging onder parketnummer 02/191776-22 is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De tenlasteleggingen zijn als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte
1. op 21 september 2022 brand heeft gesticht waardoor een garagedeur is verbrand;
2. een gedragsaanwijzing, inhoudende een contactverbod met [benadeelde 2] , heeft overtreden door telefonisch contact met haar op te nemen;
02/191776-22
1. op 23 juli 2022 brand heeft gesticht aan een Volkswagen Polo waardoor de auto is verbrand, dan wel die auto heeft vernield;
2. [benadeelde 2] heeft gestalkt door haar meerdere e-mailberichten te sturen.
9 De beslissing
De rechtbank:
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
02/241425-22
feit 1: opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te
duchten is;
feit 2: opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing, gegeven krachtens
artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, meermalen gepleegd;
02/191776-22
feit 1 primair: opzettelijk brand stichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen
te duchten is;
feit 2: belaging;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich meldt op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
* dat verdachte zich laat behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
* dat verdachte op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met [benadeelde 2] , geboren op [geboortedag 2] 1995, wonende te [adres 1] , zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. In het kader van de afwikkeling van de echtscheiding tussen verdachte en [benadeelde 2] is het enkel toegestaan dat er via de advocaten of professionele hulpverleners indirect contact tussen verdachte en [benadeelde 2] plaatsvindt;
* dat verdachte zich niet in een straal van 500 meter van de woning (thans de [adres 1] ) van [benadeelde 2] bevindt gedurende het eerste jaar van de proeftijd of zoveel korter als het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt. Verdachte werkt mee aan elektronische monitoring van dit locatieverbod. Verdachte gaat niet naar het buitenland zonder toestemming van de reclassering, omdat het voor de elektronische monitoring nodig is dat verdachte in Nederland blijft;
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat verdachte zich onder elektronisch toezicht zal stellen ter nakoming van de hiervoor genoemde bijzondere voorwaarden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
[benadeelde 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van € 3.250,- aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 23 juli 2022 tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] (feit 1 onder parketnummer 02/191776-22), € 3.250,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente, vanaf 23 juli 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 42 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] af;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van verdachte, tot nu toe begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.L. Donders, voorzitter, mr. G.M.J. Kok en mr. R.J.H. de Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. van Krevel, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 30 december 2022.
De voorzitter, mr. De Brouwer en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.