[eiser] vordert - samengevat - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
primair
veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 161,05, vermeerderd met de wettelijke rente over € 29,79 vanaf 22 november 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
subsidiair
[gedaagde] voorwaardelijk te veroordelen tot betaling van € 161,05, vermeerderd met de wettelijke rente over € 29,79 vanaf 22 november 2022 tot aan de dag van algehele voldoening, indien de gerechtsdeurwaarder na dit vonnis constateert dat de in deze procedure opgegeven NAW-gegevens niet juist blijken te zijn;
meer subsidiair
[gedaagde] te veroordelen om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis aan de gerechtsdeurwaarder de juiste NAW-gegevens te verstrekken van degene die heeft getankt en tevens bewijsmiddelen aan te dragen waaruit de juistheid van deze gegevens blijkt, indien de gerechtsdeurwaarder na dit vonnis constateert dat de in deze procedure opgegeven NAW-gegevens niet juist blijken te zijn, op verbeurdverklaring van en dwangsom van € 100,00, voor iedere dag of dagdeel dat [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 500,00, alsmede [gedaagde] te veroordelen in de kosten voor de bemoeienis van de gerechtsdeurwaarder ten bedrage van € 40,00 (exclusief btw) en de kosten ter zake de recherche bij de RDW van € 6,00;
zowel primair, subsidiair als meer subsidiair
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.