uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 maart 2023 in de zaak tussen
[naam verzoeker], uit [woonplaats verzoeker], verzoeker
en
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand
Inleiding
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 30 januari 2023 (bestreden besluit) van het college over het verlenen van een omgevingsvergunning aan de gemeente Loon op Zand voor het kappen van vier bomen nabij de [adres bomen] te [plaats bomen]. Op 13 februari 2023 heeft verzoeker de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
1. De voorzieningenrechter stelt voorop dat de voorlopige voorzieningprocedure is bedoeld om in afwachting van de uitkomst van een bezwaar- of beroepsprocedure een voorlopige maatregel te treffen. De voorzieningenrechter treft op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb alleen een voorlopige voorziening als “onverwijlde spoed” dat vereist. Dat betekent dat sprake moet zijn van een situatie waarin – in dit geval – de beslissing op bezwaar niet afgewacht kan worden, omdat het onmogelijk zal zijn om eventuele gevolgen van (de uitvoering van) het besluit te herstellen (onomkeerbaarheid).
2. De gemeente Loon op Zand heeft de voorzieningenrechter in een e-mailbericht van 16 maart 2023 medegedeeld dat de bomenkap wordt uitgesteld, totdat op het bezwaar van verzoeker is beslist. Bij brief van 16 maart 2023 heeft de voorzieningenrechter verzoeker gevraagd of hij zijn verzoek – gelet op dat e-mailbericht – wil intrekken of wil doorzetten. Verzoeker heeft daarop op 21 maart 2023 gereageerd. In de brief schrijft hij dat hij geen reden ziet tot intrekking, omdat hij wenst dat de bomenkap wordt uitgesteld tot zowel het bezwaar als het (hoger) beroep volledig zijn doorlopen.
3. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeker thans onvoldoende spoedeisend belang heeft bij zijn verzoek. De voorlopige voorziening procedure is bedoeld om in afwachting van de uitkomst van – in dit geval – de bezwaarprocedure een voorlopige maatregel te treffen. Dat betekent dat de voorzieningenrechter de omgevingsvergunning alleen zou kunnen schorsen tot op het bezwaar van verzoeker is beslist. Het zou een te ingrijpende voorziening zijn als de voorzieningenrechter de omgevingsvergunning zou (kunnen) schorsen tot uitspraak is gedaan in een eventueel toekomstig (hoger) beroep. Omdat de gemeente Loon op Zand schriftelijk heeft bevestigd dat de kap van de bomen is uitgesteld tot na de beslissing op het bezwaar van verzoeker, heeft verzoeker thans geen belang bij de gevraagde voorziening.
4. Dit leidt tot de conclusie dat het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Gelet hierop is geen grond voor een proceskostenveroordeling.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van Asten, griffier, op 29 maart 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.
De gegevens worden opgehaald
Hulp bij zoeken
Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over: