Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBZWB:2023:1306

Rechtbank Zeeland-West-Brabant
22-02-2023
06-03-2023
10093907_E220223
Intellectueel-eigendomsrecht
Bodemzaak

Eiser stelt niet waarom de door hem gemaakte foto auteursrechtelijk beschermd zou zijn. Ook niet gesteld waarom auteursrechtelijke trekken van de oorspronkelijke foto te herkennen zijn in het overgenomen deel van de foto, ondanks verweer. Afgewezen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Civiel recht

Kantonrechter

Zittingsplaats Tilburg

Zaaknummer: 10093907 \ CV EXPL 22-3393

Vonnis van 22 februari 2023

in de zaak van

[eiser] ,

te [plaats 1] ,

eisende partij,

hierna te noemen: [eiser] ,

gemachtigde: E.A.P. van Lith,

tegen

[gedaagde] ,

te [plaats 2] ,

gedaagde partij,

hierna te noemen: [gedaagde] ,

gemachtigde: mr. M.P.J. Letschert.

1 De procedure

1.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding, met producties,
- de conclusie van antwoord,
- de conclusie van repliek, met één productie,
- de conclusie van dupliek, met één productie,

- de akte uitlating producties aan de zijde van eiser.

1.2

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1

[eiser] maakt bedrijfsmatig foto’s. Hij genereert zijn inkomsten onder andere met het verkopen van deze foto’s. In het kader daarvan heeft hij de volgende foto gemaakt van één van de verkiesbare leden van een Valkenswaardse politieke partij genaamd [naam politieke partij] :

[afbeelding is geanonimiseerd]

2.2

[gedaagde] is de initiator en beheerder van een Facebookpagina over zijn geboortedorp Valkenswaard. Daarop worden actuele en historische thema’s betreffende Valkenswaard besproken. Tijdens de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen, op 17 of 18 maart 2022, heeft [gedaagde] zonder toestemming van [eiser] op de hiervoor bedoelde Facebookpagina de volgende uitsnede van de hierboven weergegeven, door [eiser] gemaakte foto geplaatst:

[afbeelding is geanonimiseerd]

2.3

[eiser] heeft eerst meerdere malen via facebook verzocht de foto te verwijderen. Toen daaraan geen behoor werd gegeven, heeft [eiser] [gedaagde] per e-mailbericht van 18 maart 2022 gesommeerd om de foto uiterlijk 19 maart 2022 te verwijderen.

2.4

Van de zijde van [gedaagde] is daarop gereageerd door te zeggen dat, zo begrijpt de kantonrechter althans de strekking van het e-mailbericht van 19 maart 2022, hij de foto vrijelijk mag gebruiken (productie 4 bij dagvaarding).

2.5

Vanaf 22 maart 2022 heeft [eiser] richting [gedaagde] aanspraak gemaakt op een schadevergoeding en dwangsommen wegens schending van zijn auteursrecht.

Partijen hebben gecorrespondeerd over de kwestie. De foto is tot 3 mei 2022 zichtbaar geweest op de facebook-pagina van [gedaagde] .

3 Het geschil

3.1

[eiser] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.367,25, vermeerderd met rente en kosten.

[eiser] heeft daaraan ten grondslag gelegd dat hij auteursrechthebbende is van de foto en [gedaagde] daarvan onrechtmatig gebruik heeft gemaakt.

Daarom heeft [eiser] om te beginnen recht op een schadevergoeding van € 250,-. Dit is een basisvergoeding voor het maken van de foto.

Verder komt [eiser] een bedrag van € 25,- per dag dat de foto online stond. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

  • -

    € 10,- per dag voor het mislopen van inkomsten door het verminken van het auteursrecht;

  • -

    € 10,- per dag voor het mislopen van inkomsten wegens het ontbreken van een naamvermelding;

  • -

    € 5,- per dag wegens het verlies van exclusiviteit van de foto.

De foto heeft 43 dagen (van 21 maart 2022 tot en met 2 mei 2022) online gestaan, zodat deze post optelt tot een bedrag van € 1.325,-.

[eiser] maakt aanspraak op € 40,- aan buitengerechtelijke kosten en € 2,25 ter zake wettelijke rente.

3.2

[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure. [gedaagde] heeft het volgende als verweer gevoerd. De door [gedaagde] gebruikte foto/uitsnede ontbeert een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker. De foto van [eiser] is door [gedaagde] voorts gereduceerd tot een pasfoto. In feite is van de originele foto niets te herkennen behalve het gezicht van de geportretteerde. Aan [eiser] komt geen auteursrechtelijke bescherming toe. Voor zover al sprake is van auteursrechtelijke bescherming, dan kan [gedaagde] niet worden verweten dat hij de foto heeft gebruikt. [gedaagde] heeft de foto immers gebruikt voor het doel dat de opdrachtgever van [eiser] (de politieke partij [naam politieke partij] ) voor ogen had, namelijk het genereren van publiciteit. Op of bij de foto stond niet de naam van [eiser] als de maker vermeld. [gedaagde] heeft de foto bovendien ontvangen van [naam politieke partij] als onderdeel van een zogenaamde ‘perskit’. De schade die [eiser] stelt te hebben geleden, wordt betwist.

4 De beoordeling

4.1

Tussen partijen is niet in geschil dat [eiser] maker is van de foto zoals weergegeven onder 2.1. en dat aan hem als maker het eventuele auteursrecht met betrekking tot de foto toekomt.

4.2

Indien een werk een eigen en oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt, is sprake van een werk in de zin van artikel 1 jo. artikel 10 van de Auteurswet waarop auteursrechtelijke bescherming rust. [gedaagde] heeft betwist dat de foto een eigen en oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de fotograaf draagt. Van de kant van [eiser] is in het geheel niet gesteld dat de foto een eigen en oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de fotograaf draagt, laat staan dat [eiser] heeft aangegeven waarom dit zo is, zoals bijvoorbeeld gezien de compositie, uitsnede, hoek waaronder de foto is genomen, de belichting of de nabewerking. [eiser] heeft enkel aangevoerd dat auteursrecht ontstaat door het scheppen van werk en als blote stelling naar voren gebracht dat de foto een werk is in de zin van artikel 10 lid 1 sub 9 Auteurswet. De gedachte van [eiser] is kennelijk dat iedere foto auteursrechtelijk beschermd is, maar deze gedachte is onjuist. [eiser] heeft zijn door [gedaagde] betwiste stelling dat sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk niet onderbouwd. Het enkele overleggen van de foto is daartoe onvoldoende. Reeds hierom dienen de vorderingen die allen zijn gebaseerd op het auteursrecht van [eiser] te worden afgewezen.

4.3

Het gebrek aan onderbouwing van het eigen en oorspronkelijk karakter en het persoonlijk stempel van de fotograaf door [eiser] klemt temeer nu [gedaagde] tevens heeft aangevoerd dat de door hem gebruikte uitsnede van de foto een eigen oorspronkelijk karakter en een persoonlijk stempel van de maker ontbeert, nu slechts een klein gedeelte van de foto is gebruikt.

4.4

De kantonrechter vult de rechtsgronden op grond van artikel 22 Rv ambtshalve aan.

Het gebruik van een gedeelte van de foto laat zich kwalificeren als een citaat in de zin van dat artikel 15a van de Auteurswet. Daarin is bepaald dat als inbreuk op het auteursrecht op een werk niet wordt beschouwd het citeren uit een werk in een aankondiging, beoordeling, polemiek of wetenschappelijke verhandeling of voor een uiting met een vergelijkbaar doel, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Aan de toetsing of is voldaan aan de voorwaarden voor het citaatrecht gaat vooraf de vraag of met de vermelding van een deel van het werk inbreuk zou worden gemaakt op het auteursrecht op dat werk indien niet aan die voorwaarden wordt voldaan. Daartoe is vereist dat in het overgenomen deel van het werk de auteursrechtelijke beschermde trekken van dat werk te herkennen zijn. Het verweer van [gedaagde] kan niet anders worden gelezen dan dat hij stelt dat de auteursrechtelijke trekken van de door [eiser] gemaakte foto niet te herkennen zijn in het deel dat [gedaagde] op zijn facebookpagina openbaar heeft gemaakt.

4.5

Gezien deze stelling van [gedaagde] mocht temeer van [eiser] worden verwacht dat hij voldoende gemotiveerd zou stellen op grond waarvan de foto en meer in het bijzonder het door [gedaagde] gebruikte gedeelte van de foto auteursrechtelijke bescherming toekomt aan [eiser] en [eiser] door het gebruik van het gedeelte van de foto het auteursrecht van [eiser] heeft geschonden. [eiser] heeft dit echter nagelaten.

4.6

Aangezien alle vorderingen van [eiser] gebaseerd zijn op de stelling dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op zijn auteursrecht, zullen de vorderingen worden afgewezen.

4.7

[eiser] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure.

5 De beslissing

De kantonrechter:

wijst de vorderingen af;

veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot dit vonnis vastgesteld op € 374,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);

verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,

Dit vonnis is gewezen door mr. Van den Heuvel en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2023.

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.