proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 4 mei 2023 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,
gemachtigde: mr. R.H.U. Keizer
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borsele, verweerder.
Als derde partij heeft aan het geding deelgenomen:
TenneT TSO B.V., te Arnhem, vergunninghoudster.
Procesverloop
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van 15 maart 2023 (bestreden besluit) inzake de aan derde partij verleende omgevingsvergunning voor het
snoeien van 18 bomen aan de [straatnaam] te [woonplaats] .
Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden in Breda op 4 mei 2023. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. R.H.U. Keizer. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam vertegenwoordiger 1] . Derde partij heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam vertegenwoordiger 2] , [naam vertegenwoordiger 3] en [naam vertegenwoordiger 4] .
Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de voorzieningenrechter mondeling uitspraak gedaan.
Overwegingen
1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventuele) bodemprocedure niet.
2. Partijen zijn het er over eens, en ook de voorzieningenrechter gaat er van uit, dat het snoeien van de 18 bomen vergunningplichtig is. Verzoeker is eigenaar van de bomen en heeft een zakelijk recht overeenkomst gesloten met derde partij inzake het opstalrecht om in, op en/of boven de belaste strook elektriciteitswerken aan te leggen, in stand te houden of te verwijderen. In combinatie met artikel 3.5 van de Algemene Voorwaarden is het derde partij toegestaan om bomen en beplantingen binnen de belaste strook die naar het oordeel van de opstalhouder hinderlijk zijn geworden om redenen van veiligheid of zekerstellen van de elektriciteitswerken voor zijn rekening en risico te snoeien, in te korten of te verwijderen.
Gelet hierop kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet gezegd worden dat derde partij (evident) niet bevoegd was om de omgevingsvergunning aan te vragen en – na verlening – te mogen gebruiken. Verzoeker wil niet dat de bomen gesnoeid worden maar dat ze meteen gekapt worden. Ter zitting is duidelijk geworden dat ook derde partij en inmiddels ook het college voorstander zijn van het kappen van de 18 bomen maar dat daarvoor instemming nodig is van de minister van Economische Zaken en Klimaat.
Zij hebben ter zitting uitgesproken dat zij zich zullen inspannen om de gewenste kap van de bomen alsnog gerealiseerd te krijgen. Derde partij heeft evenwel benadrukt dat zij maandag 8 mei 2023 wil beginnen met het snoeien omdat de bomen onder de geleiders tussen de hoogspanningsmasten de kritische hoogte bereiken. Voor de veiligheid dient er een vrije ruimte van ten minste 10 meter te zijn tussen de geleiders en de toppen van de bomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter weegt dit belang zwaarder dan het belang van verzoeker om de bomen ongemoeid te laten totdat ze gekapt mogen worden.
3. Dit leidt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat daarom geen aanleiding.
Beslissing
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 4 mei 2023 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.